SOERABAJA IN DE BOCHT DISCO BOLLAND vergeten boek bewaard. Ze leven volop en overal, het is een wereld van NU, eindeloos in zijn schakeringen." Dat waarover men WEL spreekt was voor Annie Larmoyeur aanleiding tot het optekenen en verzamelen van al deze overleveringen. Ze werden in 1939 uitgegeven onder de naam "In dische overleveringen". Een herdruk is er nooit van gekomen en het boek is nergens meer te krijgen. Helaas. Want we zijn nu nuchtere, zakelijke, fanatieke gelovigen of atheïs ten geworden en alleen specialisten en wetenschapsmensen hebben het recht te oordelen wat geloofd en niet ge loofd mag worden. Hier in Europa al thans. Maar in de tijd van Annie Larmoyeur, in uw, in mijn tijd was de wereld on- eindiger, was er niet alleen meer plaats voor mensen, maar ook voor spoken, voor mysterieuze wezens, dingen die gebeurden buiten de aardse macht. En de nonna belanda schreef alles op. Ze verfraaide niets tot een compleet sprookje, maar liet alles staan zoals ze het vernam. Een loshangend verhaal, dongengan, soms vluchtig verteld. Griezelig en beangstigend maar ook met een groot gevoel voor humor neer gezet en plotseling afgebroken. Net zo als de mensen het aan Annie Larmoy eur vertelden. Voor onze kinderen is het spook als verschijnsel verdwenen. Een spook, dat is een flauwe grappenmaker met een beddelaken over zich heen, meer niet. Onze kinderen horen geen griezelige verhalen meer. Ze luisteren met aan- (vervolg Tainaloehoe, de heks van Ambon) wijken, met het gevolg, dat ze tegen elkaar opbotsten. De gouverneur keek haar verstoord aan en merkte toen pas op, dat ze er toch eigenlijk heel vreemd uitzag, dat ze een bijzondere vrouw was. Van boven was ze gewoon, maar de onderste helft van haar lichaam leek op het achterste van een paard. Hij bleef maar naar haar staan kijken. Toen vroeg Tainaloehoe - want zij was het - hoe hij heette. "Ik ben een blanda!" zei hij trots. Schijnbaar achteloos nam zij de gou verneur bij de hand en voerde hem met zich mee. Toen ze geruime tijd met hem weg was, kreeg hij honger en vroeg om eten. Tainaloehoe gaf hem te eten, maar hij wist niet, dat z'n maaltijd toe bereid was van zacht hout en modder. Toen hij gegeten had en om zich heen keek, was zijn kwelgeest verdwenen. En hij wist niets beters, dan maar naar huis te gaan, in de gedachte, dat nu alles wel afgelopen zou zijn. Maar hij had buiten de waard, d.i. bui ten het hout en de modcfer in z'n buik gerekend, want de volgende morgen was hij zwaar ziek. Wel genas hij na enige dagen, maar sedertdien durfde hij nooit meer zo uit de hoogte te doen tegenover mensen van het eiland en ging hij op zij, als hij een oude vrouw tegenkwam. dacht naar Aart Staartjes die met een schijnheilig gezicht uit de bijbel vertelt en zich voor een andere omroep kan veranderen in een schreeuwerige vie zerik die vuile woorden en slechte ma nieren propageert. Ze kijken naar een meisje dat zich de Deftige Dame noemt, maar in werkelijkheid ongemanierd, vulgair en niet goed snik is. Een ponti- anak kun je herkennen, hoe moet je weten wat nu een échte deftige dame is? En is Erik Engerd wel zo eng of is hij alleen maar die weggelopen psy chopaat waar ze in Holland al jaren naar zoeken? Al deze spookbeelden doen mij nu de rillingen over de rug lopen. En ik ben ervan overtuigd dat Annie Larmoyeur voor het eerst van haar leven bang zou zijn geweest. Echt bang. Voor de grote mensen van vlees en bloed, die zich voor geld kunnen transformeren van goed naar kwaad. Annie Larmoyeur leeft niet meer. Ze overleed in 1942, vlak voor de komst van de Japanners in Makassar. Haar heengaan werd door velen diep be treurd. Zoals gezegd, het boekje dat ze naliet werd nooit herdrukt, de uitgever zag er geen brood in waarschijnlijk, maar wil de auteursrechten toch ook niet kwijt. We zijn blij dat we toestemming kregen uit deze "Indische overleverin gen" wat te mogen overnemen en ho pen dat U deze eenvoudige, typische volksvertellingen zult waarderen. Lilian Ducelle Het zij mij vergund even in te haken op het artikel in TT No. getiteld: Soerabajanen in en uit de bocht. Gaar ne zou ik daarop een enkele rectifica tie en toelichting geven, uiteraard niet als kritiek maar voor de statistiek. De onvolprezen back van Tiong Hwa was niet Hong Djien doch Chin Hwat, die ook op de opgenomen foto voor komt. Deze speelde altijd met een handdoek om de pols, zogenaamd om tijdens het spel transpiratie van zijn voorhoofd weg te vegen. Boze tongen beweerden, dat hij met die pols wel eens "zacht" hands maakte. En inder daad heb ik hem daar wel eens, in Stationsweg 143 tel. 070-60 17 03 DEN HAAG Stationsweg 77 tel. 070-60 15 12 DEN HAAG Herenstraat 157 tel. 070-86 32 01 VOORBURG Frederik Hendriklaan 161 tel. 070 - 55 66 97 DEN HAAG Giro 406636 Specialisten in oude krontjong en Indone- sische pop-muziek, ook op muziekcassettes. Uitgebreid country en western repertoire (import) Soul en èurinaamse L.P.'e. India filmhits uit Bombay en verder alle TOPHITS van nu. Voordrachten uit de Koran op L.P.'e. Angkloeng speler op weg naar een feest. Goed of fout? Op een dag waren twee lieve Hollandse dames in onze winkel. Voor het eerst in Indonesië geweest en verrukt van al dat Indische "spul". Ze keken naar de paar angkloengs die we nog hebben staan. "Die klinken zó mooi," zei de ene dame, "ik heb er een heel concert van gehoord." "Ja," knikte de andere, "maar je hebt ze ook heel dik en wel een meter lang. Ze lopen er mee langs de straat, maar ik heb ze er niet op horen spelen." Suf gepiekerd wat ze toch bedoelde. Totdat ik deze foto zag: Arak verkoper op zoek naar een klant. U weet wat arak is? Rijste wijn, itoe dia! Heilzaam voor in en uitwendig gebruik. Als U er genoeg van ophebt, hoort U de engelen op angkloengs spelen! mijn kwaliteit van scheidsrechter, op betrapt. Hij wilde dat toen ontkennen, maar ik wees hem toen op de hand doek om zijn pols, waar de afdruk van de bal (het was een vrij modderig veld) nog op stond. Verder speelde Gerrit de Raadt inder daad voor H.B.S. met Miel samen. Ger rit stond bij ons bekend als een pe- naltydief, nog erger dan Hölzenbein tij dens de W.K. Bij een stedenwedstrijd was ik grensrechter en Max de Vries Foltynski floot. Bij een aanval liet Ger rit zich in het strafschopgebied vallen en claimde een strafschop die Max ook inderdaad toekende. Ik ging toen naar Max toe en zei, dat het geen strafschop was doch dat Gerrit zich had laten vallen (tja, en dat voor een grensrechter van de eigen partij. Max ging op mijn appel niet in en handhaaf de beslissing. Na afloop had Gerrit "lol". Met Max heb ik toen nog over Gerrit gesproken en hem gezegd, dat wij Soerabajanen Gerrit wel kenden. Als er dan toch keepers genoemd worden, dan mag de naam van Hok Gie zeker niet worden vergeten. Vele ma len speelde hij in het bondselftal en was een uiterst sympathieke sportman, waaraan ik aangename herinneringen heb. J. Hoogwoud 9

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1974 | | pagina 9