LEVEN IN BRUNAI (Noord Kalimanten) (slot) Wie de taal kent, vangt nog wel eens een visje Er zijn ontzettend veel Chinezen, vooral in gedai's (toko's) en handel. Ook de gedai-kopi's. Daar vind je een enkele Indiër. Er is er eentje hier die ook een "gedai-makan" heeft en al pratende bleek dat hij vroeger 23 jaar in Jakarta heeft gezeten in restaurant Malabar (was eigenaar en heeft de zaak verkocht in '50) waar we ook wel vaak aten. Het stond aan Molenvliet, het laatste winkeltje van Hotel des Galerie aan het Harmonieplein! Daar ik altijd Maleis spreek ben ik hier ook wel bekend. Zo ga ik elke ochtend, weer of geen weer de hond aan het strand uitlaten, dat slechts 'n paar honderd meter van ons huis is. Daar praat ik wel eens met de mensen die vis vangen. Hetzij collectief met zo'n 16 man en een groot sleepnet in 'n prauw (de vangst wordt op de pasar verkocht en de op brengst verdeeld) hetzij individueel; met z'n tweetjes, een net tussen hen in, en dan wat vis proberen te verschalken. Is er goede vangst, dan biedt men mij altijd wat aan, omdat ze het (blijkbaar) zo leuk vinden als je tegen hun praat in hun taal. Het is meestal de grotere soort teri zeg maar (hier paso ge naamd) en een plastic zakje vol geeft ons altijd een fijn maaltje: asam/garam en dan droog bakken! Na het "winter seizoen van de zee", d.i. van nov. t/m febr. (dan is de zee ruw en hoog en veel zoutspray, hier Landas genaamd, in Indië vroeger Selatan genaamd), is het de tijd voor de bubuk udang. Dit zijn hele kleine glasgarnaaltjes die ze gebruiken voor de trassi (hier noemt men dat blacan). De zee is dan heel rustig, net een meer, en na een fikse nachtelijke regenbui en de volgende morgen zon, zie je gewoon hele stre pen rood van dit spul. Men komt dan in grote getale naar het strand met schepnetten. Dit attribuut heb ik nog nooit ergens anders gezien. Twee krui selings gebonden stokken met aan een uiteinde een soort "schoen" waarmee men over de bodem schuift. Ertussen in een net die in een tuit eindigd, waar in de vangst zich verzamelt. Goeni- zakken vol schept men op en ook daar krijg ik vaak wat van! Heerlijk voor Foe yong hai! Op andere tijden is het strand vaak helemaal verlaten en zie ik geen kip. 's Middags komen ze wel eens vissen en Vrijdags als 't gouver nement vrij heeft. En dan te bedenken dat je in Europa geen stukje vrij strand hebt! Wat een weelde dan weer hier. Weinig Europeanen zie je. Door mijn dagelijkse strandwandelingen 's mor gens heb ik 'n goede collectie schelpen opgebouwd. Als iemand nog interesse heeft, ik heb veel dubbele! Ja, en hoe leven wij dan hier? Laten we vooropstellen: lain dulu, lain seka- rang. De huizen zijn niet meer zo gast vrij open, omdat wij hier allemaal air conditioning hebben. Verder kun je am per in de tuin zitten vanwege de mus kieten die je aanvallen. Spuiten helpt niet, en verder zegt de med. dienst "och het zijn gelukkig geen malaria muskieten". Maar je wordt toch lekker ge-attaqueerd! Gezwegen (soms als het vochtig is) van de aga's hier de kleinste soort, sandfly's genaamd! Dat zijn helemaal krengen. De beten jeuken veel meer dan van muskieten. Dan heb je ook nog tijden van de groenkop vlieg. Ook zo'n lekker diertje dat je kan bijten of steken. Die heb je van klein (horzel grootte) tot hommel-groot te. Dan de delta-vlieg, de naam zegt het al voor de vorm. Brunei is Indonesië niet! De huizen: Wel, je hebt echt oud-In dische houten huizen op palen. Je hebt bungalow-types. En je bedienden??? Oh dat is een probleem, want zoals je ze in Indië hebt zijn ze hier lang niet! Een kokkie BESTAAT eenvoudig niet. (Alleen Axel v. Hoeve als Dr. heeft er eentje kunnen uitpikken!) Bovendien is de Maleise bevolking niet geschikt voor huishoudelijk werk. Maar ze zijn wel eerlijk overal op pasars, winkels, thuis. Je laat je wagen met boodschappen gewoon staan, niemand die er wat uit pakt! Veel Chinese be dienden, meestal vrouwen die werken, of om bij te verdienen of voor eigen levensonderhoud. Mannen werken in de "industrie", de olie, of bij contrac tors of gouvernement. Maleis koken kunnen ze niet, want hier eet men dus veel van die curry-bedoening! Hun "nasi kuning" is eigenlijk "nasi min- jak". Iets wat uit blik gehaald wordt en door de rijst gedaan wordt die daar door een beetje geel kleurt. Een enkele turunan van Java weet wel beter, maar die zijn op je vingers te tellen! Neen, het eten is hier bedroevend. Meestal denken nieuwkomers: we gaan naar Indonesië, maar dat is absoluut NIET het geval. Je gaat naar een tropisch gebied, ja, maar het scheelt hemels breed met ons vroegere Indië! Ook de kinderen die hier schoolgaan. Wat le ren die van het land kennen! Er is ook trouwens niets! Wij vroeger had den genoeg te beleven buiten school, en al spelenderwijze leerde je zo het een en ander van het land, van de om geving. Maar de tegenwoordige jeugd is daar niet in geinteresseerd. Alles hokt samen in de club! Sporten, bios coop, eten. Neen, men wordt geleefd, deze generatie. Meestal hebben ze ook geen eigen initiatief. Vervelen zich in de vacanties als er niets wordt ge organiseerd! Zoals ik in het begin zei: Brunai begint nu waarschijnlijk door de oliecrisis eert beetje meer bekendheid te krijgen. Maar wat men nog misschien niet zo weet is, dat het natuurlijke gas, waarop men hier al jaren lang kookt, gekoeld wordt en in grote tankers verscheept en verkocht wordt in Japan. Het schijnt dat dit project voorlopig het grootste is in de wereld! En omdat er dus veel om de olie draait is er ook veiligheid natuurlijk. Mensen die op de olie-riks werken dragen dus helmen. Hier op het land ook met het uitvoeren van div. karweitjes. Nu is die helm wel zo'n begerenswaardig artikel, dat zelfs men sen, die het helemaal niet nodig heb ben ermee op lopen. De mensen hier, Zee-Dajaks, zoals men ze ook in Brunai kan ontmoeten. 8

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1974 | | pagina 8