INDISCHE
OVERLEVERINGEN
M
door LARMOYEUR
MAGELANG
12
TOKO MAS
INDONESIA
Indonesië in opkomst
Indonesië in opkomst
Kjai Gadjak Barong.
In Magelang bevindt zich tussen 't
kerkje van Pa Van der Steur en de
bioscoop, vlak aan de weg, aan de
Soembingkant, een klein heuveltje. Er
groeit een djatiboom op en een klein
huisje, niet veel groter dan een gardoe-
huisje (klein wachthuisje, zonder wan
den. De persoon, die er in zit, zorgt,
dat de vogels van de sawah's blijven,
door belletjes aan touwen in beweging
te brengen) op de rijstvelden, staat in
de schaduw ervan. Het valt haast niet
op, als men er voorbij rijdt want vrij
grote huizen staan ervoor. Maar als
men 't weet en oplet, dan ziet men
toch, dat de djatiboom een heel eind
boven z'n onmiddellijke omgeving uit
steekt.
En als men weet, welke geschiedenis
aan die plek is verbonden, dan kijkt
men nog veel beter. Op dat heuveltje
is namelijk ook een graf. Het is het
graf van een Arabier, van Kjai Gadjak
Barong. (Volgens een ander was K.G.
B. een Javaan). De Javanen, die er
dichtbij wonen, worden bang, als ze
die naam horen; hij was zeer wreed,
zeggen ze.
Kjai Gadjak Barong was een slangen
bezweerder. Hij woonde op dat heuvel
tje, ook onder de djatiboom.
Maar z'n oude huisje staat er niet meer.
Het tegenwoordige is er later gekomen.
In zijn tijd was het daar in de buurt
nog een echte wildernis. Welig tierde
er de alang-alang, die er tot twee me
ter hoogte opschoot. De mensen me
den die woestenij, omdat het er krioel
de van de slangen. Wel waren ze lang
niet alle giftig, maar de mens heeft nu
eenmaal, en niet ten onrechte, een
heilig respect voor die beesten en
blijft er liefst zo ver mogelijk vandaan.
Niet alzo Kjai Gadjak Barong. Met z'n
knecht Radidjokarto zocht hij ze op en
ving ze. En telkens, als ze er weer een
gevangen hadden, verwijderden ze de
gifttanden.
Op een keer achterhaalde hen het
noodlot. Dat laat zich niet tarten. De
kjai was aan het slangen zoeken. Plot
seling zag hij in de djatiboom een grote
slang liggen. Bijna op 't zelfde ogen
blik hield hij z'n lasso gereed, om haar
die om het lichaam te gooien, maar...
ze was hem vóór. Ze sprong en kwam
precies op z'n schouders terecht. Met
een was hij in de nek gebeten. Vol af
schuw slingerde hij het ondier van zich
af en toen het voor hem op de grond
kronkelde, was het werk van een ogen
blik, het dood te maken.
Kjai Gadjak Barong wist niet, of het een
vergiftige slang was of niet, maar toen
de wond maar steeds doorbloedde,
vreesde hij het ergste. Hij begon zich
niet lekker te gevoelen, kon haast niet
meer van de plaats. Van angst begon
hij om hulp te schreeuwen. Z'n knecht
hoorde de noodkreten, kwam toeschie
ten, nam hem op en droeg hem naar
z'n huisje. Daar legde hij hem in bed.
"Heeft een slang U gebeten? Hoe is
het gebeurd?"
Kjai Gadjak Barong vertelde het. Hij
zou nu wel sterven, en als hij dood was,
moest Radidjokarto hem in z'n huisje
begraven, dat was z'n laatste wens.
Snikkend beloofde de knecht het.
Toen z'n baas dood waè, deed hij, wat
hij beloofd had. Hij begroef hem in z'n
eigen huisje.
Maar toen werd hij bang.
Hij sloot de woning af en vluchtte naar
de stad. Nooit keerde hij er terug.
Op een dag, dat 't heel hard regende,
nam de wind het dak er af en smeet
het neer aan de voet van de kleine
heuvel. Het gleed nog een eindje ver
der en bleef toen liggen. De rest van
het huisje is ook langzamerhand ver
dwenen. Maar het graf van de Arabier
is er nog altijd, ondanks regen, storm
en hitte.
De Javanen zeggen, dat het er gevaar
lijk is. De invloed van Kjai Gadjak Ba-
-rong werkt door.
In Juni 1930 is er een ongeluk gebeurd.
De hele stad liet vliegers op. Dikwijls
kwamen ze in de bomen. Vooral ook,
doordat de jongens hun vliegers laten
vechten, en dan knapt er nogal eens
een draadje af. Niet altijd lukt het, zo'n
verongelukte vlieger terug te krijgen;
als hij te hoog zit, moet de eigenaar er
af blijven.
In Juni 1930 dan zat er een vlieger bo
ven in de djatiboom op Kjai Gadjak
Barongs graf. De jongen, van wie hij
was, had hem in de steek gelaten. Maar
een ander, zeer begerig en niet we
tend, dat daar een graf was, zou hem
er wel eventjes uithalen. Hij klom in de
boom, hoger en hoger; tot op de dun
ste takjes bijna zette hij de voet. Hij
viel. Hij viel precies op het graf van
Kjai Gadjak Barong. 't Was net, of die
hem naar beneden getrokken had.
Daar lag hij nu, bewusteloos en bloe
dend. Hij stierf, stierf op het graf van
de Arabier. Een Javaanse grassnijder
vond het lijkje en begroef het. En de
wind zong een dodenzang in de treur
bomen.
Overgenomen uit: Indische overleve
ringen", Uitg. W. Thieme.
(Juwelier en diamantair)
Specialiteit Indonesische gouden
sieraden 22 en 24 Karaats
Juwelen 22 Kr. goud gezet met
briljanten, markiesringen, slag-
ringen, tiffanyringen, etc., mar
kieshangers, markies-oorknop-
pen. Ook losse briljanten ver
krijgbaar (BTW vrij).
Lid vereniging Beurs voor Dia
manthandel Amsterdam: daarom
goedkoop.
Zelfimport:
armbanden, ringen, kalung, oor
knoppen etc. origineel Indone
sische modellen.
Albert Cuypstraat 142,
Amsterdam - Tel. 020-71 87 28.
Na 18.00 uur tel. 020-44 17 94.
"lï-SHSS. j-h;-,.
Een prachtig
Sinterklaas- of Kerstcadeau
Prijs f 79,50 plus porto f 4,75
(3 termijnen mogelijk!)
BLADVULLING
Arabisch spreekwoord
Eet en drink met Uw vrienden, maar
doe geen zaken met hen.
Zuivere lucht.
Milieuvervuiling? Het kan soms nodig
zijn, z'n eigen ruiten in te gooien, als
men de lucht om zich heen zuiver hou
den wil!
Gesloten wonden.
Hoe zeer kan een mens lijden door het
besef, dat de lieve oude wonden van
zijn hart beginnen te genezen.