KERSTFEEST 1974 LEREN VAN ROZEN 9 Het eerste Kerstnummer zonder Tjalie... Hij zou de eerste zijn om te zeggen: het gaat niet om Tjalie. Ook hij kon maar wat stamelen over het eeuwige mysterie, dat leven heet. Maar hij kon in volle oprechtheid uitzeggen, hoe zijn hart brandend was in hem om liefde, eerbied en gerechtigheid. Hij kon aan wijzen, ja striemen, waar die eeuwige waarden ontbraken; hij kon ze ver heugd aanwijzen, waar ze opbloeiden, juist vaak in het kleinste. Daarom moest het Kerstfeest hem wat te zeggen hebben, wat hij ook wilde doorgeven, ervan getuigen. Laat nu een ander dit doen, op zijn eigen wijze, voor wat hem gegeven is, maar vanuit eenzelfde geloof in de boven-menselijke waarden, die uit de bron van het leven wellen. Het Kerstgebeuren is geen feest, het is een geweldig drama. Al wat groot en goed en rechtvaardig, wat rijk en machtig is, al wat zin aan leven van mensen geeft, wat het levend maakt en houdt, verbergt zich voor de wereld en vanwege de wereld, terwijl het toch in Jeruzalem had moeten schit teren. In het achtergebleven Galilea wordt de incarnatie van zuivere men selijkheid als goddelijk evenbeeld ge boren, in Galilea ook zou het vanuit de dood opstijgen tot boventijdelijkheid en alomvattendheid. Slechts weinigen hebben gezien, wat daar in wezen gebeurde en waarom het zo geweldig was. Men kan nu wel romantisch doen over de kribbe en over "Vrede op Aarde" maar het kind in Bethlehem zou geen vrede brengen, doch bittere strijd. Het lied der engelen in de Kerstnacht is een oorlogsverklaring aan al wat het zuiver humane, goddelijk geïnspireer de leven schaadt of vernielt. De heer lijkheid van dat lied is in het feit, dat de strijd niet met macht en geweld, maar door de Geest wordt beslist. Ook dat kunnen we romantiseren en daarbij vergeten, dat leed voor moet worden gedragen, heel veel en heel groot leed. De vernielende krachten mogen in principe gedoemd zijn, de overwinning op hen is nog niet ver werkelijkt. De strijd is nog in volle gang, in onszelf en buiten ons in men sen en structuren. Je moet wél goed van geloof zijn, om in het Kerstkind de triomf van recht, liefde en vrede te zien. Dat geloof kun je niet leren, het moet je gegeven zijn. Je kunt je er wel voor openstellen. Het is iets voor "primi tieven" zei de prior van Taizé in een interview. Primitief is dat wat primair is, 't eerste dat wezenlijk is. De prior ziet de intuïtie van de jonge mens als de ontmoetingsplaats tussen God en mens. Daar in het weten met het hart, het herkennen en erkennen van het wezenlijk primaire voor de mens en het zien, hoe Christus dat vertegenwoor digt en realiseert. De jonge mens betekent niet noodza kelijk jong van jaren, hoewel de mees te ouderen niet ontkomen aan de listen van het verstand. In het formuleren en organiseren kun je zo geschikt precies datgene uit de blijde boodschap halen, wat haar blij maakt: dat is wat je er voor moet overhebben. De pijn, die dat kost, wijzen we graag af; de moed ont breekt ons; het is zo riskant. Het lijkt zo althans voor de rijken, de bezitters, of dat nu macht, geld, kennis of wat dan ook betreft. Als je ontdekt, dat afzien van zelfhand having, van agressiviteit, overwinnen van angst, leven óók en juist voor an deren een enorme opluchting betekent, een totale bevrijding van ketenen, als je ziet, dat leren verdragen en helpen dragen gelukkiger maakt dan wat ook, dan erken je de glorie van de Kerst boodschap, dan is het wel feest. Mogen we zo elkaar een zalig Kerst feest en een gelukkig Nieuwjaar toe wensen! Als primitieve mensen! Th. v.d. S. We wonen nu aan de rand van ons Haagje - in een flat 3 hoog - met om ons blok een flinke open grasvlakte en een (vis) water en veel rozenstrui ken - die nu 'n gloedvolle oogst geeft aan bottels in alle kleuren - geel tot diep rood en paars in ronde tot ovale vormen. Komend uit Indië - kennen we ook de prachtige bloeiende rozenstruiken en -hagen, vooral in de berghuisjes. Maar pas hier in Holland - nu het zo giet en al vroeg donker wordt - sta ik verwon derd naar die warme gloed en uitbun dige oogst te kijken - en denk ik - gek hè - zijn er daar in Indië ook bottels? De bottels geven me te verstaan - ook de andere fase in het rozenbestaan is waarachtig het kijken waard - is ook blij en vol kleur - haag na haag - welis waar bijna helemaal kaal - maar rijk aan vruchten. Bewaren in een vaas, om vooral die mooie warme rode bottels te behouden - voor Kerst - gaat niet - de vruchten drogen in- de kleur verdwijnt. Zou het voor ons niet kunnen beteke nen - met meer vertrouwen en warme gloed onze "Hollandse" levensfase te beleven? Stuivertje Kersttafereel, geschilderd door de Balinese kunstenaar Ibaruk. (ontleend aan "Nederlandse Jezuïten" - dec. 1972)

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1974 | | pagina 9