Notities uit vergeelde papieren (xn>
(SLOT)
Indonesië
in opkomst
Kerstmis in de cel, maar Oudjaar op vrije voeten
door Margono Djojohadikusumo
Dit laatste deel van Margono's herinneringen verhaalt van het voortgezet verblijf
in de gevangenis en zijn vrijlating op Oudjaar 1949, zij het dat zijn bewegings
vrijheid en die van zijn lotgenoten was beperkt. Een Indo-Europees echtpaar
ontvangt Margono en zijn familie gastvrij.
Niet lang daarna vertrekt de schrijver naar Nederland als lid van de republikeinse
delegatie naar de Ronde Tafel Conferentie, die zal leiden tot de soevereiniteits
overdracht.
Mijn celgenoten H. en Ab. dachten dat
ik een Christen was. Zij verstonden
ook Nederlands en vroegen of het
versje (zie XI van de Notities) een ge
bed was. Ik antwoordde: "Het is een
oud Hollands versje, dat ik destijds uit
het hoofd moest leren". Ze vroegen mij
om nog eens wat luider de woorden te
herhalen, wat ik ook deed.
Ze waren verwonderd, dat ik dat vers
je nog zo goed kon citeren. Ik vertelde
hun lachend dat mijn vrouw en kinde
ren mij noemden: "Een Blanda kesasar
in de familie" (een verdwaalde Hollan
der in de familie).
Daarna probeerde ik zittende tegen de
muur te slapen. Ik ben nooit een held
geweest in het vermogen om gauw te
kunnen inslapen.
Na enige minuten hoorde ik al de rus
tige ademhaling van mijn celgenoten.
Nu ik in deze lugubere nacht hier
moest zitten, achter een ijzeren tralie
deur, bewaakt door gewapende man
nen, voelde ik mij nochtans gelukkig,
dat ik in elk geval nog het recht had
om mij zeiven te achten. Mijn kinderen,
voor mij het hoogste goed op aarde,
mijn vrouw, gedurende 35 jaar deelge
note in zovele ups en downs in dit
aardse bestaan, mijn volk van hoog tot
laag, durf ik gelukkig nog recht in de
ogen te kijken.
Als Gandhi zijn halve leven in een
gevangeniscel had moeten doorbren
gen, wat betekende deze kleine be
proeving dan voor mij? Deze gedachte
aan Gandhi gaf mij hernieuwde geest
kracht. Ik beschouwde het alleen als
een ironie van het lot, zoals ik boven
zëi. Drie jaar lang had ik geijverd
voor enige ordening van onze lands-
financien in het algemeen, en van de
buitenlandse deviezen in het bijzonder,
Het liet zich juist zo goed aanzien, na
de onderdrukking van de Amir-Muso
opstand (Madioen-affaire) en de aan
stelling van een jonge, energieke jurist
als Mr. Kartadjumena als directeur van
het sedert twee maanden ingestelde
deviezeninstituut. In één ruk was het
nu afgelopen.
Ik hoorde het 4 uur slaan zonder nog
een oog te hebben dichtgedaan. Ik
troostte mij nu dat het spoedig dag
licht zou worden. Tegen zessen kwam
de Sundanese cipier ons begroeten en
gaf order aan de wacht om de twee
cellen te ontsluiten. Persoonlijk bracht
hij ons vijven naar een ochtendgele
genheid, waar het enigszins "dragelijk"
was, zoals hij zeide.
Tegen 9 uur moesten wij weer in een
jeep met de militairen er op uit om de
4de sleutelbewaarder, Sastrodigdo te
halen.
Van het huis van Sastro gingen wij
rechtstreeks naar de bank. Het achter
ste gedeelte van de kluis kon nu ge
opend worden, en wij met ons vieren
waren hulpeloze getuigen van de com
plete roofpartij die plaats had. Het was
inderdaad een rampok-partij in optima-
forma. Een zachtere uitdrukking heb ik
er niet voor. De hele kluis werd leeg
gehaald. Er stond al een vrachtauto
gereed voor het gebouw van de bank.
Zakken republikeins geld voor een
waarde van ettelijke miljoenen, hon
derden kodies kain batik, zilverwerk
van Pasar Gede, juwelen, gouden arm
banden, alle goederen die onze cliën
ten als zekerheidstelling toevertrouwd
hadden aan de bank. Klompen erts
goud-bullion van onze goudmijn Tjiko-
tok werden oorlogsbuit verklaard. Daar
van hebben wij nooit iets teruggezien.
Waarheen al die goederen werden ver
voerd, mag God weten.
Na deze vertoning werden wij vieren,
Gondo, Hardjo, Sastro en ik naar de
gevangenis Wirogunan gebracht. Hier
Prijs f 79,50 plus porto f 4,75
(3 termijnen mogelijk!)
deelden wij met ons vieren een cel met
het wd. Hoofd van de Staats-politie
R. Soemarto (sedert overleden) en de
Commissaris van Politie R. Memed Ta-
numihardja, later Ambassadeur van de
Republiek in de Scandinavische lan
den.
Vrijdag, 24 t/m Woensdag 29
December 1948.
De ervaringen en gebeurtenissen ge
durende deze dagen vormden een aan
eengesloten geheel, zodat het niet no
dig is om ze van dag tot dag op te
tekenen.
Ik was nog in de gevangeniscel met
de vijf anderen. De bewaking was toe
vertrouwd aan Nederlandse M.P.'s,
blonde jonge blagen nog die zich over
het algemeen correct gedroegen, (op
dat ogenblik wist ik nog niet dat D.D.
ook elders in hetzelfde complex was).
Zij onthielden zich van schimp en
scheldwoorden tegenover ons.
Het liep tegen Kerstmis. Uit veler hui
zen hoorden wij iedere avond Kerst
liederen zingen, een Javaanse versie
van "Stille nacht, heilige nacht, vrede
op aarde in de mensen een welbeha
gen" met dezelfde bekende melodie.
Óp een avond hoorde ik één van die
blonde jongens snikken. Blijkbaar was
hij toen met zijn gedachten thuis daar
in Maastricht of Nijmegen, waar zijn
ouders om een kerstboom geschaard in
gebed verzonken waren voor het wel
zijn van hun jongens in de tropen.
Hoe wreed is een oorlog, vooral voor
deze onschuldige jonge blagen.
Op de 6de dag, 30 December werd ons
gezegd, dat wij naar huis mochten
gaan, maar de stad niet mochten ver
laten (stadsarrest). Het was wel hoog
tijd, we begonnen allen echt te "stin
ken", daar wij bijna een volle week
dezelfde kleren aan hadden gehad.
Ik was nauwelijks twee dagen thuis of
er kwam een andere beproeving.
Ons tijdelijke verblijf was niet aan de
grote weg, doch vrij diep binnen in de
kampong. Het erf was donker vanwege
de grote bomen. Er was geen electrisch
licht, daar de electrische installatie met
opzet door de militaire bezetting niet
werd gerepareerd.
Het was nog vrij vroeg in de avond.
Wij zaten na het avondeten in de bin-
nengalerij om een kaars. Mijn vrouw,
(Vervolg: "Centen voor kleine Adiks")
Tong niet meer zullen bestaan, dan zal
de steun in ieder geval blijven." Zijn
ideaal bereikte hij na 3 jaar. Geen van
Tjalie's idealen werd ooit verwezenlijkt
wegens gebrek aan belangstelling,
laksheid, onbegrip, maar de Bruine Bus
en het fonds kwamen tot stand en
staan nu sterker dan ooit.
Laten we ermee doorgaan lieve men
sen, voor die onbekende adik, daar
ginds. Uw bruine centen zijn welbe
steed. Het is niet mogelijk elke gift in
TT te vermelden, er komt veel anoniem
binnen. Maar elke cent wordt bij ons
verantwoord en geregeld zullen we de
goede oogst vermelden!
Namens alle adiks van Tjalie, van Tong
Tong en van U: DANK!
8