YAYASAN "ROSA VERNANS"
SIMPANG APOTHEEK
Ten gerieve van mevr. A. Janssen-Hou-
wing in Australië deel ik U mede, dat
de heer Dr. J. E. Quintus Bosz Sr. inder
daad al lang is overleden. Hij was che
micus en geen apotheker. Zelf heb ik in
1946 in de Simpang-apotheek in Sura
baya gewerkt ook in de tijd dat de zoon
Harald met de jeep verongelukte. Me
vrouw Irmgard G. Quintus Bosz - geb.
Heberlein woont in Spanje: dorp El
Atabal, Q. 3b Puerto de la Torre - Ma
laga (Espana). In mijn tijd werkten ver
der in de Simpang apotheek Benny
March, gehuwd en eveneens in Aus
tralië (4 kinderen).
Verder een meisje van Velzen, zuster
van de kolonel der mariniers v. V. (in
Holland), Pucky Kwee, Jopie Lie, de
heer Tan en hr. Thé.
Als men in Surabaya Tong Tong onder
de ogen krijgt zog ik het wel leuk vin
den om nog eens wat te horen. Er was
ook nog een gehuwde dame, afkomstig
uit Alkmaar maar van haar ben ik de
naam kwijt. Indertijd heb ik nog gehol
pen de Simpang apotheek weer te her-
inrichten want de Japanners hadden de
voorrraden overal in Sba. verspreid.
Hoogachtend,
Kleis van Dijk
DE DICHTER LOUIS DE BOURBON
Mevrouw H. L. Burghardt-de Boer te
Deventer schrijft ons:
Zo juist ontving ik Tong Tong nr. 4,
dd. 1 febr. '75, waarin een kort stukje
gewijd aan Louis de Bourbon. Enige
foutjes, die hierin zijn geslopen zou ik
graag verbeteren.
Mijn goede vriend Louis was 66 jaar,
toen hij, na een jarenlang lijden, dit
leven mocht verlaten. Hij woonde de
laatste jaren in Doorwerth, en werd
begraven in Oosterbeek, waar hij toe
vallig ook geboren was. Ondanks zijn
ziekte, was hij tot het laatst toe werk
zaam.
Zijn grootheid bestond volgens mij niet
in zijn afstamming van de (verloren)
dauphin, zoon van Lodewijk XVI en
Marie Antoinette, waarin ik overigens,
persoonlijk, absoluut geloof. (Voor
mensen, die interesse hebben voor ge
schiedenis, vooral ook in de onopge
loste "geheimen" in de geschiedenis,
waarvan dit er één is, kan ik als lectuur
aanbevelen: De kolibrie op het gouden
nest, door Jo van Ammers Kuiler, ge
romantiseerd. En "der Schattenköning
door H. M. Madol, uit het Deens. Meer
wetenschappelijk, met talloze voetno
ten en verwijzingen, en daardoor min
der vlot te lezen).
In Delft is nog te vinden bij de Burger
lijke Stand, dd. 12 aug., 1845, de over-
lijdensacte van de verloren dauphin,
die Lodewijk XVII zou zijn geweest,
en die in 1810 onder de naam Karl
Naundorff te Berlijn was opgedoken.
De betekenis van Louis de Bourbon lag
ook niet in zijn academische titels "Mr.
Dr.", evenmin in zijn journalistieke ac-
a"ir^e3j
tiviteiten of burgemeersterschap (Oss),
zelfs niet in zijn zeer bijzondere per
soonlijkheid, waarvan grote charme en
beminnelijkheid wel het meest kenmer
kend waren.
Neen, voor mij ligt zijn grootheid in zijn
dichterschap. Gelukkig heeft hij nog
juist de uitgave mogen meemaken van
zijn: Verzamelde Gedichten, uitgave
Orion Utrecht-Brugge.
Waar, behalve een paar regionale bla
den en het Algemeen Handelsblad, alle
Nederlandse kranten, voor zover mij
bekend, zijn bestaan en heengaan heb
ben genegeerd, stel ik het dubbel op
prijs, dat ons aller Tong Tong er, zij
het met een paar kleine foutjes, mel
ding van maakte. (Krioelden overigens
de berichten over het heengaan van
Tjalie Robinson ook niet van de "ver
gissingen".) Ja, wie zijn dan ook de
"Groten" van een land en volk?
Zijn graf is in dezelfde stad aan het
"Kalverbosje".
Hiermee dank ik u hartelijk voor de
zending tijdschriften "Tong Tong" die
ik van u mocht ontvangen.
Ook de mensen met wie ik samenwerk,
genieten van de tijdschriften.
Momenteel werk ik in het ziekenhuis
voor daklozen te Gengkareng (10 km.
van Jakarta gelegen). Hier worden de
zeer ernstige zieken gebracht die langs
de straat gevonden worden.
Dikwijls zijn ze reeds stervende als ze
binnenkomen, maar ook vaak knappen
ze weer op na wat rust en goede bij
voeding. We trachten hen dan weer
terug te sturen naar de dessa waar zij
oorspronkelijk vandaan kwamen.
Njonja Ducelle, nogmaals hartelijk
dank.
sr. Rina Ruigrok
Kramat VII-34
Jakarta
Ook U kunt helpen, met kleren, textiel
in allerlei vorm. En natuurlijk geld.
Rechtstreeks sturen naar zuster Ruig
rok "Yayasan Rosa Vernans". Bank
rekening A.B.N, nr. 21441.
NOTITIES UIT VERGEELDE PAPIEREN
Een indonesische lezer schrijft ons:
Ik heb nog een paar dingen op het hart
voor Paatje Ritman.
Ten eerste sta ik wat de plaatsing van
de stukken van Bapak Margono betreft
geheel achter Paatje Ritman.
Hoe kort geleden lijkt het, dat mis
schien vader Margono en Paatje Ritman
als kemphanen tegenover elkaar ston
den. Alleen kan ik me voorstellen, dat
beide heren niet alleen prettig zijn als
vriend, maar ook als vijand. Geen van
beiden zou zeker tot extreme dingen
overgaan om hun doel te bereiken en
beiden hebben de HORMAT voor el
kaar behouden. Eerst als vijand en
thans als vriend. En thans zijn ze zover,
dat ze eikaars grieven van toen glim
lachend kunnen aanhoren enbe
grijpen, want alles is voorbij en dus is
alles goed.
Dat over en weer er nog hele volks
stammen zijn die nog lang niet zover
zijn, daar kunnen beide Paatjes niets
aan doen en m.i. is dat altijd hun strijd
geweest.
Ten tweede heb ik al lang over Wietje
(Roswitha Djajadiningrat, schrijfster van
"Herinneringen van een een Vrijheids
strijdster", besproken in Tong Tong van
15 nov. 1974) willen schrijven met haar
herinneringen van een vrijheidsstrijder/
ster. Het zijn geen herinneringen, maar
in vergelijking met andere geschied
schrijvers staat zij ver daarboven, niet
qua stijl of wat literaire waarde betreft,
maar het is een ooggetuige-verslag op
het ogenblik, dat het één en ander ge
beurde. Dus ook bekeken en beoor
deeld met de ogen en de geest van
haar leeftijd oo het ogenblik, dat ze het
meemaakte. En niet te vergeten de
stemming van "Allons enfants de la
Patrie.die ons toen bezielde.
Juist, omdat zij practisch niets veran
derd heeft aan haar aantekeningen, kan
ik' zo levendig alles weer meemaken en
kan ik haar vreugden en verdriet be
grijpen en haar problemen volgen,
waarvan vele voor mij ook en nóg pro
blemen zijn.
Als ik over het boek van Roswitha
moest schrijven, zou ik minstens een
even groot boekdeel kunnen vullen en
nog veel dingen zouden ongezegd
moeten blijven, omdat ik niet weet, hoe
ik het duidelijk moet zeggen, zoals ik
het bedoel.
Ik heb gehoord, dat het ook in het Indo
nesisch vertaald is. "Het had niet ge
moeten", want het kan nooit zo pak
kend zijn als in de Nederlandse taal, in
welke taal de aantekeningen in het
"Schrift" neergekrabbeld zijn, in om
standigheden, die ook ik zo goed heb
gekend. Ook practisch alle figuren, die
beschreven zijn, heb ik persoonlijk ge
kend en sommigen lagen me na aan het
hart, vooral de hoofdfiguur Kolonel Dr.
Mohammad Imam. Dit dan Paatje Rit
man, een klein deel van hetgeen ik over
het boek van Roswitha te zeggen heb.
M.S.
10