PASAR MALAM AMSTERDAM 1975 PASAR MALAM AMSTERDAM 1975 dit jaar sfeervoller en feestelijker dan ooit in de gezellige Noord- en Oosthal van het RAI-gebouw. met een keur van artiesten, Sandra Andres, Spooky Sue, Conny Vink het Trio Wim Jong bloed, Lee Jackson her Soul Dancers, Mr. Sil- vertone Steelband Show met limbo-dancer en vuurvreter, krontjongorkest Samudera, kront jongorkest Sinar Surya, The Guyana's uit Suri name, karate-demonstraties, modeshows en nog veel meer. Voor de kinderen "PRETFESTIVAL" met Kluk-Kluk zijn van de aanwezige. en op dagen, die iedereen goed uitkomen: VAN DONDERDAG 8 MEI (HEMELVAARTSDAG!) TOT EN MET ZONDAG 11 MEI van 12 tot 24 uur (zaterdag tot 1 uur 's nachts) toegang 4,65-plussers en kind. tot 12 jaar f 1,50 tot ziens op de Voordelige Trein-Toegang-biljetten bij vele N.S. stations verkrijgbaar. INLICHTINGEN EN FOLDER OP AANVRAGE BIJ Secretariaat Pasar Malam Amsterdam, Zandvoorterweg 78 Aerdenhout Telefoon 023-24 52 70. Vervolg "Soekaboemi" iets om je mateloos over op te winden, ware het niet dat een correspondent van "Het Nieuws van de Dag" hierbij een enorme blunder maakte en daarna in de clinch ging met de redactie van de "Java Post", een Soekaboemisch weekblad. De betreffende correspon dent, een zekere N., had een kennis gevraagd hem verslag te doen van de lezing. Hijzelf had geen tijd (of lust) om de avond bij te wonen. Wel, de lezing werd die avond afgelast, maar de ken nis belde wel een verslagje door. En prompt de volgende dag stond dat ver slag van professor Huizinga's NIET ge houden lezing in "Het Nieuws van de Dag". In Soekaboemi ging een home risch gelach op. En de Soekaboemische "Java Post" gaf een honend commen taar op dat "helderziend" verslag, waar op N. een week later in 'n nog al dwaas aandoende tegen-aanval de schuld van zijn flater in de schoenen van andere redacties en van de "Kunstkring" trachtte te schuiven "omdat hij geen bericht had ontvangen van de afgelas ting en uit andere bladen de volgende dag te laat vernomen had, dat prof. Huizinga geen lezing 'had gehouden". Zijn eigen hoofdredactie - van "Het Nieuws van de Dag" - toonde inmid dels betere smaak en good sports door dit korte berichtje over deze affaire op te nemen: "Java Post Soekaboemi, dank voor toezending (van Uw com mentaar); Inderdaad een kras staaltje van helderziendheid". Dit laatste woord brengt mij op een paar spookgeschiedenissen die zich in Soekaboemi afspeelden. Soekaboemi had, zoals ieder zichzelf respecterend stadje, ook een zonder ling, een oude Indo - een wat tragische figuur - die droomverloren langs de schaduwrijke lanen en wegen doolde. Als wij straatslijpertjes hem ontmoet ten, had meneer Iks - zo zal ik hem maar noemen - altijd wat lekkers voor ons dat we gretig aanvaardden en op peuzelden terwijl wij naar zijn verhalen luisterden. Zo zwierven wij eens met hem op een late namiddag langs de Tjikoleweg, richting Kadasterweg, waar mijn vader het nieuwe raadhuis in aan bouw had. Wij kouwden op zojuist ge kregen salaks terwijl Pa Iks geweldige spookverhalen vertelde. Tot hij ineens midden in een zin zweeg en stokstijf bleef staan, turend naar het dakge raamte van het raadhuis, dat donker afstak tegen de verkleurende avond hemel. Si Iks had een geest gezien op het dak van het bouwsel en stevende nu onvervaard met grote passen op het bouwterrein af. Wij loerden hem na, veilig vanachter een pagger waar we voor de zekerheid dekking hadden ge zocht, onze kattepil schotklaar (eigen lijk waarom? Je schiet dwars door een geest immers). Si Iks intussen beende het erf op en schudde de dommelende djaga wakker. De brave nachtwacht verbleekte bij het vernemen van de aanwezigheid van een spook en snelde naar mas oppas die in een bouwkeet dromerig koppi toebroek slurpte. De kloeke politieman verliet na het aanhoren van het huiveringwekkende relaas van de djaga ijlings het terrein op zoek naar z'n vriend de mandoer van het karwei. Enfin, de volgende dag lag het werk plat en de gemeente kon een geweldige slametan aanrichten voor allen, die ook maar iets met het werk te maken hadden. Om de geest gunstig te stemmen. Het was een ple zierig dagje met lekker eten op een passend versierd erf onder de waar dige leiding van een hadji, die op het hoogtepunt van de dag met zijn helpers een sapi slachtte en de kop van het beest met veel plechtigheid en doepa en bloemen begroef in het front van het raadhuis. Wij stonden overal met onze neus er bovenop en smulden ook mee. Tenslotte was die slametan ook voor ons nietwaar? Wij hadden het spook het eerst gezien toch, met Pa Iks. Als een wolk larons golfde de naam Boekebinder door Soekaboemi. Alom dansten de dames naarstig met tafels, werden geesten opgeroepen en voer den kruishoutjes rondedansen uit. Bou doirs lagen vol met vellen papier, be dekt met hanepotig lettergekrabbel waar niemand iets en iedereen alles uit opmaakte. De heer Boekebinder, ver maard spiritist uit Bandoeng bezocht onze kota en won de gunst van Soeka- boemi's vrouwelijke "opgezetenen". De heren intussen verhaalden hun schade (derving van levensvreugde) in de soos Soekamana, die hoogtijdagen beleefde. De kletstafel was geen uur onbezet. In tussen gingen de spiritistische seances als een lopend vuurtje door Soekaboe mi. Zo gaf de heer Boekebinder onder andere een demonstratie ten huize van onze buurvrouw - op de Wilhelminaweg - de oude mevrouw Grondijs, waar hij het damesgezelschap de stuipen op het lijf joeg door een compleet gees- tenheir op te roepen, dat als een be zetene klopte in de spenkast, op aller lei deuren en op de loteng. Uw dienaar zat met zijn kornuiten eerste rang in een grote ramboetanboom op ons erf, de rangrangs trotserend en gespannen turend in de galerij van onze buur vrouw. Intussen verrichtte Boekebinder die middag een opzienbarend staaltje. Vanuit de wereld van het ongeziene kreeg hij het bericht door van de dood van een jong employé op een van de ondernemingen in de omgeving van Soekaboemi. Een bericht, dat pas en kele uren later vanuit die onderneming de stad bereikte en nogal wat opschud ding veroorzaakte. En voor Boekebin der tevens een bevestiging was. Ajo, drink je glas leeg Soekaboeme- laar en laten we opkrassen, 't Is al donker en je kunt nooit weten J.M.K. 12

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1975 | | pagina 12