Twee talen \|y^£
hotel .ardjoena'
ADOE DJANGKRIK
Dialect mag nu in Nederland. Er is een rage aan de gang voor het
verzamelen en op schrift stellen van de talrijke dialecten die dit kleine
landje rijk is. Het zijn er meer dan U denkt!
Een kind dat dialect praat op school, mag zelfs niet al te snel gedwongen
worden over te stappen op Algemeen Beschaafd. Langzaamaan wennen
aan die andere tongval, dan komen er geen frustraties, aldus het On
derwijs. Ja, ja, waar je tegenwoordig al geen frustraties van oploopt I
Wij vroeger, konden wel tegen een stootje, ons keurige Nederlands is
er in "ge-djitak" (okki geven, op z'n Hollands!) maar ook komt die
makkelijke overstap omdat wij - velen van ons, zal ik maar zeggen, om
niet op lange tenen te trappen - niet alleen 2-talig konden spreken, maar
ook 2-talig konden denken.
In Tjalie's voorwoord van "Ik en Bentiet" legt hij dit uitvoerig uit. Om
tot een bepaalde verstandhouding te komen, veranderde men zijn spreek
wijze tot de aangesprokene. Wie met de kleine man te maken had, sprak
hem toe in zijn taal. Wie in zuiver Nederlandse "beschaafde" kringen
verkeerde, bediende zich van het van hem verwachte zuivere Neder
lands. Deze instinctief aangevoelde buigzaamheid is karakteristiek voor
de mens die met meer dan een cultuur leeft. Dus van een dubbele
beschaving.
Maar wat gebeurde er door deze "twee-taligheid"? De zinsbouw, de
woordkeuze, de intonatie veranderde vaak en meteen ook de boodschap
zelf. Onbelangrijk in gewoon Nederlands, werd wèl belangrijk, gewichtig,
maar soms ook grappig, spannend, belangwekkend. En omgekeerd. De
intonatie van het Indisch of het petjo (let wel, twee verschillende taal
vormen!) was vaak de oorzaak van die verandering. Oordeelt U zelf
eens bij de korte schetsjes van Aart Hienekamp (Nederlander) en Si Aart
(Nederlander èn Indische jongen).
De verhaaltjes van Thijs Hazekamp zijn zuiver petjo. Ja, de Bentiets
zijn nog in leven gelukkig. We hopen meer van Hazekamp en van
anderen dergelijke stukjes te kunnen plaatsen I
WAAR GEBEURD
Als opziener bij de RWD te Merauke,
in voormalig Ned. Nieuw Guinea, zon
der een speciale werkindeling, maar
vrij gehouden voor werkzaamheden in
de binnenlanden, zat ik dus vrij vaak
in die vrijwel onbewoonde streken,
midden in wildernis daar. Zo kon het
gebeuren, dat ik eens, met een man of
8, per boot naar de bovenloop van de
Maro-rivier moest gaan voor een op
dracht. Na een dag of twee varen kwa
men we voorbij een kleine nederzetting
van de bevolking aldaar, waar we ge
roepen werden, om te helpen. Wat was
het geval?
Alle jonge mannen waren het dorp uit,
voor de jacht, of bezig met het maken
van een prauw, elders. Zo bleven er
alleen de vrouwen, kinderen en de
oudjes over. Nu bleek er, midden in
het dorp, ergens onder een opberg
plaats voor brandhout een vrij grote
python-slang te zitten. Of wij die wilden
opruimen, daar zij er zelf niet erg op
gebrand waren dergelijke visite te ont
vangen, gezien de kinderen en honden.
Met ons allen aan land gekomen wer
den de strijdkrachten verdeeld en ge
wapend met stokken, was het dan ook
zo bekeken. Hoewel het bijgeloof wil,
dat, als er een slang wordt gedoodt, on
herroepelijk de tweede moet komen
opdraven. Maar dan zouden intussen
naar wij hoopten, wel de mannen zijn
thuisgekomen. Dus gingen we weer
aan boord en ging de tocht verder.
A. Hienekamp
ZELFDE VERHAAL, EH-HEBEUR
Vroeger ja lui, toen ik nog in Nieuw
Guinea werkte, bij de RWD. mijn pang-
kat is opziener en mijn werk, de mees
te tijd ik moet de utan in. Zo, op een
keer, ook zo, ik moet met 8 Papua's
met de boot naar boven, de kali-Maro
op. Wij varen al een paar dagen, ister
een kleine kampong, waar de vrouwen
ze zitten te gillen tegen ons. Ze vragen
ons hulp, omdat de mannen al weg uit
de kampong voor jagen, of ze gaan een
prauw maken, in de utan. Sisahnja,
alleen de vrouwen, kinderen en de oud
jes, jang kan niet meer mee op jacht.
En wat denk jeister een grote
ular patolla in de dapur, midden in de
kampong, onder de kolong van hun
brandhout-opslagplaats. Maar ze zijn
bang, tentu, sebab ister veel kleine
kinderen en honden enzo. Dus wij gaan
deraf van de boot en allemaal pakken
een stok en usir dat beest, tot hij komt
eruit en gewoon ge-pentung, tot dood.
Maar ja, katanja, als je maak dood een
slang, gegarandeerd, die andere hij
komt. Maar we kunnen toch niet wach
ten, tot die andere hij zoekt zijn vrouw-
Op een dag, al mahrip ik loop bij Koen-
djaranplein. Op de hras ik siet iemand
haat soeken iets. Ik haat kijken hij soek
wat, djebol si Pong hij haat soeken
djangkrih.
Ik seh: "Pong, kajah opo donker-don-
ker jij haat soeken djankrih."
Dan Pong hij seh: "Als soeken djang
krih beter soon tijd. Overdah je ken niet
horen ngerihnja, alleen safens hij haat
ngerih".
"Pas efentjes ik fin al drie en een hrote
djaliteng. Traks tuis tah kasi een hrote
lombok njang hoet pedes en dan mor-
hen tah adoe tehen die djaliteng fan
Tjen."
Omdat ik gout niet van adoe djangkrih
ik haat maar weer ferder.
Thijs Hazekamp
FLIEHEREN FOOR NEKS
In de verkantie ik en Pang wij lopen in
Meritjan. Niks tè doen. Pas smorhens
tien ier. Wintja hoet foor lajangan, maar
flieherenja ndah poenjah en dompetnja
als altijd leeh.
Ook si Pang hij heb heen flieher.
Tot wij sien in de luh twee fliehers so
te sien willen haan hlasen.
Een blauwe en een hele. Njang heel
een beetje sinting maar hij branie. Op
eens hij njèroh endel, de blauwe
lap.
Wij rennen, maar omdat wintnja sterk
hij fal fer en wij al mengè mengè. So
te sien hij fal dicht bij Lampersarie en
si Pang pas siek hewees, dus wagten
maar tot nog een lap.
Opeens kom weer een nieuwe djago.
Dese met strepen en hij daag uit njang
heel. Nog niet wat wat, njang heel al
lap en wij weer rennen. Wintjna nu niet
meer sterk en dese fal niet fer. Pang
hij spring en hij roep: "W I S I" Ik direk
soeken blindrong foor benangja. Be-
nangnja feel en hoet hlastouw net tjoe-
koep voor ons.
Eerst wij haan een beetje oeloh fIie-
hernja laatmaar niet sinting en dan
tingal oplaten maar.
Leuke dag dese.
Thijs Hazekamp
LOGEREN IN DEN HAAG?
Natuurlijk bij
voorheeen Java-Hotel, Batavia
Directie Mevr. A. M. van Dijk-de Lange.
Moderne kamers, prima service, prettige
sfeer. Iedere kamer EIGEN douche-cel. In
iedere kamer warm en koud stromend water.
Vanaf f 30,p.p.p.dag.
Groot Hertoginnelaan 205. Tel. 070 - 39 03 24
tje? Dus wij zeggen tegen de mensen
djaga maar, tot jullie mannen terug
komen uit de utan, maar wij moeten
verder, bukan? Nou ja, eerst een
beetje makan en toen moeten we ver
der varen.
Si Aart
15