f. V
Indonesië in opkomst
V.' "j.
Ify-j - I 4V
KIMM Indische spekkoek
Indonesië
in opkomst
Haar Dienstvoorschriften door de Com
mandant Zeemacht bij Beschikking
vastgesteld, haar samenwerking met de
Koninklijke Marine, haar nauwe be
trokkenheid bij het openleggen van de
"Koloniën", haar politiële fèak ter
Zee, de deelname aan militaire expe
dities en bovenal de "overlevering
gaven de vloot én haar opvarenden
een disciplinair/militair karakter.
DE TWEEDE WERELDOORLOG.
Het Koninklijk Besluit (1926/1929) met
betrekking tot de militairisatie van de
Gouvernements-Marine ten tijde van
spanning en/of oorlog, de militarisatie-
cursussen, de vlootoefeningen waaraan
de G.M.-schepen deelnamen en de uit
eindelijke militarisatie op 2 september
1939 waarbij de schepen onder opera
tioneel bevel van de Commandant der
Zeemacht in Ned.-lndië kwamen, het
praedicaat "Hr. Ms" kregen, in oorlogs
kleuren werden geschilderd en de oor
logswimpel moesten voeren, het per
soneel onder de krijgstucht kwam te
staan, dit alles gaf de Gouvernements-
Marine wederom een militair karakter,
althansdat zouden U en ik toch
denken nietwaar?
Edochmet de landingen van de
Japanners, 28 februari '42, op Java,
werd de Gouvernements-Marine op 1
maart 1942 "gedemilitariseerd".
Het heette "om hen te vrijwaren van
krijgsgevangenschap"! TOCH werd
ons op 1 maart 1942 ten 9.00 opge
dragen onze schepen te vernietigen!
Té zeer in het militair gedoe opge
groeid werd die opdracht, zonder ge
mor, doeltreffend uitgevoerd.
Eerst later vroegen wij ons af
maakte die daad ons "franc-tireurs?"
Gelukkig vielen, op Java althans, wij
niet allen direct in handen van de Jap
pen en zagen zij die daad over het
hoofd.
Anders was dat voor hen in de buiten
gewesten. Helaas. Het demilitarisatie-
bevel op 1 maart '42 kwam op een
moment dat de communicatie met me
nige buitenpost was verbroken. Zo ge
beurde het dat collega Hans Fuhri,
bevelvoerend Officier op Hr. Ms. "An
na", zijn schip tot zinken bracht op het
moment dat de Jappen te Manokwari
landden. Ondanks zijn herhaald be
roep op zijn "militaire status" en het
verdrag van Genève (regeling krijgs
gevangenen), werd Fuhri na dagen mar
teling op gruwelijke wijze vermoord.
Ook in Amboina werd door de Jappen
danig huisgehouden. Het was dank zij
de Ambonse bevolking dat onze men
sen nog levend uit die hel kwamen.
DE VREDE?
Tijdens de 2de wereldoorlog waren in
Australia door de uitgeweken Lt. Gou
verneur-Generaal Van Mook en de Ma
rine leiding, plannen ontworpen om na
de val van de Japanners, een z.g.
"Federale Schependienst" uit de grond
te stampen. E.e.a. passende in hun idee
van de "Federale Staten van Indone
sia", de R.I.S.!
Wat er van de Gouvernements-Marine
over zou zijn zou in dié Dienst worden
overgebracht. Het was gewoon een uit
gemaakte zaak dat voor de G.M. bij
de Koninklijke Marine geen plaats
meer was.
Direct na de bevrijding van Nederland
begon men maar alvast met het aan
trekken van Nautisch en Technisch
personeel. Immers, zo redeneerde men
in Australia, zou na jarenlange bezet
ting het G.M.-personeel niet in staat
wezen naar behoren dienst te doen!
Een volkomen miscalculatie. Met de
val van Japan, ontbraken alleen de
schépen doch 80% van het personeel
was WEL in staat dienst te doen.
En daar zaten wij dan. GEEN, dan wel
onvoldoende plaatsingsmogelijkheden,
maar wèl 80% oud-personeel PLUS uit
gezonden krachten.
Eén schip, de "Zuiderkruis", had de
oorlog overleefd. Twee G.M.-schepen
die door de Japanners waren gelicht en
in de vaart gebracht, een paar "buit
gemaakte" Japanse schepen, later aan
gevuld met Amerikaanse landingsvaar
tuigen, deed ons uiteindelijk weer over
wat varend materiaal beschikken.
De oude garde liet zich niet onbetuigd.
De schouders werden onder het enor
me karwei van de wederopbouw gezet.
Dat pad ging zeker niet over rozen. De
jarenlange haatcampagne jegens de
Nederlanders, de voortijdige uitroeping
van de Fiepubliek Indonesia en de com
municatie-moeilijkheden stelden ons
vaak voor schier onoverkomelijke pro
blemen.
Naast het in de vaart brengen van de
schepen zag men G.M. Officieren in
vallen in de vele openstaande posten
op het Hoofdkantoor van de Scheep
vaart, als Havenmeesters, invallen voor
loodsdiensten, sleepdiensten verrich-
iï
Stort 12,50 op giro 158225 en
U ontvangt een spekkoek van ca.
500 gram, in speciale verpakking,
franco thuis.
"KIMM", Joh. Verhulststraat 98,
Amsterdam-Z. Tel. 020-72 84 61
Prijs 79,50 plus porto 3,75
(3 termijnen mogelijk!)
ten bij het slepen van baggermateriaal
om de voornaamste havens weer voor
de scheepvaart, toegankelijk te maken,
optreden als adviseur bij het militaire
gezagsapparaat en bij het Ministerie
van Verkeer en Waterstaat. Toen India
zijn luchtruim voor Nederlandse vlieg
tuigen sloot om zodoende de luchtver-
binding Nederland-lndië te blokkeren
was het de Gouvernements-Marine die
"gewoon" voor een weerschip met G.
M.-bemanning zorgde. Midden in de
Indische Oceaan, om zodoende - in sa
menwerking met de Meteorologische
en Rijksluchtvaart Dienst - de K.L.M.
de voor haar onmisbare weer- en po-
sitie-gegevens te verstrekken bij haar
3000 mijl lange "luchtsprong" over de
Oceaan, van Mauritius naar Batavia.
Voorwaar een Korps dat niet voor niets
in zijn devies had staan: "ALLES KAN"
STRUBBELINGEN
Als vanzelfsprekend was ook na de
oorlog de dienstleiding in handen ko
men te liggen van actief dienende Ma
rine Officieren.
Helaas werd in 1947 die leiding aan
"buitenstaanders" overgedragen met
als Hoofd een Directeur vande
Koninklijke Paketvaart Maatschappij
Als Onderhoofd een1ste stuurman
van de Java China Japan lijn. Een zeer
merkwaardige situatie. Goed voor de
K.P.M. en J.C.J.L.?
Wrevel en onbehagen ging over het
personeel van de Gouvernements-Ma
rine. Zij lieten hun misnoegen duidelijk
blijken. Het gaf geharrewar.
Desondanks volvoerden zij hun taak
als voorheen. Zelfs méér dan dat. Hun
plichten lieten zij praevaleren boven
hun rechten, rechten waarvoor zij ech
ter bléven strijden tot vér na de "over
dracht".
EINDE.
Met de politionele acties ontstond ver
dere onrust en onbehagen onder het
Europees personeel van de Gouver
nements-Marine. De militaire status was
hen ontzegd, maar deelname aan "mi
litaire acties" werd hen zonder blikken
of blozen zonder meer "opgedragen".
Een uittocht zette in. Het in de vaart
houden van de schepen werd steeds
moeilijker.
Toen nog na de "overdracht" de rege
ring van de Republiek Indonesia mili
taire acties ging voeren op Sumatra,
Celebes, en in de Molukken, met sche
pen waarop G.M. Officieren dienst de-
(lees verder volgende pag., 3e kolom)