EEN NAGEDACHTENIS <^L)iëng-plat eau BOEKBESPREKING Velen hebben Tjalie's heengaan een jaar geleden herdacht. Ons huis stond vol bloemen, er waren kaarten, brieven en vele andere bewijzen van 'denken aan vorig jaar'. Van hieruit dank ik allen voor deze nagedachtenis, ik weet dat we op die dag heel dicht bij elkaar zijn geweest. Niet droevig of terneer geslagen, maar met de blijmoedigheid en moed die altijd de kenmerken zijn geweest van Tong Tong. Een waardevolle brief van Gita Kirtti (Giki) uit Surabaya neem ik hier over, mede een gedicht van Willem Brandt dat hij voor mij maakte uit waardering voor de "Piekerans van een voorplaat" die hem waren toegezonden. "Alvorens ons aan dit schrijven te zetten, hebben wij een minuut stilte betracht en de nagedachtenis geëerd van een groot mens, aan wie trouwens dit epistel in het geheel is gewijd. Tjalie heeft gelogenstraft, dat "niets op deze wereld blijvend is"; integen deel, hetgeen Tjalie bij zijn leven tot stand heeft gebracht, ZIJN TONG TONG, zijn boekwerken, zijn charita tieve fondsen, zijn naar menselijke maatstaven vergankelijk, doch in we zen, gelijk zijn geest, onvergankelijk. Met heden Tjalie's nagedachtenis te eren, brengen wij mede een SALUUT aan jou, lieve Lilian, aan je trouwe stafmensen, medewerkers/sters en niet te vergeten de grote TONG TONG familie en enorme schaar vrienden, overal ter wereld, die gezamenlijk en met vereende kracht, maar bovenal dank zij die onvergankelijke "Poekoel Teroes geest" van Tjalie, het eerste jaar zonder Tjalie met succes hebben doorgeworsteld. Houden zo, juist ter ere en om wille van Tjalie, die nog steeds rondom ons waart en eeuwig in ons midden zal zijn. Op deze dag en uit het verre zonnige land, waaraan Tjalie zijn hart heeft verpand, wensen wij jou en de jouwen alle sterkte en alle vertrouwen in HEM toe en verblijven wij met warme groe ten, Het bestuur G.I.K.I. Bert Horst Joop Soetjahjo Lien Bierhuis Dick Palmen Joseph Davids Daan Johosua Wim Kandouw Voor Lilian Ducelle Giftige damp over verziekte aarde, sissende hel de fel ontstoken wond van onverhoedse kraters, woest en heet; vrees en vernietiging waren hier rond. Maar zeer nabij het diepe zilvren water van 't Spiegelmeer als een groot kinderoog weerspiegelend helderrein en onaantastbaar het pauwblauw van de hoge hemelboog. Accaciabomen wuiven op het groen van een rotsachtig eiland; in de Grot van Overpeinzing murmelt eeuwenlang een diepverborgen bron als fluistert God. Een eenzaam man, zwijgend en vastend, bidt ■om kracht en wijsheid, en het Spiegelmeer vangt schoonheid op; vergeefs en machteloos slaat ginds het rauw geweld van lava neer. April 1975 Willem Brandt PLUIZEN OP DE HAND VAN GOD 30 jaar na de beëindiging der krijgsver richtingen in de Pacific tegen het Ja panse Keizerrijk verschijnt "Pluizen op de hand van God." Na Vic de Bruyn's "Jungle Pimpernel" en sergeant Kokkeling's "Wij vochten in het bos", beide de succesvol ge voerde guerilla beschrijvend in de bin nenlanden van het voormalige Neder lands Nieuw-Guinea, verschijnt dit boek. Te laat? Niet meer actueel? Wij leven wel in een razend snel tempo! Neen. Ten eerste geldt nog steeds het gezegde: Beter laat dan nooit en ten tweede niet, omdat de kennis van de gemiddelde Nederlander over zaken het oude Nederlands Indië betreffende 2 Nederlanders, 8 Ambonnezen, 1 Alfoer, 11 Javanen, 2 Timorrezen 1 Makassaar, 5 Menadonezen, 1 Boeginees Zij stonden onder kommando van de onverzettelijke Jan Sterk, Hoofdinspec teur en Detachementskommandant Ge wapende Politie in Bengkalis, een ge boren Leider. 31 MANNEN trokken weg om strijd te voeren. Niet alleen tegen de Jap, maar ook tegen ziekten, honger, het klimaat, tropische slagregens, zengende hitte. Zij zochten de vijand op en bevochten hem. Bij dag en bij nacht. En zij troffen hem. Hard, heel hard. Maar niet zonder zelf vreselijke ver liezen te lijden. Die niet konden worden goedgemaakt. 31 MANNEN trokken weg. 26 vielen, brachten het offer van hun jonge leven; vijf waaronder Jan Sterk kwamen terug. 40 maanden lang hadden zij kans ge zien buiten de terreurkampen te blijven. Toen Jan Sterk zich na de Japanse kapitulatie bij zijn chef meldde, kreeg hij van deze te horen: "Sterk, je moet het kamp in. De Japanners blijven be last met de bewaking, om ons te be schermenPrintah van Hogerhand, van Batavia!" Diezelfde Jap, die hij met inzet van zijn leven en dat van zijn volgelingen had bestreden! Wat moet er toen in Jan Sterk zijn omgegaan? "Pluizen op de hand van God" door G. H. Ezendam is uitstekend geschre ven en mag in geen enkele boekenkast ontbreken. G. H. Bartman Prijs 29,50. Porto 3,25 verbluffend gering is. Oud-leden van het eens roemruchte corps Atjeh marechaussee, later in Bengkalis (oost-Sumatra) ingedeeld bij de gewapende politie, besluiten niet voor de Japanners te kapituleren heeft het Koninklijk Nederlands-In dische Leger ALS EENHEID opgehou den te bestaanmaar de haast on toegankelijke wouden van Sumatra in te trekken, om van daaruit de strijd tegen de Japanse usurpator voort te zetten. 31 MANNEN. Door de rimboe geharde kerels; uitmuntende schutters. HERINNERINGEN AAN DRIE TIJDPERKEN Van het in 1970 bij Gé Nabrink te Am sterdam verschenen boek van Margo- no Djojohadikusumo - onze lezers wel bekend - onder bovenstaande titel is thans een Engelse vertaling versche nen bij P. T. Indira te Jakarta. Een klein dochter van de schrijver, die om haar studie te voltooien enige tijd in Neder land verblijft bracht ons een exemplaar van die vertaling. Een attentie die wij zeer waarderen! Deze memoires, in het Nederlands geschreven, verschenen al lereerst in Indonesia Raya in het Indo nesisch, maar er komt nu een nieuwe vertaling in de landstaal daar de eerste wat stroef loopt. De Engelse vertaling is van de hand van Soemarno Sosro- hardjono. Het enige verschil met de Nederlandse uitgave is, dat de Engelse is uitgebreid met een kort verslag van een discussie over het boek in de Universiteit van Michigan, waar me vrouw Sukartini Djojohadikusumo- Si li- tonga het boek inleidde.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1975 | | pagina 5