PIEKERANS bij een VOORPLAAT KIMM Indische spekkoek MULTATULI EN INDONESIË DR. H. R. VAN HEEKEREN t Wij noemden hem "de loper" of "de wandelaar". Want vrijwel iedere dag liep hij van de bovenstad naar de be nedenstad, in Jakarta. Hij keerde dan meestal aan in onze woning op Tanah Abang, waar Tjalie en de zijnen onder dak hadden in het huis, waarin de Nieuwsgier geboren werd. Tjalie was redacteur van dat blad en zat meestal te broeden over een nieuwe Piekeran, maar was hij er niet, geen nood: er was altijd wel iemand, die hem het glaasje water kon inschenken dat hij bij die gelegenheden bijzonder op prijs stelde. Maar het liefst praatte hij met Tjalie. Tjalie en de zijnen vertrokken zo rond 1952 naar Negri koud, om daar een nieuw leven, De Brug en later Tong Tong te beginnen. Wij verloren de een zame wandelaar uit het oog. En nu moeten wij in "Ons Erfdeel" lezen, dat hij is overleden. In dat blad wijdt Ge rard Termorshuizen - die ook nog eens de plechtige verstrooiing van Tjalie's as memoreert - de volgende waarde rende woorden aan de wandelaar: "Met het overlijden van Hendrik Robert van Heekeren, begin september 1974, leed de pre-historische archeologie van Indonesië een groot verlies. Deze om zijn wetenschappelijke èn menselijke kwaliteiten zo eminente figuur kreeg in oktober 1970 als eerste Nederlander een eredoktoraat aangeboden van de Universitas Indonesia in Jakarta. Het werk van Van Heekeren is van grote betekenis geweest voor de ontwikke ling van de archeologie van en in Indo nesië. Deze omstreeks 1930 als amateur be gonnen archeoloog - hij was planter - werd na de oorlog verbonden aan de Oudheidkundige Dienst in Jakarta. In 1956 moest hij terugkeren naar Neder land. Zijn bekendste publikaties zijn The stone-age of Indonesia en The bronze-age of Indonesia. Hij leidde of vergezelde talrijke expedities, in en buiten Indonesië. Nog in 1970 - al 68 jaar oud - leidde hij een Indonesische expeditie naar Sulawesi (Celebes) waar hij al veel eerder belangrijke ontdek kingen had gedaan. Hij stelde zich tot ideaal jonge Indone sische archeologen zo op te leiden, dat zij zijn werk konden overnemen en voortzetten. Hij is daar in de meest praktische zin mee bezig geweest tot de dood hem wegnam. IJAÜE hOBÈNSO moessQn Stort 12,50 op giro 158225 en U ontvangt een spekkoek van ca. 500 gram, in speciale verpakking, franco thuis. "KIMM", Joh. Verhulststraat 98, Amsterdam-Z. Tel. 020-72 84 61 De beste overpeinzingen, filoso- fiëen die Tjalie in de loop van zijn Nederlandse jaren opschreef. Geïnspireerd door de mooiste foto's hem door vrienden en lezers gezonden. Een boek ter herinnering aan de goede dingen die nooit voorbij gaan. Maar misschien wel ver geten worden. "De mooiste monumenten zijn toch maar diegene, die een mens zelf opricht zonder ze als zodanig voor zichzelf te bedoelen, maar waarin anderen die mens her kennen en kunnen blijven lief hebben". Bert Garthoff Voorlopige prijs 18,90 porto f 3,25 JULIEN FOORMAN Van de Heer A. J. M. Möller, die ge gevens verzamelt over de jazz in Indië en over wiens werk wij al eerder in Tong Tong schreven ontvingen wij het volgende bericht: "Ik meen er veel lezers van Tong Tong een plezier mee te doen met hun het laatste nieuws te vertellen over de destijds zo befaamde bandleider Julien Foorman, aan wie' zeer veel lezers de prettigste herinneringen zullen hebben. Door mijn jazz-hobby ben ik n.l. in con tact gekomen met een Engelsman, planter in Kemaman, Trengganu, Ma laysia die eveneens een groot jazz liefhebber is en zich vooral interesseert voor de geschiedenis van de bands in de Far East vóór de oorlog. Kortge leden ontving ik van hem de volgende informatie: "Zijn naam werd mij als informatie bron gegeven door Dan Hopkins (bandleider van het Raffles Hotel in Singapore). Foorman was na de Japanse capitulatie in Singapore en opende in de vijftiger jaren een muziekhandel in Johore Baru. Men veronderstelde dat hij daar in 1970 nog woonde, maar hoewel ik zijn adres kreeg, bleven brieven aan hem onbeantwoord." Zouden lezers, die iets naders over Foorman mochten weten, dit aan de Heer Möller (Meerakkers 9, Goirle (N.B.) willen schrijven? In "Ons Erfdeel" lezen wij de volgende aantekening van Gerard Termorshuizen te Jakarta: Multatuli, Max Havelaar en Indonesië, een onderwerp dat zich in allerlei op zichten leent voor een afzonderlijk ar tikel dat over enkele maanden wel ge schreven zal worden. De bewering dat de Max Havelaar alleen nog maar een literair boek is, immers de (politieke) tendens zou niet langer gelding hebben, gaat voor Indonesië hoe dan ook niet op. Ik zou bijna willen zeggen: men koopt hier de Max Havelaar niét om het mooie jurkje, maar om het kind. Ik kom hier wel op terug. Het is in ieder geval zo, dat de tweede druk van de vertaling in het Indonesisch bij na uitverkocht is en dat een school editie (verzorgd door H. B. Jassin en Gerard Termorshuizen) van 10.000 ex emplaren in december 1974 zal ver schijnen (uitgeverij Djambatan). In de cember verschijnt ook een bloemlezing uit het andere werk van Multatuli (ver taler Asrul Sani, bloemlezer Gerard Termorshuizen, uitgever Pustaka Jaya). In het Erasmushuis zal een avond voor deze twee nieuwe uitgaven worden uitgetrokken. In oktober 1974 kreeg de bekende Indonesische schilder en graficus Baharudin een overzichttentoonstel ling in Taman Ismael Mazurki, het cultureel centrum van Jakarta. Niet minder dan zeven olieverfschilderijen van deze kunstenaar zijn gewijd aan het „thema" Saidjah en Adinda. Het zelfde T.I.M. liet de 17e augustus - de nationale feestdag - voorafgaan door liefst twee toneeluitvoeringen van Sai djah en Adinda, waarvan er een werd geregisseerd door de Belg Tone Brulin die daarvoor met zijn Maleisische groep uit Penang kwam overgevlogen. Een zeer moderne conceptie, een ui terst boeiend spektakel. En dan nu de voorbereidingen voor de film „Max Havelaar-Saidjah en Adinda", een samenwerkingsproject tussen Fons Rademakers' Produktie N.V. en de pas opgerichte Indonesische filmproductie maatschappij Mondial Motion Pictures met als belangrijkste man Hiswara Dar- maputera. Het grote werk, het filmen zal pas in 1975 beginnen.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1975 | | pagina 9