De Ouders van de Pandawa Lima KIMM Indische spekkoek Vele eeuwen voor het begin van de westerse jaartelling heerste een wijze priestervorst over het rijke en wel varende land Astina. Deze koning - Abiasa was zijn naam - had drie zonen, Drestarata, Widura en Pandudewanata, de jongste telg. Nu was Drestarata blind en Widura kreupel, zodat de Raad der Ouden besloot om Pandu tot troonopvolger te benoemen. Toen Pan du zijn vader opvolgde als koning van het rijk Astina, was hij gehuwd met Dewi Kunti, dochter van vorst Kunti- bodja van Mandura), zijn eerste, en met Dewi Madrim, zijn tweede gemalin. Dewi Kunti nu was de moeder van Yudistira, Arjuna en Bima, terwijl Dewi Madrim Koning Pandu de tweeling Nakula en Sahadewa schonk. In de wajanggeschiedenis treden deze laat ste twee broeders weinig op de voor grond. Zij fungeren als secretarissen van de Pandawa. Dit illustere vijftal zal de geschiedenis ingaan als de Pandawa Lima, de roemruchte Prinsen uit het geslacht der Pandawa, die door de Goden werden belast met de strijd tegen de Daemon. Alhoewel Vost Pandu beschouwd wordt als de vader van de vijf Pandawa, mag de verwekking van zijn kinderen op zijn minst problematisch genoemd wor den. Er rustte op vorst Pandu namelijk een vloek. Eens, toen hij met zijn ho velingen op jacht was, trof hem het ongeluk dat hij een hertenpaar tijdens de vereniging doodde. Ernstiger misdrijf dan het leven te ont nemen aan wezens op het ogenblik van hun intiemste samenzijn is nauwe lijks denkbaar. Bovendien waren de herten twee Dewa, hemelingen, die in deze gestalte een boetedoening vol brachten. En, alhoewel de twee Dewa bij de dood van hun aardse levensvorm verlost werden en weer naar het hemel rijk mochten terugkeren, sprak een goddelijke stem de vloek over Pandu uit. Hij zou in de lichamelijke vereniging met zijn gemalinnen onmiddellijk de dood vinden. Ernstig bezorgd over het voortbestaan van het geslacht der Pandawa deelde Pandu aan Dewi Kunti mede wat hem was overkomen. Kunti stelde hem ech ter gerust: zij beschikte over een mantra - een wonderspreuk - waarmee zij zich gemeenschap met de Goden kon verwerven. En aldus geschiedde. Zo schonk Dewi Kunti haar gemaal drie zonen; Yudistira met als Godde lijke vader Batara Dharma, God der rechtvaardigheid; Arjuna die Batara In- dra, de God van Bliksem en Regen als vader heeft en tenslotte Bima Wiens Goddelijke vader Batara Bayu is, de God van de Wind. Koningin Kunti liet Dewi Madrim mee delen in haar macht en zo kreeg Ko ning Pandu van Madrim twee zoons, de tweeling Nakula en Sahadewa, met als Goddelijke vader Batara Aswan, de Hemelarts. Vermeld zij nog dat Batara Dharma een zoon is van Semar, terwijl Koning Pandu en zijn gemalin Dewi Kunti deze weer de oom is Batara Bayu en Batara Indra. De vervloeking achterhaalde Pandu echter. Hij vond de dood in de armen van één zijner gemalinnen. Voorwaar geen ellendig einde! Met lichaam en ziel werd vorst Pandu hemelwaarts ge voerd door Batara Yamadipati, de God van het Dodenrijk en achtste zoon van Kyahi Semar. KNAUD Uit: Buddidaya, tijdschrift voor liefheb bers van de kunst van Indonesië. Re dactie; Thorbeckelaan 107, Den Haag bruiswater voelt zelfs koud aan. Het vaartuig ligt goed op koers en slingert rythmisch golf op, een korte weifeling, een siddering doordat een golf op de boeg breekt, dan een soepele rol in het golfdal; dan weer omhoog en alles herhaalt zich. De kompasroos - het enige navigatiemiddel - beweegt zich als een schuchter danseresje, twaalf trippelpasjes links, even balanceren op de tenen, twaalf trippelpasjes rechts, weer dat trillinkje en terug naar links. Het leven is goed en men begrijpt de woorden van het kanolied van de Triobriand Archipel: Laat nu de kano veranderen in een haai, een vliegende vis, een zeearend; Laat haar over de golven springen, keer op keer, Laat haar gaan, Laat haar varen naar mijn land. Inmiddels zijn we ter hoogte van Tje- néngan, het dubbel eiland. Op het ene wonen mensen op het andere hun koeien. Het bewoonde eiland bestaat uit twee steile heuvels met een dal er tussen. Op ieder heuvel een dorp. On praktisch voor hen die verkering heb ben in het andere dorp. Ben je net weer op adem, is het weer tijd om op te stappen en raak je weer buiten adem. Een en al hijg-ellende. Aan deze tijd terugdenkend en de jeugd hier beschouwend, vind ik ze maar een troosteloze, saaie tijd door maken. Wat zij avontuur noemen is m.i. niet om naar Moe te schrijven, die zou al dat sexy-gedoe waarschijnlijk ook niet appreciëren en je een kolonia le mep verkopen. Materieel hebben ze het zeker beter, eigen auto vaak, maar met hen ruilen, no Sir, not me. De Taboet Het artikel van Ir. Parlindungan inzake het Taboet-gebeuren vond ik zeer in teressant. Ik meen dat de controverse tussen de Shia-mohammedanen en de Sunna-mohammedanen, culminerend in de slag bij Kerbela, een erfkwestie was. De Shiïten beschouwen Hoessein als de godsdienstige leider omdat hij een rechtstreekse afstammeling van de Profeet was, maar de Sunnieten be twisten dit, aangezien hij een afstam meling is van de dochter van de Pro feet en kozen Kalief Omar, een neef, als leider. Waarschijnlijk was de oor zaak ook of Bagdad de hoofdstad van de Islam zou zijn of niet. Ik meen dat er nog een secte is, n.l. de Ismailieten, aanhangers van de Agha Khan, of zijn dit volgelingen van Zarasusthra? Een afbeelding van een, wat ik dacht een gevleugeld paard met een vrou wenhoofd te zijn, heb ik meer gezien, dus zouden er meerdere Shiïten in In donesië zijn. Graag zou ik echter wel weer de Liong, de keizerlijke, vijftenige, gouden wolkendraak willen zien en luisteren naar het obsederend rythme van de trommen. Daarbij vergeleken zijn de draken hier, maar bloedarme, maxi aardwurmen. Stort 12,50 op giro 158225 en U ontvangt een spekkoek van ca. 500 gram, in speciale verpakking, franco thuis. "KIMM", Joh. Verhulststraat 98, Amsterdam-Z. Tel. 020-72 84 61 11

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1975 | | pagina 11