VOETSTAPPEN IN 'N ANDERE WERELD
Vreemde landen, vreemde talen
VOETSTAPPEN IN HET DONKER
Iedere keer als ik dit opschrift lees,
denk ik aan een ervaring in de Jappen-
tijd. Vooropgesteld, ik geloof niet zo
erg in al deze dingen, d.w.z. ik geloof
wel dat de ervaringen echt zijn, maar
of ze alle terug te brengen zijn tot de
"andere wereld" betwijfel ik.
Veel is, dacht ik, terug te brengen op
gedachtenoverbrenging ook al vind ik
het moeilijk die onmiddellijk te herken
nen. Hoe het ook zij, de ervaring die
ik had, valt volgens mij terug te bren
gen tot telepathie, maar de voetstap
pen, die kan ik niet verklaren.
We bewoonden in Semarang een groot
oud huis. Wat verveloos in de Jappen-
tijd. Het was wat vreemd gebouwd, op
een tjot op het einde van een oplopend
weggetje, aan weerszijden waarvan ook
huizen stonden. Een tuin was er niet,
wel een minuscuul voorerfje, dat om
muurd was. Pal achter ons huis lag
een kampong en naar men mij ver
telde liep er een weggetje vlak achter
de muur langs. We woonden er perfect,
want Pap was totok. Vanaf de straat
waren we niet te zien en de ommuring
Ik heb vele jaren doorgebracht als
landbouwkundig adviseur bij de Navajo
Indianen in Amerika en ik heb me
daarbij verbaasd dat de Navajo In
dianen woorden hebben in hun taal,
die ik herkende van het maleis zoals,
"mantekia" voor boter - het Spaan
se woord voor het Portugese man-
tega en ook "gak-gak" voor een zwarte
kraai. Nou, dat laatste woord is waar
schijnlijk strikt phonetisch, naar het
geluid dat een kraai maakt.
Maar toen ik vier jaren in Oost Afrika
kwam te werken en me familiariseerde
met "Swahili" dat langs de kust van
Kenya en Tanzania wordt gesproken,
toen kwam ik heel wat meer woorden
tegen die ik goed kende zoals: djagoo
voor haan, meza voor tafel, bandera
voor vlag, martil voor hamer en tinta
onttrok ons aan de blikken uit de kam
pong.
Toen de oorlog uitbrak waren twee van
mijn broers in dienst. We wisten niets
van hen. Geruchten deden ons ver
moeden dat ze naar Engeland uitge
weken konden zijn. De enorme on
zekerheid knaagde aan ons. Pap maak
te daar een eind aan door te zeggen:
"Ik geloof dat ze allebei in Engeland
zitten en tenzij we anders horen, hou
den we het hierop."
Het moet midden '43 geweest zijn, dat
ik op een nacht wakker werd. Voet
stappen, ik hoorde onmiskenbaar voet
stappen op het pad naar ons huis,
maar direct toen ik ze opmerkte waren
ze verdwenen.
De volgende avond: voetstappen! Ver
beeldde ik 't me? Het was of ze wat
nader gekomen waren.
De derde avond: het leed geen twijfel
Voetstappen langs de muur van mijn
kamer. Vlugge voetstappen als van
iemand, die nagelopen werd. Maar het
vreemde was, dat ze ophielden, zodra
voor inkt en naranja voor oranje of
sinaasappel en zo meer woorden die
beslist zijn af te leiden van het
Portugees.
Toen echter kwam ik het woord tegen
voor "lamp". Nee, niet lampoe maar
karabai. Nu dat woord ken ik wel de
gelijk, als je - zoals ik, en zo oud ben
ik heus nog niet - in mijn jeugd heb
meegemaakt dat voor fietslampen en
zoals ik net gelezen heb in Tong Tong:
"herinneringen aan Soekaboemi", voor
sadolampen etc. men vroeger een witte
poeder had genaamd - karbiet - dat
men brandde als lichtgevend soort
lamp. Nu, in de Swahili taal is het
woord karabai iets waarvan ik de oor
sprong direct wist. Hoe bestaat het.
Maar dat is niet alles. Ik herinner me
ook nog dat 's zondags na de traditio
nele zware rijsttafel mijn vader ten
einde van de maaltijd naar de bijbel
wees en tegen de Djongos zei: "kitabu"
en dan met veel moeite een lang ver
haal probeerde te maken van een korte
psalm. Maar Kitabu is weer een ander
woord in Swahili voor boek, deze keer
ik ze opgemerkt had. Een beetje grie
zelig geworden, begon ik voorzichtig
bij de huisgenoten te informeren, zon
der succes.
De volgende avond! Voetstappen tot
in mijn kamer. Ik verstijfde van angst.
"Zouden ze", zo dacht ik, "ons huis
aan het ondergraven zijn?" We woon
den immers op een tjot.
De volgende dag probeerde ik oplet
tend te luisteren of ik vreemde gelui
den hoorde. Maar neen hoor, niets
wees op wat ik dacht.
's Nachts. Voetstappen tot voor mijn
bed. Toen overviel me een angst, die
me het koudzweet deed uitbreken. Ik
probeerde te gillen, maar dat lukte niet.
De daarop volgende middag kreeg ik
als bij ingeving de gedachte: "Mis
schien wil iemand je wel een bood
schap overbrengen" en die nacht ge
beurde het.
Voetstappen, snelle voetstappen tot
vlak voor mijn bed.
Een ijzige koude overviel me, maar gek
genoeg was ik niet bang meer. Uit de
donkerte klonk een stem: "Jullie den
ken maar dat Cas en Laur in Engeland
zijn. Dat is niet zo.Cas zit bij een
loerah in Makassar." Ik sliep die nacht
heerlijk en ik besloot mijn ouders niets
te vertellen.
Na de oorlog kwam Laur terug uit En
geland. Cas was in '45 in een kamp in
Makassar gestorven. De voetstappen
hadden de waarheid gesproken. Ver
klaren kan ik ze niet en de rol van de
loerah (dorpshoofd) heb ik ook nooit
begrepen.
H. C. v. Wijk-Desmet
van Arabische oorsprong.
Het enige woord waardoor ik in moei
lijkheden kwam was het Swahili woord
voor zeep: Sabuni. Nou, met mijn ken
nis van Frans als Latijnse taal was
het vanzelfsprekend dat sabuni een
Portugese oorsprong had. Ik was daar
van overtuigd totdat ik een woorden
wisseling kreeg met een Egyptische
vriend, die me verzekerde dat sabuni
van Arabische oorsprong is. Ik heb me
toen gewend tot een theoloog, die
kennis heeft van Grieks en Hebreeuws
maar helaas is mij toen medegedeeld
dat het inderdaad waar moet zijn dat
de Moren, voor het jaar 1016 toen
zij een groot gedeelte van Spanje
beheersten, het product zeep moeten
hebben geintroduceerd bij onze toen
"geciviliseerde", maar wel sterk rie
kende voorouders in Europa en ook
Azië, waar blijkbaar geen inheems
woord bestond voor zeep voordat de
Moslems of Portugezen er sabun
brachten. Ahthe memories
onder de pantjoran
Van
18