Extra voordelige reizen per lijntoestel
van de Singapore Airlines rechtstreeks
Amsterdam-Singapore-Medan v.v. of
Amsterdam-Singapore-Jakarta v.v. met of
zonder stopovers te Singapore.
diens keeltje kwam het gebrul) had me
voor erger lot behoed, maar door de
angst onstond op de plaats, waar hij
stond een groter wordende plas! Wat
je al niet meemaakte op zo'n Sinter
klaasavond.
In de stad winkelden de dames nog al
eens bij Toko Kranie en Zijlinger en
lieten de heren zich knippen bij de
enige Europese kapper, die Padang
toen rijk was. Pa liet daar altijd de
hoofdjes van de jongens helemaal kaal
knippen, wat voor ons niet zo leuk
was. Want een kale knikker op school
noodde alleen maar uit tot het onver
wachts geven met gekromde wijsvinger,
je weet wel, van een deuk op je
hersenpan, door vriendjes.
Padang was ook een mooi hotel rijk,
het Oranjehotel. Wat vroeger Hotel
des Incies voor Batavia was, dat was
het Oranjehotel voor Padang.
Het liep tegen het eind van de oorlog,
toen Pa naar Meester Cornelis werd
overgeplaatst. Een hele schare vrien
den en vriendinnen van onze ouders
deed ons uitgeleide naar Emmahaven,
waar we op de Baud van de K.P.M.
moesten zijn, om naar Java gebracht te
worden. Het was handen geschud, ge
klap van zoenen en de nodige biertjes
op ijs en geroep vanaf de kade, toen
het schip zich langzaam losmaakte.
"Adieu Marie - hou je goed, houd je
taai Kobus - veel geluk". Vader heette
Kobus, Moeder Marie.
Na een dag of twee varen kwamen wij
in Priok aan, waar we werden afge
haald door een collega van Vader.
De nieuwe standplaats was Meester
Cornelis, dat nu Djatinegara heet.
Na bij vaders collega te hebben over
nacht, vertrokken wij de volgende mor
gen per spoor naar Mr. Cornelis. We
trokken direct in het huis, dat collega s
al voor ons gehuurd hadden. Dat huis
lag aan de Gang Tjipinang, een zijstraat
van de lange Kerkstraat. Deze straat
eindigde op Bidara Tjlna en had nog
andere zijstraten, zoals Gang Solitude
en de Lammerslaan.
Ons huis had een tuin, waarlangs de
Kalie Tjipinang stroomde. Het was deze
kalie, waarin ik leerde zwemmen, na
tuurlijk in de uren, dat Pa en Ma hun
siësta hielden. Zij wilden niet hebben,
dat wij in zo'n vieze kalie, waarin ont
zettend veel ongerechtigheden, zoals
lélé koenings; zo nu en dan dode kip
pen of honden, of katten voorbij plach
ten te drijven, onze zwemkunst beoe
fenden, bovendien was de stroom aan
de sterke kant.
Over deze kalie was een hoge houten,
wat wankele brug gebouwd, je kon er
niet met veel mensen overheen, want
dan begon ze gevaarlijk te wiebelen.
Aan de overkant was een sawohboom-
gaard; daar woonde ook een Indone
sische onderwijzer met vrouw en kin
deren, waarvan de kinderen tot onze
vriendjesschaar behoorden. Oeman
was de oudste en een haantje de
voorste. Met hem en nog anderen
deelden wij de geneugten van de kalie.
Het was een spannende tijd, want we
Nadere inlichtingen bij de voorzitter van de Stichting "De Nieuwe Brug",
E. M. H. Holwerda, Irisstraat 205, 's-Gravenhage, tel. 070-60 67 28,
uitsluitend na 18 uur.
moesten altijd zorgen, dat we vóór de
thee en de pisang goreng weer thuis
waren. Dat was de tijd, dat Pa en Ma
hun siësta achter de rug hadden en
als je dus niet op tijd was dan zwaaide
er wat. Ze konden direct aan ons zien,
of we ook in de kalie waren geweest-.
Want nietwaar, we zwommen altijd in
ons blootje, van afdrogen na het zwem
men was geen sprake. Het was altijd
rrts de tjelana monjet weer aan en met
kletsnatte haren en je baadje aan het
lijf geplakt, naar huis toe.
Op Mr. Cornelis had je toen nog geen
waterleiding, dus moest het water, dat
uit de soemoer kwam, eerst gezuiverd
worden. Dat gebeurde door de lek
steen en daarna werd het gekookt. Dit
laatste vooral altijd in de tijd van de
cholera, die aan het eind van de oorlog
op Java heerste.
Ik herinner mij die leksteen nog heel
goed en ook de palang pintoe's, waar
mee de deuren werden afgesloten. Ook
herinner ik me uit die tijd nog goed,
dat de straten werden schoongespoeld
door een mannetje, dat aan een juk
om zijn nek twee sproeiers had.
En wat ik nog altijd voor mij zie, als de
dag van gisteren, was de stoomtram,
die liep van Bidara Tjina langs de
Kerkstraat - Officierskampement - Be-
thelkerk - onder het spoorwegviaduct -
richting Matraman - Senen - Weltevre
den - Molenvliet - Glodok - Beneden
stad. De tram bestaat niet meer, ook
niet in zijn laatste vorm de electrische.
Op Meester was Pa benoemd tot
Hoofd van de Gewestelijke Recherche.
Onder hem diende de politieman
Scheepmaker, die later bij relletjes in
Tangerang om het leven kwam. Onder
hem dienden ook Kerkhoven en nog
een ander, wiens naam ik vergeten ben.
Ik ging op de Niog-school, waarvan het
hoofd Harkink heette. Deze school lag
pal naast de bekende Militaire school
voor Officieren. Aan de andere kant
liep toen Boengoer, waar Henk Synja
woonde. In die laan woonde ook een
vriendje, Nico van der Laak. Zou hij
nog leven?
Mijn oudste zusjes gingen school bij
de Zusters Ursulinen, wat verder op
aan Matraman.
O, ik weet dit allemaal nog zo goed
en zal het nooit vergeten. Vandaar,
toen ik die voorplaat zag van 15 sep
tember j.l. in Tong Tong, ik direct
zei, dat is de Molenvliet.
Wie van ons kan tot op heden al het
liefs van vroeger in Indonesië vergeten
- ik denk niemand.
In Meester werd neg een dochter ge
boren. In Meester heb ik veel her
inneringen liggen. Toen de oorlog voor
bij was, ging Pa met zijn gezin voor
een kort verlof naar Nederland. Voor
de kinderen was het verblijf in Neder
land een geweldige tijd geweest, wat
geen verwondering behoeft te wekken,
want we woonden in Oosterbeek -
mooier plekje in Nederland bestond
niet - de Westerbouwing - de Rijn met
zijn uiterwaarden - Doorwerth - en dan
de weg van Oosterbeek-hoog naar Arn
hem. Mijn grootvader woonde aan de
Oude Kraan bij de binnenhaven. Arn
hem had toen nog een schipbrug over
de Rijn. En de Oude Kraan èn de
schipbrug zijn allang verdwenen.
Wij kinderen vonden het best zo in
Nederland, maar Pa wilde gauw-gauw
weer terug, vooral als het guur en
koud was. "Geef mij de Oost maar"
hoor ik hem nog zeggen. Toen het ver
lof om was, werd de terugreis aan
vaard. Geschiedde de heenreis naar
Nederland per J. P. Coen van de Mij.
Nederland, de terugreis ging per
vrachtschip met passagiersaccommo
datie, de "Kawi" van de Rotterdamse
Lloyd.
Aan boord waren ook enige aspirant-
politie-opzieners ter aanvulling van het
politiecorps in Indië.
(lees verder volgende pagina)
15