De Hassan-Hossayn herdenkingen In Tong Tong no. 19 trekt Si Sinjo de Islamitische oorsprong van de z.g. Hassan-Hossayn herdenking in twij fel. Maar zoals reeds in Tong Tong no. 17 door Ir. M. O. Parlindungan uitvoerig uiteengezet is het een speciaal her denkingsfeest van de Shia-secte der Islam. Ik heb in Iran deze passiespelen herhaaldelijk meegemaakt en daar heb ben ze het karakter van een boete doening en zelfkastijding, waarbij men zichzelf tot bloedens toe geeselt, in een hoge staat van opwinding de dood van Hossayn beweent en zijn vijanden vervloekt. Als niet Shia-lslamiet kun je daar beter niet te dicht bij komen. In Iran is de Shia-lslam staatsgods dienst, maar ze komt ook voor in Noord-lrak, Egypte, Syrië en Pakistan. Het is daarom zeer wel mogelijk zoals door Si Sinjo verondersteld, dat deze vorm van de Islam door Pakistani naar het Padangse werd overgebracht. Ir. Parlindungan vraagt zich af wat de oorzaak van de afsplitsing dezer secte is. Zij ligt zowel op religieus als op politiek terrein en voor belangstellen den is misschien het volgende van interesse: Volgens de Shia-leer waren de drie eerste Khalifen na Mohammad's dood, Abu Bakr, Omar en Othman slechts usurpators en kwam de titel rechtens toe aan Ali, als neef van de profeet tevens zijn schoonzoon ge huwd met zijn lievelingsdochter Fatima en bovendien naar men aanneemt zijn eerste mannelijke bekeerling. Uiteinde lijk werd hij in 656 tot Khalif benoemd in concurrentie met Muavia, de grond legger der Omayaden-dynastie. In 661 werd Ali door de secte der Kharejiten, die geen enkel gezag wil den erkennen, vermoord. Zij oudste zoon Hassan volgde hem op, maar stierf hetzelfde jaar aan longontsteking. Vol gens de Shiïten werd hij echter door zijn vijanden vergiftigd. Muavia greep nu naar de macht en Hossayn, Hassan's jongere broer moest zich geruime tijd afzijdig houden. Pas na de dood van Muavia in 680 liet hij zich door Obaydulla de gouverneur van Kufa in Noord-lrak bewegen zijn rechten te doen gelden. Toen het er op aan kwam liet deze hem echter in de steek en in de slag bij Kerbela verloor hij met al zijn aanhangers het leven. Het verhaal over deze tragedie doet denken aan Leonidas en de slag bij Thermopilae. Zijn beide zoontjes werden aanvankelijk naar het hof in Damascus en later naar Medina over gebracht. Ofschoon historisch niet vaststaand wordt door de Perzen algemeen aan genomen dat de vrouw van Hossayn een dochter was van Yasdigard III, de laatste vorst uit het Perzische Sassa- niden-dynastie. Volgens deze gedach te waren Hossayn's nakomelingen dus formeel rechthebbenden op de Per zische troon. Maar de Perzen stonden in die tijd onder heerschappij der Arabische Kha lifen die hen de Islam als godsdienst hadden opgedrongen en waarschijnlijk heeft de kans om een afwijkende versie van de Islam tot hun nationale gods dienst te maken en aan de politieke wens naar vrijheid ook een religieus relief toe te voegen een rol gespeeld. Als geestelijke opvolgers van Hossayn beschouwen de Shiïten de z.g. 12 Imams. Volgens de legende is de 12de Imam, Gha'eb, nooit gestorven maar in 873 in de legendarische stad Jabulka op mysterieuze wijze verdwenen en zal hij pas terugkomen op de dag des Oordeels om leiding te geven aan de gelovigen. Dit zal moeten gebeuren in de Gauhar Shad moskee in de heilige stad Mashad in N.O. Iran. De Shia is minder orthodox dan de Sunni-lslam en zo zal men in Iran vaak afbeeldingen van Mohammad en nog meer van Ali tegenkomen. En dat het drinken van wijn geen al te grote zon de is kan men uit de gedichten van Omar Khayyam wel lezen. En uit eigen ervaring kan ik getuigen dat de Per zische wijn de zonde zeker waard is. Een afsplitsing van de Shia vond plaatst toen de 6de Iman, Jaffar al Sadiq (700-765) onenighqid kreeg met zijn oudste zoon Ismaël en in diens plaats zijn tweede zoon Musa al Khas- sim tot opvolger benoemde. Ismaël stichtte toen een eigen secte, die der Ismaëliten, die thans zo'n 20.000.000 volgelingen telt, verspreid over Pakistan, Iran, Irak, Syrië, Egypte en Kenya. Het geestelijk hoofd is de Agha Khan, momenteel Karim Agha Khan. De Ismaëliten hadden een tijd lang ook een agressieve arm, de z.g. Hash- ishin (vgl. Frans, assasin!) of konings moordenaars, die middels het roken van Hashish in een toestand van geest vervoering werden gebracht en dan moordaanslagen pleegden op konin gen, ministers en andere hoogwaar digheidsbekleders. Misschien iets voor de voorstanders van soft-drugs om over na te denken. Aan het hoofd van deze afdeling stond een z.g. Grootmeester, waarvan Has san Sabah I (1078-1124) de bekendste was. Het hoofdkwartier in Iran lag nabij Qasvin, ca 150 km west van Teheran. In 1256 werd de Perzische tak van deze onder-secte volkomen uitgeroeid door de Mongoolse ver overaar van Iran, Hulagu Khan een kleinzoon van Ghengis Khan. In 1273 maakte Sultan Baibars van Egypte ook een eind aan de bij Homs gevestigde Syrische tak. Een andere extreme afdeling van de Shiïten tenslotte is de Ali-llahu, die vooral aanhangers heeft onder de Koerden. Ook de Sunni-lslam kent haar onder- secten, maar hier zijn de verschillen meestal gering. G. A. SCHOTEL Verkopers zijn voor ons in Indië altijd een vertrouwd beeld geweest. Is er geen rianter plaats voor, dan worden zoals hier, de trappen van de Metropole Bioscoop in Jakarta uitgekozen door de koekjes verkopers! De minjak-klapa vlekken op de muur zijn stille getuigen dat deze plaats ook dienst doet om tussen de bedrijven door de nodige rust te nemen. Rogier) 18

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1975 | | pagina 18