HET GELUK VAN HETJAGEN Pak Ani CD "De jacht behoort tot het zuiverste repertoire van het menselijk geluk" José Ortega Y Gasset. Jachtbelevenissen op Oost-Sumatra Wat is het, hetgeen een bepaalde mens zo met hoofd en schouders boven zijn mede-mensen doet uitsteken? Niet ont wikkeling, want Pak Ani was een on ontwikkelde visser. Niet ras of huids kleur, want hij was een volbloed kust- maleier. En ook niet de religie; Pak Ani beleed geen enkele orthodoxe re ligie. Naar mijn mening is het een zekere kombinatie van waardigheid, innerlijke beschaving en zelf-beheersing, eigen schappen die Pak Ani in hoge mate bezat, en die zich afspiegelden in de uitdrukking van zijn rustige bruine ogen. Het was op een dag, in februari 1955, dat ik in de namiddag met mijn vrouw een kop thee zat te drinken op de ver anda van ons huis te H. Over de lange, met "schalen" (afgewerkte scha len van de harde oliepalm noten) be strooide oprijlaan naar het huis kwam een eenzame figuur aanfietsen. Zonder veel belangstelling keek ik er naar. Waarschijnlijk een of ander familielid van de bedienden. Op enige afstand steeg de figuur ech ter van zijn fiets af, zette die tegen een oliepalm en vervolgde te voet zijn weg. Op dat ogenblik kreeg Panda, onze hond hem in de gaten en vloog woe dend blaffend op de man af. Maar toen zag ik iets dat ik nog nooit eerder had gezien; een Indonesiër die niet bang was voor een kwade hond! De man stapte nl. zonder ook maar enige aan dacht aan de verblufte Panda te schen ken, bedaard op mij af en bleef op enkele meters afstand beleefd staan wachten tot ik hem zou toespreken. Het was een man van middelbare leng te, naar schatting 40 jaar oud. Hij had een zwarte kuitbroek aan, waar over heen los een net zwart jasje hing. Schuin over de schouder had hij, ban- doliersgewijs, zijn opgerolde sarong en op zijn hoofd droeg hij de geknoopte hoofddoek van de echte Maleier. Iets in de uitdrukking van zijn gezicht en in zijn kaarsrechte houding bracht mij er toe' op te staan en hem te ver zoeken te gaan zitten. Wetende, dat een man van dit soort geen belangrijke zaken bespreekt in het bijzijn van vrou wen, verzocht ik vervolgens mijn vrouw zich in huis terug te trekken, hetgeen zij deed. Na de onvermijdelijke inleidende kon- versatie, waarbij gewoonlijk eikaars gezins- en familie-omstandigheden in extenso uit de doeken worden gedaan en die meestal een half uur in beslag neemt, kwam hij uiteindelijk tot het doel van zijn bezoek. door J. G. A. la Bastide Zijn naam was Ani, Pak Ani, voegde hij er glimlachend aan toe en hij was vis ser van beroep. Zijn woning stond in de utari, aan de oever van de Sungai Masihi. Hij haalde zijn living uit dit riviertje en het uitgestrekte overstro mingsgebied. Ik kende dit soort vis sers wel, die hoofdzakelijk 's nachts met hun wankele sampans langzaam over het moeras bomen om bij het licht van een carbid-lamp vis te speren met een drietandige harpoen. Het is een oud en uitstervend beroep. De jongere generatie voelt er niets meer voor op een dergelijke moeizame manier een uiterst sober bestaan te leiden. Zij denken er eenvoudig niet aan zich de niet geringe vaardigheid met de harpoen eigen te maken; gaan veel liever naar de stad om als betja- bestuurder (fiets-ricksja) heel wat mak kelijker en heel wat meer geld te verdienen. Met zijn aangename diepe stem en de typisch brouwende r's van de kust-Maleier vervolgde Pak Ani zijn relaas. Hij had familie in de delta van de grote Sungai Asahan en enkele dagen geleden was er een rampzalig ongeluk gebeurd. Een neef, houthakker van beroep, was 's nachts bij het vis sen door een reusachtige krokodil uit zijn sampan gesleurd en gedood. Deze krokodil was in die streek lang berucht en gevreesd en Pak Ani's neef was zijn zesde menselijke slachtoffer in twee maanden tijd. Welnu, was het niet in de gehele streek bekend, dat de tuan een groot jager was, die reeds drie tijgers had gedood? En zou de tuan het niet als een eer en een plicht beschouwen een einde te maken aan de ware terreur waarin het monster de ganse bevolking van het delta-gebied gevangen hield"? De tuan voelde er, strikt genomen, nou niet zo erg veel voor, daar hij kort voor zijn buitenlands verlof stond en het daardoor druk had, maar kon (fat- soens-halve) natuurlijk niet weigeren. Wij spraken een nacht af in de loop van de volgende week (Krokodillen moeten 's nachts met de lamp worden gejaagd). Daarna stond Pak Ani op en verzocht mij om mijn vrouw te roepen, om hem in de gelegenheid te stellen haar toestemming te vragen voor zijn vertrek (een formaliteit). Nog lang nadat hij weg was vroeg ik mij peinzend af, waarin toch de ge weldige charme van de man gelegen was. Maar eerst later drong het tot me door. Rust. Dat was het. Er ging van Pak Ani een bijna tastbare gemoeds rust uit. Het straalde uit zijn merkwaar dig jeugdige ogen, het klonk uit zijn diepe, brouwende stem en het was zichtbaar in de rustige gebaren van zijn krachtige bruine handen. Op de afgesproken dag bracht een uur op de motorfiets mij, voorzien van een bij mijn vriend de politie-commandant van H. geleende Lee-Enfield, mijn jacht- lamp en een zeer krachtige 3-staafs flashlight op de plaats van afspraak, een klein gehucht aan een van de zij takken van de Soengai Asahan. Het was half drie in de voormiddag en Pak Ani verwelkomde mij met een glimlach. Hij had een man bij zich, die hij voor stelde als zijn kleinzoon. Pak Ani ver- (lees verder volgende pagina) (Foto: Rogier) Een plaatje waar elke anak Betawie een eigen onderschrift zou kunnen maken. Of denken, of fantaseren. Wie herkent het bandjir-kanaal bij Manggarai niet? Een van de "vernauwde bloedvaten" zoals ze in Indonesie's hoofdsteden voorkomen. Oeverhellingen volgegooid met afval, water zo drabbig-dik dat je durft wedden er overheen te kunnen lopen. Mocht je je bedenken, dan is er nog altijd op gezette plaatsen het pontje dat je voor een paar rupiahs naar de overkant trekt. Is er iets veranderd? 8

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1975 | | pagina 8