SOJA-BONEN ALS VOER VOOR 'T WILD Uit 't Duitse jagersblad: "Wild und Hund". "Meer en meer gaan bezitters van jachtterreinen er toe over voerakkers aan te leggen als aanvullend voedsel voor ree-wild, fazanten, patrijzen, ha zen en konijnen. De opbrengst van deze akkers moet natuurlijk in de juiste verhouding staan tot de grootte van 't wildbestand, zodat 't o.m. voor, wat de kosten betreft, de moeite waard is. Bovendien moet 't aan te planten groen-voer die voedingsstoffen bevat ten, die in 't normale beschikbare voedsel slechts weinig aanwezig is. En't wild moet 't lekker vinden. De soja die tot voor kort in Duitsland als landbouwgewas onbekend was, schijnt aan bovengenoemde eisen te voldoen. De Duitse landbouw dekt sedert vele jaren zijn behoefte aan soja door im port uit de V S., waar de sojaboon sedert de dertiger jaren is ingeburgerd. De plant wordt ongeveer 80 tot 100 cm hoog. En ook de vele bladeren en de stengels zijn zeer eiwitrijk. Ze pro duceert ontelbare knol-bacteriën, die de grond verrijken met ca. 60 tot 80 kg. pure stikstof per hectare. Dit evenaart een normale stikstofbemesting voor een wildvoerakker. Met betrekking tot de verbouw als wild-voedsel betekent dit dat de soja boon door zijn hoog eiwitgehalte 't normaal aanwezige voedsel aanvult, omdat dit laatste gewoonlijk een zeer hoog koolhydraten-gehalte bevat. Ook voor wat betreft de groen-op- brengst voldoet de soja-plant. Dat 't wild de smaak zeer waardeert is ge bleken bij vele proefaanplantingen op landbouwgronden, waarin bij 't ont breken van afrasteringen de aanplant door vele soorten wild (rood-wild, zwart-wild, hazen, konijnen) kaal ge vreten werd. (De konijnen kwamen ook (vervolg: Boekbespreking) Boeiend geillustreerd. Prijs 7,90 plus 1,30 porto. Dit zijn alle nieuwe uit gaven, verkrijgbaar in de boekhandel Tong Tong. Wat wij daar ook nog hebben is een aantal ex. van het in 1971 bij de Arbei derspers verschenen boekje van Paul van 't Veer: Je moet er geweest zijn, een "documantaire roman uit de kolo niale nadagenvoorzien van talrijke schimpscheuten op Nederlandse poli tieke, diplomatieke en journalistieke mi lieus en de allerhoogste regionen van de Verenigde Naties". Zeer amusant en zeer leerzaam. Prijs 15,75 plus 2,25 porto. JHR. snoepen van mijn proeftuintje, verle den jaar.) Het feit dat de soja-boon in de Duitse akkerbouw betrekkelijk "jong" is, komt, doordat men haar lange tijd alleen als graan heeft gezien. Zo was 't daarvoor net eender bij mais. De waarde van dit gewas als groenvoer en als silo-voer werd eerst kort geleden ontdekt. Beide gewassen hebben dat met elkaar gemeen, dat ze een vrij lange en inten sieve groeitijd nodig hebben. Door jarenlange kweekmethoden te verbeteren verkortte men 't rijpings proces bij mais zó ver, dat tegenwoor dig de verbouw van mais als silo-pro duct in de meeste gebieden van Duits land als gunstig aangeduid kan wor den. Op dezelfde wijze is bij de sojaboon intensieve arbeid verricht ter verbete ring van de opbrengst. En met succes. Want nu zijn er officieel twee Duitse variëteiten officieel geregistreerd, die voldoen. Daarbij is te vermelden, dat opname in de officiële landbouwregisters eerst kan geschieden, nadat door controleurs van 't Ministerie van Landbouw gedu rende drie achtereenvolgende jaren de resultaten van soja-percelen zijn be studeerd. Beide variëteiten zijn nu in zuidwest- Duitsland in productie, 't Zaaigoed kan via de gewone plaatselijke coöperaties betrokken worden. Voor wild-voerakkers worden dié stuk ken grond gebruikt die voor landbouw doeleinden geen rendement opbrengen. Ook stroken tussen bouwland en bos- terrein zijn erg geschikt om te beplan ten en daarmee 't wild van de gewas sen op 't bouwland weg te houden. Eerst zaait men de sojabonen uit, daarna wordt de mais, korrel voor kor rel machinaal ingebracht. Op kleinere wildvoer-akkers is 't mo gelijk beide soorten zaad vooraf te mengen en dan machinaal uit te zaaien. Bij deze wijze van gemengd zaaien heeft een mengsel van per hectare 80 kg. soja en 25 kg. mais van een vroeg soort, goede resultaten." Ook Nederlandse proefneming Hier in Holland wordt op 't landgoed Weldam bij Diepenveen, Goor, Marke- lo dit jaar ook een proef gedaan met soja op één van de voerakkers. De eigenaar die in Lausanne woont stuur de mij een fotokopie van 't bovenstaan de uitvoerige artikel. Ook kreeg ik een zakje zaaigoed toegezonden dat hij in Lausanne in een gewone zaadwinkel kon kopen. Ik heb ze direct uitgelegd. Mét 't zaad dat ik verleden jaar Juni- Juli van Unilever Research in Duiven, toegestuurd kreeg in zeven verschillen de soorten, en waarvan ik een gedeel te aan liefhebbers heb opgedeeld. Dit was uiteraard geen vers zaad, daar voor was 't te vroeg in 't seizoen. Op mijn vraag of ik 't zaad kon laten liggen tot de nieuwe zaaitijd (voorjaar 1975) luidde 't antwoord: Misschien, maar koel bewaren. Welnu, ik héb 't koel bewaard. Maar 't resultaat is nul. Blijkbaar was 't zaad toch te oud. De zaden die uit Lausanne kwamen, een heel klein beetje dat ik kort voor de zaaitijd weer uit Duiven toegestuurd kreeg, duidelijk van de nieuwe oogst, en ook wat boontjes uit Wageningen, liepen allemaal binnen een week prach tig uit. Zij zullen, hoop ik, ons wat meer bibit geven voor 't volgend jaar, als de weer goden ons gunstig gestemd zijn. Heeft u onlangs de documentaire ge zien betreffende problemen in de we reldvoedselvoorziening. "Wie wint de wedloop." We zagen o.a. ook flitsen van de proeftuinen van Unilever-Research in Duiven. Van soja die "niet tot rijpheid kan komen vanwege te weinig zonne- uren". Maar als half-rijpe groene boon zullen we ze uit eigen moestuintjes toch wel kunnen eten als we eenmaal de goede bibit hebben. Degenen onder u met wie ik van 't mij eerst toegezonden zaad heb gedeeld zullen misschien teleurgesteld zijn. Kijk er mij maar niet op aan. Ook voor mij was 't resultaat bedroevend. Maar als mijn plantjes 't góed doen, de vol gende keer bibit uit mijn tuin. Anders vraag ik de vriendelijke gever uit Lausanne om meer zaad. Hij heeft me dat overigens al aangeboden. Plantersvrouw. "Ik zeg toch, een trui met V-hals staat mij niet!" 13

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1975 | | pagina 13