TJEMPAKA BLOEMEN EN DE O, ZO WILDE PAARDENDANS Pf Verwonderd glimlachten de passagiers van de "Northern Star" toen de Maleisische cha- lempong (koperen trommel) en gongs op de steiger een welkom ten gehore brachten. De meesten van de 850 touristen aan boord van het luxe schip kwamen naar het dek om de kleurrijke welkomstceremonie gade te slaan die was georganiseerd door het Bureau ter bevordering van het tourisme. Velen daalden af naar de kade om beter te kunnen zien en het geklik van de cameras was niet van de lucht. Dansers voerden kuda kepang en andere traditionele dansen uit. De bezoekers die zich dichterbij hen waagden werden besprenkeld met geurig water en bloemen. De touristen waren vol lof over de uitvoering, ledereen zei: "Het is geweldig om binnen te varen met zo'n welkom. De lange reis schijnt de moeite waard na het zien van deze uitvoering". De zeven dochters van mijn buren gin gen naar het feest op de avond dat de kuda kepang-dans op het programma stond. "Pas op dat geen van jullie een tjempaka bloem draagt", riep hun groot moeder hen nog na. De meisjes, die zich met allerlei kralen en opzichtige versierselen hadden op getooid, giechelden bij de gedachte dat ze in stemmige kleding met bloemen in het haar zouden gaan. Maar in koor riepen ze met verrukte nieuwsgierigheid: "Waarom dan niet, grootmoeder, waarom niet?" "Doe het niet en daarmee uit", snauwde de oude dame. Ze schudde haar hoofd tegen me van over de heg, alsof ze wilde zeggen: "Die jongelui van tegenwoor dig Ik wist "waarom niet". Ik had het altijd al geweten. De jongeren van gisteren mochten dan al niet zoveel vragen stel len als die van vandaag, maar kleine potjes hadden grote oren. Ik was vier jaar toen ik voor het eerst een kuda kepang voorstelling zag. Een 17-jarig nichtje had me meegenomen en ze had een tjempaka bloem fn haar haar verborgen. Ze was een avontuur lijk meisje en droeg de bloem om te zien of de oude volksverhalen waar heid bevatten. Ik beefde van vrees en opwinding. Ik was er zeker van dat de bloem het er aan toegeschreven effect zou hebben: de kuda kepang dansers in een stam pende, schuimbekkende en de menigte toeschouwers achternajagende razer nij te brengen. Sommigen, zo fluisterden de oude men sen, zouden zich zelfs in de lucht ver heffen. We kwamen laat, omdat onze familie dergelijke voorstellingen afkeur de en we moesten wachten totdat het hele huis in slaap was, voordat we naar buiten glipten. Er was een grote menigte maar we slaagden erin om ons naar voren te wringen. Er was geen toneel, alleen een cirkel vormige ruimte in het open veld, waar omheen de toeschouwers stonden of gehurkt zaten. De kuda keoang-dansers schommelend als paarden die schrijlings worden be reden, liepen steeds in de rondte op de langzame, vreemde maat van de trommels. Ik was verwonderd, dat ze er niet in het minst vermoeid uitzagen, in aanmerking genomen dat ze na de gebeden bij het vallen van de scheme ring waren begonnen en het toen ai na middernacht was. Waren het inderdaad de tjempaka bloe men in het haar van mijn nichtje? Op 't ogenblik dat we dicht bij de dansers kwamen, begonnen ze harder en har der te lopen, terwijl de trommels hun wilde uitgelatenheid evenaarden. Ze bereden niet langer meer paarden. Ze waren zelf veranderd in paarden - steigerend, hinnekend, schuimend. Ik huiverde over mijn hele lichaam. Maar toen rolde een van de "paarden met zijn ogen naar ons en scheen gereed te staan om op ons af te stormen - en we renden voor ons leven. Maar zelfs toen we renden keek ik om, in de hoop, de dansers te zien opstij gen in de lucht. Maar dat deden ze niet. Misschien had ik ook wat tjempaka bloemen mee moeten smokkelen, om de betovering sterker te maken. Ik vertelde de geschiedenis aan de ou de buurdame en ze knikte verschillen de malen met haar hoofd: "Natuurlijk was het de tjempaka bloem", zei ze. In het kleine plaatsje op Java, waar ze vandaan kwam, hadden de paarde- dansers echter geen tjempaka bloe men nodig om hen aan de gang te ma ken. Ze kwamen vanzelf in trance na een paar uur gedanst te hebben. Daar heette de dans "jaranan", zei ze - af geleid van "jaran" dat paard betekent. Het begon altijd met wierook branden en bezweringen. Daarna zorgde het publiek voor een kom met water en kaf van rijst. Bij het naderen van midder nacht, werd er vlugger en energieker gedanst. Soms gaf een van de acteurs de dansers een zachte tik met de zweep, om hen in een snellere en nog sensationelere trance-toestand te bren gen. Op een gegeven ogenblik slurpten de dansers, die in paarden waren veran derd, het water op en schrokten het rijstkaf met zichtbaar genot naar bin nen. Als men zijdelings naar hen keek, kon men werkelijk het gespring en ge- dartel van hoeven en staarten zien. Ik kan me dat goed voorstellen. Ik ken iemand, die deel heeft genomen in de labi-labi (schilpad) dans - een specialiteit van Pahang - en hij zegt dat na een urenlang rythmisch herhalen van schildpadbewegingen hij zich een echte schildpad voelde. Zelfs, nadat hij uit de trance was bijgekomen, bleef hij nog dagenlang het gewicht van een schild op zijn rug voelen. Maar zijn toestand is tenminste niet zo slecht, zegt hij, als die van een oom van hem, die de Hanoman of Apen- koning-dans placht te doen in een rei zend toneelgezelschap voor de oorlog. Hij was een geweldig danser en hield het publiek overal in zijn ban met zijn levensechte aapachtige bewegingen. Maar iedere keer, als de dans teneinde was, moest men hem vangen en aan de ketting leggen, want anders zou hij van dak naar dak springen zoals de echte Hanoman van de Sri Rama ver halen. Mijn schildpadvriend zegt dat er over de hele wereld een opleving is van dansen, die in trance gedaan worden, en ik geloof hem. De moderne shake, bijvoorbeeld, is echt hypnotiserend. Met langzame en niet zulke oorverdo vende muziek als in discotheken, kan men de hele nacht lang de shake dansen in een gelukzalige staat van tijdloze gedachteloosheid. In welk soort dier men dan tenslotte verandert, is een andere zaak Sri Zelima (vertaald uit The Straits Times van 29 Juni 1974). 21

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1975 | | pagina 21