UIT DE TIJD DAT TJALIE
NOG GEWOON JAN HEETTE
Een ooname van een qroep P J C.-ers voor de Willemskerk te Batavia omstreeks 1936. Of Tjalie van deze veren.gmg na was, were,, w.j
helaasniet DeschrijvlrvandU artikel vraagt de lezers de namen van de P.J.C.-ers te noemen, die op deze groepsfoto voorkomen.
U moet wel de juiste namen in een geordende volgorde opnoemen, dus onderste rij van links naar rechts enz. Dejjene. thei de
namen weet, krijg, van hem een cheque van tien gulden toegestuurd! Doe mee aan deze pnjsvraag Inzend,ngen p.a. Tong Tong.
Het was in de 7de klas van de "Lagere School met de Bijbel" te Meester-Corne-
lis dat ik met Jan Boon kennis maakte. Onweerstaanbaar voelden wij ons toe
tot elkander aangetrokken en derhalve was het niet te verwonderen, dat wy byn
iedere dag met elkander optrokken. Als men bedenkt, dat ik helemaal op Boekit-
doeri en Jan achter de Niog-school woonde (dus kilometers van elkaar verwijderd)
dan moest ik er toch erg veel voor over hebben gehad om bijna dagelijks naar
hem toe te gaan om in huize Boon te vertoeven. Dit kwam omdat ik zijn orders
Alex, Cornelis, Lies en Henk bijzonder graag mocht en ik mag aannemen, dat dit
wederkerig was.
Welaan- voordat de school 's morgens
begon pikte ik Jan thuis op en zwierven
wij kilometers in de omtrek rond. Het
was dan ook niet te verwonderen, dat
wij een enkele keer niet op tijd op
school waren en dan zwaaide er wat.
Onze hoofdonderwijzer was mijnheer
Doorschodt, die er behoorlijk de wind
onder had. Als wij dus te laat op school
kwamen moesten wij natuurlijk straf
regels maken maar toch deed hij het
zo, dat het geen te zware straf werd.
Mijnheer Doorschodt mocht ons bijzon
der graag en vooral Jan kon een potje
bij hem breken. Als wij een vrij opstel
moesten maken fantaseerde Jan er
danig op los en was het natuurlijk
niet te verwonderen, dat hij strijk en
zet voor de hele klas zijn opstellen
moest voorlezen en eerlijk gezegd vie
len onze monden steeds wijder open
van verbazing. Ademloos zaten wij dan
te luisteren en mijnheer Doorschodt
voorspelde toen reeds dat zijn leerling
Jan Boon (de latere Tjalie Robinson)
een groot schrijver zou worden.
Met Jan en ook met onze onvolprezen
Willy Hutagalung (der dritte im Bunde -
later is Willy tandarts geworden) heb
ben wij van adjudant Kühn in Meester-
Cornelis zwemmen geleerd. Een mid
dag per week mochten wij mede-ge
bruik maken van het militaire zwembad
in Meester Cornelis en het was logisch
dat wij nooit een keer verstek lieten
gaan. Wij leerden eerst de schoolslag,
daarna de vrije slag en toen aan de
hengel het diepe gedeelte oversteken.
In een paar weken hadden wij het
zwemmen onder de knie en toen leer
den wij duiken en later een of meer
dubbeltjes in het diepe gedeelte van de
bodem oppikken.
Het was in die tijd, toen Jan en ik
enkele slagen konden zwemmen, dat
wij - in een stoutmoedige bui - wilden
proberen de Tjiliwoeng over te zwem
men. Het water was ontzettend diep,
maar er waren gètèks in de buurt waar
aan wij ons zouden kunnen vastklam
pen als wij op het punt zouden staan
te verzuipen!
Aldus hadden wij de tocht gewaagd,
als een Beschermengel Gods ons niet
weerhouden had. Die engel kwam in de
vorm van Alex Boon (jongere broer
van Jan), die ons achterna was gelo
pen, onze plannen had gehoord en
ons daarop smeekte van de zwempartij
af te zien. Die smeekbede wist hij op
het goede moment kracht bij te zetten
door zijn onverschrokken broer te drei
gen met een "ik seg aan Ma! Het
heilige respect voor Ma, althans de
sloffen van Ma, deed Jan (en mij) in
zien dat we deze waaghalzerij maar
moesten uitstellen totdat we de zwem
kunst beter machtig waren. Eerlijk ge
zegd ben ik Alex er nu nog dankbaar
voor dat hij ons van de verdrinkings
dood gered heeft. Ik verzeker U, ik
had dit verhaal nu niet kunnen ver
tellen!
Ook al kun je goed zwemmen, dan
blijft de Tjiliwoeng een verraderlijke
rivier, omdat er veel stroomversnellin
gen en draaikolken zijn. Dat wordt je
pas gewaar als je op een gètèk mag
meevaren (dit hebben Jan en ik vaak
gedaan) stroomafwaarts, richting Pa
sar Minggoe. Hoewel wij later goed
konden zwemmen pasten wij er wel
voor in de Tjiliwoeng te zwemmen
en de branie uit te hangen.
Enfin - dit was een van onze weder
waardigheden die ik nimmer zal ver
geten. Wij hebben samen vaak korte
treinreizen gemaakt. Als ik maar een
kwartje had gingen wij samen naar
halte Solitude - namen daar een kaartje
3de klas naar Kramat met de trein -
14