ik ik DJAGOENG De Stadstuin - middelpunt van Soerabaiaasch amuse ment - zoals zij er om streeks 1890 uitzag. Op de achtergrond links de mu ziektent. (Uit Oud-Soerabaia, G. H. von Faber). inwoners van beide steden zijn meer doeners dan praters en zorgen of zorg den voor een aanzienlijk deel van de financiën des lands. Door beide steden stromen rivieren, die eigenlijk dezelfde naam hebben. Alleen is de Soerabai- aan wat "shaky" in de spelling en laat gemakshalve een a weg, dus heet hier de kali Mas inplaats van Maas, maar de uitspraak is bijna gelijk en beide zijn rivieren om er een gedicht op te schrijven. Aan de linkeroever van de kali Mas liggen de embongs met aar dige huizen en op de rechteroever de deftige Goebengbuurt, waar ik een tijd in de kost was bij mijn schooldirecteur, aangezien mijn vorderingen in de stu die meer achter- dan vooruit gingen. Na een jaar verzocht mijn kostheer mijn ouders naar een ander kosthuis voor mij te willen uitzien, waarschijnlijk vond hij mij onverbeterlijk en was bang zijn reputatie te verliezen. Stadstuin en Simpangclub Wat het frivole uitgaansleven betrof, had men in Soerabaia voor de conser vatieve deftigerds de Simpang Club en voor de progressieve loltrappers de vrolijke Stadstuinvereniging, waar men een feestje kon bouwen op muziek van Duke Ellington, de gebroeders Dorsey, e.d. Dit alles tegen een maandelijkse contributie van 10,Had je een grijpstuiver over, dan was er de Cercle Hellendoorn met een echte band en een spiegelgladde, houten dansvloer In de haast om een fee, met ogen full of mischief ten dans te vragen, gleed ik uit en kwam met een pijnlijke smak op mijn zitvlak terecht. Toen ik op krabbelde zweefde ze mij voorbij aan de arm van één of ander pias die beter op zijn benen kon blijven. Toen de schooljaren voorbij en het chronisch tekort aan pegulanten tot het verleden behoorde, steeg de belangstelling voor het schone en werd menig avond uit gedanst. Soms werd na het Zaterdag avondbal de pret dunnetjes herhaald te Selecta. Des maandags kwam de kater als je met een slaperige kop de meest stompzinnige fouten maakte en door een ontstemde chef- in-maandag- humeur uitgebreid werd uitgeveterd. Maar dat hoorde bij het leven. Het meest onvergetelijke was destijds het Moonlight-ball te Pasir Putih. Dansen op een door de maan verlichte vloer aan de zeekant, op muziek van een band. Was je moe, dan kon je een tochtje op zee maken. De volgende morgen naar Soember Wringgin op het Jangplateau. Daar was een pasan- grahan van enkele suikerfabrieken uit de omgeving, voorzien van een zwem bad met geniepig ijskoud bronwater. Er was ook een biljart, dat serieuze spelers redenen zou geven tot het uit trekken der haren en verheffing der stem. De tafel was niet horizontaal, het laken niet glad en de keu niet recht. Voor ons was het een bron van uitbundig plezier. Daar woonde in de buurt ook ene Goldman of Goldberg die voor zijn plezier er een eenden en hoenderverzameling op na hield, 's Avonds werd de terugreis aanvaard naar de stad van de haai en de kro kodil, waarvan de lichten boven op de Arak-arak al zichtbaar waren. Herinne ringen van days gone by, om hier bij de kachel te vertellen aan de kleinkin deren, die met schitterogen en rode oortjes ademloos luisteren naar de escapades van opa. Avonturen, die ze zelf niet meer kunnen meemaken en zo verschillend zijn van wat de patat- jeugd hier meemaakt. Ergens heb ik een interview gelezen, waarbij een dame zou hebben gezegd, dat zij in die dagen last had van het gemengd bloed. Dat vind ik opmerke lijk, aangezien ik er nooit iets van ge merkt heb. Integendeel doordat je op het kruispunt tussen oost en west staat, heb je een duidelijker inzicht in beider standpunt. Het is natuurlijk wel zaak, niet voorshands een der culturen als minderwaardig te beschouwen. Moge lijk wordt dit ook veroorzaakt doordat het westers deel van mij niet geheel Nederlands is, mijn overgrootmoeder was een Schotse, mijn grootmoeder een Deense en mijn moeder een In- disch-Deense of Deens-Indische, af hankelijk van welke richting men de zaak benadert. In elk geval is dat deel Elck-wat-wils, so what? Na de school periode hadden wij niet veel contact met de totok-Nederlanders van onze leeftijd. Wilden zij zich bij ons aanslui- DJANGOENG BETEKENT GELUKKIG NIETS DJAGOENG IS LEKKER We missen onze trouwe, Indische mijn heer Gouwen van de drukkerij soms nog heel erg. Als we b.v. gauw-gauw nog een advertentie of een stukje moe ten doorgeven, waar Indische woorden in voorkomen. Want dan komen ze nu, ongecorrigeerd, nogal vreemd in ons blad. Zoals die "Djagoeng" adverten tie. Zomaar even er tussen gezet. Waarom ook niet? Ik had natuurlijk ook het woord "mais" kunnen gebruiken, maar mais is veevoer en djagoeng is vertrouwd en staat synoniem voor lek ker, voedzaam. Soedah, ze leren het nooit. Als l) maar niet denkt dat wij zo onnozel zijn geweest. Weet U wat ik deed zodra ik dat "djangoeng" zag staan? Rennen naar het woordenboek Bahasa, kijken of het geen vies of lelijk woord was. Geluk kig, niet, bestaat niet eens. De zetter had er ook "djantoeng" van kunnen maken, dan was U gekomen om "hart" bij ons te kopen. Ik moet er niet aan denken! L.D. GROOT KRUIDEN GEZONDHEIDSBOEK door Dr. H. Neuthaler Kruiden en goede voeding. Een uitvoerige verhandeling over de steeds meer erkende waarde van natuurgeneeswijzen en genees krachtige kruiden, waarin rpeer dan 300 soorten kruiden met tal rijke afbeeldingen worden behan deld. f 45,f 3,25 porto Tweede en laatste pluk I rikadel djagoeng djagoeng reboes djagoeng bakar BIJ TOKO TONG-TONG, ZOLANG DE VOORRAAD STREKT 5 VOOR f 1,— ten, best, wilden zij een eigen club oprichten, ook best. Het interesseerde ons eigenlijk niet erg, hun devies was "money in the bank", het onze "jollity and mirth", and never the twain shall meet. Mogelijk was het artikel door de jour nalist uit de duim gezogen, ik heb wel eens het idee, dat die personen per woord betaald worden. In dat geval zou ik er geen woord meer aan willen besteden, indachtig het aan Lao-Tzu toegeschrevene, dat het discussieren met een dom mens even waardeloos is, als het gevecht van twee kaalkop pen om een haarkam. B. de Rijk.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1975 | | pagina 9