Soekaboemï's Oorlog en Vrede Toen ik trouwde in 1940 was mijn man eerste employée van Tjisadea, een thee onderneming ten zuidwesten van Bandoeng. Enige tijd later werd hij administra teur van Tjidadap, een kleine thee-onderneming, ongeveer 30 km. oostelijk van Soekaboemi en 10 km. zuid van Tjibeber. Ook deze onderneming was van Ross Taylor, wiens superintendant de heer Bosschieter was, die vlak na de capitulatie van Japan, in de bersiaptijd, op mysterieuze wijze spoorloos verdween. t4&'-J imhimni/H* In Soekaboemi had ik twee studievrien dinnen: dokter Wine Huitema, zen dingsarts van Budi Kemulian en dok ter Adri Groenendaal Krijger. Toen Java gemobiliseerd werd en onze on dernemingsarts dokter Hens ook was opgeroepen, kwam zijn hele praktijk aan dokter Wine Huitema, Mijn eerste kind werd geboren in de kliniek van Budi Kemulian, die aan een parallel weg van de Grote Postweg lag. Een maand tevoren logeerde ik al in Soe kaboemi bij Truus de Vries, lerares Engels aan de Mulo op de Wilhelmina- weg. Zij overleefde de oorlog niet. Ik kende er ook Jo Zijderveld, direc trice, lboe Soeretna en Ida Rusch van de Prinses Julianaschool. Direct na het uitbreken van de oorlog met Japan keerde ik met onze baby terug naar de onderneming en vond ons huis met blauwe lappen verduis terd. Ook de administrateurs moesten zich bij de Jap melden, toen Ned. Indië gecapituleerd had, maar zij werden weer vrijgelaten om de ondernemingen te beheren, maar ook dat was al gauw afgelopen. Toen moesten de vrouwen de zaken oeroesen. In Augustus 1943 werden tenslotte ook wij geinterneerd; eerst in een school in Tjiandjoer en later in kamp Karees in Bandoeng, waar we heel Soeka boemi terug vonden. Fee Wijbenga gaf er balletles en hield uitvoeringen en daar begon ook Marianne Hilarides (toen nog Boudijn). Niet lang daarna werd dit kamp opgeheven en werden wij op transport gesteld naar Adek, Kampong Makassar, Tjideng en Tjiha- pit. Na de oorlog en het recuperatieverlof werd mijn man naar Soekaboemi ge stuurd om de resten van de vernielde ondernemingen te registreren en die te ontmantelen welke geen lonend a- reaal meer hadden. Het was een ge vaarlijk werk vanwege de vele schiet partijen. De aanvoer naar de onder nemingen werd verzorgd door "Estate Supplies" van de heer Joshua aan de Seiabatoeweg. Tenslotte kwam mijn man te werken onder de heer Wencke bach van het Algemeen Landbouw- syndicaat, dat tot taak had de wedu wen van vermoorde planters te repa- trieëren en de begrafenissen te rege len. Nooit zal ik de drievoudige begrafenis vergeten van de heren Meeter, Tim mermans en iemand wiens naam ik vergeten ben. Zij werden vanuit een hinderlaag neergeschoten. Een vierde man, die bij hen was, de heer Woort- man, had zich nog kunnen redden. De schoonheid van het Soekaboemische kerkhof, toen, met de grillig gevormde Djampang op de achtergrond, maakte diepe indruk op mij. We woonden in die dagen na de oor log in een bilikhuis aan de Seiabatoe weg, tegenover de grote school waarin Nederlandse militairen gelegerd waren. Achter ons huis was een Indonesische school, bezet door de republikeinen. Dus werd er over en weer met machine geweren en mortieren geschoten en wij zaten daar precies tussenin. Ik heb om het huis een grote, dubbelgevouwen lap bilik, met grind gevuld, laten aanbren gen om de kinderen te beschermen. Inmiddels waren verscheidene huizen aan de Boenoetweg getroffen en aan de Seiabatoeweg waren de Juliana school en het Selabatoehotel verwoest. Intussen gaf Fee Wijbenga onze kin deren weer dansles op Prana terwijl haar zuster Thea de muziek verzorgde. Fee trouwde later met de Oostenrijkse balletleraar Werner en vertrok met hem naar Australië. Onze kinderen en die van de families Baidemann, van Till, Graswinckel, Com- paan, van der Touw, Meeter en Hos gingen nu ook weer naar school, bij Jo Zijderveld, nu op de Wilhelminaweg. Ik gaf zelf een jaar les op de Mulo- school. Mijn namen noemen zou niet compleet zijn als ik niet de aardige doktoren vermeldde: chirurg dokter Poespo Ne- goro, dokter Hamani en dokter Tung en de veearts die met zo'n knappe hollandse vrouw getrouwd was en zul ke knappe kinderen had. Zij verzorg den "vriend en vijand" zonder onder scheid. Na de overdracht eindigden ook na genoeg alle schietpartijen. Toen mijn jongste dochter geboren was werd mijn man overgeplaatst naar Bantam en daarna begonnen we onze Bogor- periode. Maar wat een gezellig stadje was Soe kaboemi en wat had het een heerlijk klimaat! MEVR. ANTHONI (Van redactiewege verkort) Schrijfster bedoelt hier kennelijk dokter Frits Waworoento en zijn vrouw Zus en hun zoon en dochter Wia en Meike. Frits was als hoofd veterinaire dienst verantwoordelijk voor de hy giënische toestanden op Soekaboemi. Frits en Zus Waworoento leven niet meer. Zoon Wia is hoteleigenaar op Bali en Meike moet ergens in Holland zitten. JMK. REACTIE OP "SOEKABOEMI" Elke keer als ik met veel genoegen uw stukjes over Soekaboemi lees neem ik me voor u te schrijven. Meestal blijft het bij een voornemen. Nu ik echter een reactie lees in Tong Tong van 1 juni op, zoals U zelf schrijft: "inval len en herinneringen", kan ik niet na laten u mijn compliment te geven voor de zeer juiste beschrijvingen en toe standen van het prachtige mooie Soe kaboemi. U moet volgens mij toentertijd niet veel ouder dan 15 jaar geweest zijn. Het toeval wil dat ik uw ouders heel goed gekend heb. Uw vader was de chef van mijn eerste echtgenoot Jo hannes Zuther, overleden op 7 sep tember 1944 aan de Burmaspoorweg Thailand. Hij was boekhouder van de Gem. Soekaboemi en stond onder uw vader. Uw vader was een heel goed mens. Hij wist precies wat hij wilde, werkte zeer hard en had altijd toch nog tijd voor z'n personeel. Niets ont ging hem. Waren er zieken dan vergat hij nooit te vragen hoe of ze het maak ten. In één woord, hij was een soort duizendpoot. Nu weet ik niet of u het fijn vindt dat ik hem vergelijk met een duizendpoot, u zult wel begrijpen dat het beeldspraak van mij is. De heer Berger heb ik ook zeer goed gekend en de heer G. Ch. F. Briët was mijn buurman. Alle toestanden die U be schrijft zijn volkomen juist. Ik snap niet hoe U een plattegrond van Soekaboemi hebt kunnen maken. Ongeveer 35 jaar geleden verliet ik Soekaboemi. Ben zowat alles vergeten maar dank zij uw stukjes in Tong Tong is alles weer herleefd! Ik woon ruim 26 jaar in Nederland, dan ga ik dit jaar met vacantie naar Indonesië om alles weer intens te beleven. Ik hoop nog meer van uw stukjes te lezen en be tuig U hierbij nogmaals m'n dank voor de enige schetsjes die U schreef. MEVR. P. LEFRANDT-COHEN RECTIFICATIE BIJ HERINNERINGEN AAN SOEKABOEMI (IX) In Tong-Tong, Jrg. 20 nummer 5, op pagina 12, laatste alinea en vervolg op pagina 13 is een verbetering op zijn plaats. Het was burgemeester Ram- bonnet, die ten gevolge van Goena Goena ernstig ziek werd en niet de heer van Unen. Deze slip of the pen ontstond bij enkele tekstveranderingen. We wisten het maar het was helaas te laat! Toch zijn we mevrouw Hannaford- Rambonnet (dochter van burgemeester Rambonnet) erkentelijk dat zij zich de moeite getroostte ons hierop te at tenderen. Joh. M. Knaud 17

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1975 | | pagina 17