^Ziekenverpleging
BIKKELEN
WEEKBLAD VOOR DAMES IN INDIE
een levensdoel voor dames van stand.
Drie jaar geleden bracht de heer dr.
Lykles te Soerabaja het goede denk
beeld tot uitvoering om jonge dames
op te leiden voor de ziekenverpleging.
Zijn cursus werd aanvankelijk gevolgd
door een 16tal jonge dames, van wie
eenigen wegens verandering van woon
plaats, huwelijk of om andere reden
afvielen; voor de overblijvenden had
eergisteren het eindexamen plaats.
Het diploma kon worden uitgereikt aan
de dames J. E. Copper, G. Donner, V. J.
Hoogenraad en A. Chr. A. Merghart,
die zich aan de praktijk der ziekenver
pleging gewijd hebben in de klinieken
van de drs. Koefoed en Koch en in de
Soerabajasche Ziekenverpleging.
Het voorbeeld van dit viertal ontwik
kelde dames, die zich een zoo schoon
levensdoel gekozen hebben, zal zonder
twijfel navolging vinden bij vele dames
in Indië uit den goeden stand, die een
goede en geëerde maatschappelijke
positie zoeken. Het is een gelukkig
verschijnsel te achten, dat de weerzin
van vele jonge dames hier te lande om
zich aan de Ziekenverpleging te wijden
geleidelijk wordt verdrongen door het
besef, dat de vrouw in geen andere
werkkring beter de in haar binnenste
sluimerende liefde en toewijding tot
hun recht kan doen komen aan het
ziekbed.
Het was ons inziens dan ook wensche-
lijk dat het werk van dr. Lykles - die
zooals bekend ons spoedig metterwoon
verlaat - werd voortgezet door een
collega. Wel denkt de heer Lykles met
tertijd aan zijn gesticht te Lawang een
cursus als boven bedoeld te verbinden,
maar dit sluit de behoefte aan een
gelegenheid tot opleiding te Soerabaja
geenszins uit.
(Overgenomen uit: De Echo 18-5-1902,
die het weer ontleende aan het Soe-
rabayasch Handelsblad.)
DRUGS OF DJAHÉ
Hier volgt een komisch (achteraf)
voorval, mij overkomen.
Ik heb tot voor kort nog in West-Duits-
land gewoond en moest daardoor vaak
de grens over. Na de geijkte vragen,
of ik iets had aan te geven, is het
meestal "doorrijden" geblazen.
Maar één keer is het me overkomen,
dat ze mijn auto met de weekend-tas
sen erin binnenste buiten hebben ge
keerd, omdat ze veronderstelden, dat
ik in het bezit was van hasjeh, drugs,
stuf, of hoe ze die rommel ook mogen
noemen. En wel, omdat ze in mijn
dash-boardkastje een flesje hadden
gevonden met gruis van bintang djahé.
Ik kon praten als Brugman, maar ik
mocht voorlopig niet weg, alvorens de
inhoud van het flesje onderzocht was.
Ik heb een klein uur bij de douane in
de auto zitten wachten, voordat ze
me lieten gaan.
Het zullen wel mensen zijn, die nooit
geconfijte gember hebben gegeten.
Enfin, ik zeg dan maar op zo'n moment:
"Zij weten niet beter.1'
N. C. Fea.
Nu heb ik altijd gedacht, dat bikkelen
een Indisch spel was, maar bij het
doorbladeren van een boekje over
Antiek speelgoed door A. Burkij-Bar-
telink werd ik uit de droom geholpen,
want daarin stond:
"Tot de spelletjes die zeer ver in het
verleden teruggaan behoort ongetwij
feld het bikkelspel; in Herculanum wer
den al afbeeldingen gevonden van bik
kelende jonge vrouwen.
Hoewel het over het algemeen een
meisjesspel is, schijnen vooral vroeger
ook mannen eraan deelgenomen te
hebben. Oorspronkelijk was het na
melijk een behendigheidsspel voor vol
wassenen. Dit is ook te zien aan de
afmetingen van de bikkels, die vroeger
van schapewervels werden gemaakt.
In de collectie antiek speelgoed in het
museum te Gouda, is een dergelijk
stel schapebikkels te zien.
Deze door ouderdom zwart geworden
dingen, zijn door eeuwenlang gebruik
volkomen glad gepolijst en liggen, voor
wie ermee spelen wil, bijzonder prettig
in de hand.
Nu zijn de bikkels van schapewervels
dan ook vervangen door veel kleinere
exemplaren van koper of lood.
Het balletje, dat oorspronkelijk een
glazen of stenen stuiter was die op
een hardstenen stoep behoorlijk
sprong, werd vervangen door een mas
sieve bal van rubber.
De regels van het spel zijn als volgt:
Vroeger werden er meestal vier bik
kels gebruikt, alle gelijk van vorm. Eén
zijde was symetrisch, de tweede iets
hellend geslepen, de derde was aan
de vlakke zijde iets uitgehold, op de
vierde was een S. gegraveerd. De
namen wisselden met de provincies,
maar de meest gebruikte waren: staan-
dertje, bokkeltje (bocheltje), koeldertje
(kuiltje) en essertje. Het komt wel iets
of wat overeen met onze, put, rug,
glad en es.
Het spel bestond hierin, dat de stuiter
met kracht op de stenen ondergrond
werd gekaatst. Het opspringen, neer
komen en opvangen gaf de speelster
een paar seconden tijd voor het uit
voeren van de moeilijke opgaaf: het
keren, hergroeperen, opnemen of
schikken van de vier bikkels. Bij deze
bewegingen werden in sommige stre
ken versjes gezegd of opgedreund:
uit Friesland
ik bouw d'r een hoes
van stain en groes
van iezer en stoal
zo glad als een poal
zo glad als 'n glas
Dat ik ter 'n bikkel
Von bove'n op tas
West Nederland
Kee - de - pee
'k sleep er een mee
Anna de pop
'k raap er een op.
Noord-Brabant
Moeke, die vlo!
Ze biten me zo,
Ze biten me zeer
'k gooi een bikkel-tien neer!
Wat ik nu zo graag wilde weten, waren
bij ons bikkelspel in Indië ook derge
lijke versjes? Wie kent ze?
ESJE PEER.
21