(slot) Herinneringen aan Soekaboemi HET LAATSTE HUIS, HET LAATSTE HOOFDSTUK Weer verhuisden we. Nu betrokken wij ons laatste huis op Soekaboemi; een woning tegenover de "Zusterschool" - waar ik op zat - op de Selabatoeweg. Het is onverstandig om kantoor aan huis te hebben, het is volstrekte dwaasheid om tegenover je school te wonen, alhoewel 't soms gemakkelijk is. Maar je wordt wel pienter in het ontsnappen aan de ouderlijke zorg. We woonden hier ook dicht bij het Grand Hotel Selabatoe waarvan de heer Lenné directeur was. De oprijlaan met de prachtige hoge bomen (waren het damars?) leidde ook naar de voetbalvelden achter het klooster. In de weekends flaneerde heel voetbal- minded Soekaboemi langs ons huis. Onze voetballers waren fanatiek, maar waren het ook cracks? Ach, zoals wij erin gingen tegen Batavia op 18 Janua ri 1931. Met 9-1. Kassian! Het diep bedroefde bestuur bestond uit voor zitter A. E. Crone, vice-voorzitter P. R. Melsen, secretaris Joh. S. Wolters, penningmeester Piet Ladage en de commissarissen Wim van Damme, B. J. Teunissen, A. J. Huber en J. Steger- hoek. Nu we het toch over sport heb ben, wist U dat het trimmen door een Soekaboemische arts werd uitgevon den? Het was dokter Grüneck. Iedere ochtend tenminste zagen Soekaboeme- laars onthutst van hun voorgalerij toe, als hij in zijn sportpèndèkje voorbij- snelde in looppas. Verder waakte een fiks aantal doktoren over onze gezondheid. Dokter Movig noemde ik al eerder. Nu allereerst dok ter Blommestein in wiens handen ik het leven en Soekaboemi's wereldje met een verheugde schreeuw begroet te (Je kunt tenslotte niet alles van te voren weten nietwaar?) Dan waren er dokter Baggelaar op de Vogelweg - ik spelde zijn naam eerder verkeerd met ch - dokter Sie op Tjipelang, dok ter van Baarsel, dokter Jansen en dokter Marzuki. Op de Kliniekweg woonde dokter Stibbe en tegenover het I.E.V.V.O.-huis op de Wilhelmina- weg had de gepensioneerde militaire arts dokter de Granada (wat 'n luister rijke naam!) zijn domicilie. Tenslotte was de veearts dokter Waworoentoe als hoofd van de veterinaire dienst belast met het toezicht op de hygië nische toestanden van abatoir en pas- sars. Goed dat er zoveel artsen waren. Ik in ieder geval had maar dan ook altijd wat, viel ergens m'n knieën open in steenslag, trapte in glas of roestige spijkers, bliksemde uit bomen of gleed uit en viel me een bloeduitstorting op glibberige kalistenen. Keuze genoeg. En de heelmeesters Sie en Marzuki konden - één keer zelfs in 't Lidwina - de zaak knippen, snijden, oplappen en verbinden. Bekijk iemands benen en voeten en je weet of hij z'n jeugd in Indië doorbracht. Het had z'n voorde len: we liepen tenslotte met 't grootste gemak op onze blote gebruinde eelt- sloffen over glibberige sawahdijkjes, gloeiende asfaltwegen en scherpe kri- kil. Merkwaardigerwijs had ik van min der schone snoeperij buitenshuis nooit last. Ik had toen blijkbaar al een maag van ijzer. Ons laatste huis lag op de hoek van de Selabatoeweg en Gang Tjikole Hilir. Aan de andere kant van het weg getje woonde een toekang portret. Langs de pagger van ons erf stonden hier altijd een heel rijtje warongs waar onder mijn peujeum-leverancier. Aan de andere zijde van ons huis - aan de noordzijde - woonde op nummer 34 de familie Kortz en dan naar boven toe (ik weet evenwel de juiste volgorde niet meer) verder nog tante May Dijk man en haar moeder, de Van Leuvens, de Bouwmeesters en de familie Van Spall. Aan de overkant, naast de Da- marlaan naar het Selabatoe Hotel, lag de kindervacantiekolonie en meer naar boven toe woonde op nummer 53 de Het wapen van kota Soekaboemi heer Melsen (van de S.V.B.) en familie. Om nog even terug te komen op het Selabatoe Hotel, wist U dat dit in 1882 werd opgericht, terwijl het Victoria Hotel al in 1876 werd geopend en beide vanaf de eerste dag door de Lenné's werden beheerd? Nog een jaartal: ons aller taartjes-paleis Schuttevaer lever de de eerste banketbakkersproducten in 1880. Over eten gesproken (daar ontkomen we blijkbaar nooit aan), ik was een vaste klant van "Bakkeri'', een Soendanees die met een wagentje vol lekker geurig en vers brood bijna dagelijks langs kwam. Zijn brood ènak sekali sèh. En vooral die "kaki koeda" ik farreet zonder wat-wat erop. Maaf, maar ieder ander werkwoord is te zwak. Intussen weet ik nog steeds niet voor wie Pak Bakkeri liep, voor Van der Mark of voor een Chinese bakker. Maar wie dan ook, hij bakte letterlijk zoete broodjes. Op de hoek van de Selabatoeweg en de Kliniekweg woonde de familie Ger- verdinck in een geweldig groot huis met straatlange galerijen die de Gerverdinck in een geweldig groot huis met straatlange galerijen die de jongens Gerverdinck als racebaan ge bruikten. Dan stoven zij op hun tan dem-vliegende hollander, het summum van 't bereikbare, over de plavuizen en maakten geweldige side-slips. Aan de overkant, op de hoek van dat steil omhooggaande stukje Selabatoe, was op nummer 62-A slachterij Ballin ge vestigd. Op het hooggelegen grote erf was een complete diergaarde met tijgers en ander verscheurend onge dierte, naar de nogal wat ongenuan ceerde verhalen luidden. Ik was er bepaald niet nieuwsgierig naar. Wél naar wat er nu eigenlijk door dat aqua- (lees verder volgende pag.) Foto links woont de dameskapper Van Bemmel die de permanentwave op Soekaboemi introduceerde. We wandelen hier op de Victoria- weg naar boven, richting Apotheek de Gedeh, aan 't kruispunt Sociteitstraat - Selabatoe - Wilhelminaweg. Foto rechts: De Selabatoeweg van toen was 'n prachtig laantje. Links de Pandopo van mijn school en de noordel. ingang. Rechts op de voorgrond, waar die kooplui zitten, dat is Gang Tjikole Hilir en direct daarachter begint 't erf van ons laatste huis op Soekaboemi. Onze tuin loopt door tot de derde paal van rechts. 14

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1975 | | pagina 14