fit
SOEKABOEMI
15
duct over de Kliniekweg stroomde. En
natuurlijk ben ik er via dat hoge talud
aan de noordzijde opgeklauterd. De
expeditie liep gelukkig goed af, want
het was een hele smak naar beneden.
Over wilde dieren gesproken, de laat
ste jaren kwam op Soekaboemi op
geregelde tijd de Manilla Show. Een
soort kermis, die z'n tenten opsloeg
aan de Aloon Aloon Noord. Daar trok
me vooral die hoge ton met motorrij
ders die full speed als vliegen tegen
de wand omhoog raasden. Was het
niet hier, dat op het hoogtepunt van
dit spektakel beneden in de ton een
luikje openging en een panter binnen
stapte? Dan ging een zucht van span
ning door de menigte kijkers. En de
panter maakte de vreemdste sprongen
naar de motorduivels. In werkelijkheid
zal het een oud beest geweest zijn,
dat in doodsangst probeerde de ra
zende motoren te ontvluchten maar
vanwege de nauwe ruimte er juist
telkens zowat bovenop terecht kwam.
Maar goed, wij vonden het geweldig!
Voor een overigens aanmerkelijk sym
pathieker staaltje van dierenbehande-
ling zorgde eens een aantal Soeka-
boemische sadokoetsiers. Dat kwam
zo: Op een kwade dag vloog een sado
met vreeswekkende snelheid Selaba-
toe (berg) af. Wandelaars zochten ij
lings een goed heenkomen in de berm
van de weg en dragers van wandelen
de warongs wisten tijdig het vege lijf
en hun kostelijke eetwaar te redden.
De "berenti-berenti" schreeuwende
koetsier hing achterover in de leidsels
en duwde een angstig vrachtje bijna
uit het voortsnellende rijtuigje. Maar
berentiën was er niet bij. Het rosinant
sprak blijkbaar een andere taal. Het
tournooi eindigde bij Tjikole, voor het
huis van de Bergers, waar de koeda
katjang in zenuwachtige haast over
eigen benen struikelde en tegen de
wereld ging. "Sir" belandde met een
fraaie boog voor z'n viervoeter op het
asfalt. Het vrachtje klemde zich vast
aan de dakstijlen en bleef binnen,
ledereen kwam met de schrik vrij be
halve het paard, dat niet meer opstond
tot ontsteltenis van z'n baas die, zich
kreunend van het wegdek verheffend,
in gedachten zijn humeurige kostwin
ner al over de eeuwige jachtvelden
zag draven. Dra was er een oploopje
van collega-paardemenners die zich
de hersenen pijnigden hoe ze het dier
uit het slachthuis konden houden. Dat
was bepaald niet simpel met een been
breuk. Toen kwam Wongso met de
kens en singels aandragen; Pak Sastro
zeulde met twee lange dikke bamboe's
en Mas Darma scharrelde ergens stevi
ge touwen vandaan. En na veel ge
zwoeg pikolden ze met z'n allen 't dier
naar 'n voorerf (ze hadden toestemming
gevraagd) en hingen de gevallene aan
een dikke tak van een boom. Het
gebroken been werd gespalkt en vele
weken lang zaten minstens vier koet
siers dag en nacht bij het beest, ver
zorgden het, borstelden het en praat
ten ermee en als het regende hielden
ze een zeiltje boven de patiënt. Tot
de koeda katjang genezen was en
Ons elftal kijkt
wat beteuterd
tegen een 8-2
eindstand op
na de ontmoe
ting met Bata
via in maart
1933.
weer, zij het onder 't gebruikelijke pro
test, kon werken voor z'n baas. Zo
waren ze, onze Soekaboemische snor
ders.
Was het sadopaard iets verderop ge
struikeld, dan zou het beest zich heb
ben neergevleid voor Venduhuis Kip
pers v.h. Boyer. Herinnert U zich die
ouderwetse venduties nog, waarbij de
lèlang-muzikant de godganse dag valse
Op veler verzoek onderzoeken wij
de mogelijkheid een herinneringsal
bum over Soekaboemi samen te
stellen. Daarvoor is fotomateriaal no
dig van Si. vanaf tempo doeloe tot
1940. Wilt U Uw medewerking ver
lenen en foto's ter beschikking stel
len, zendt Uw materiaal met om
schrijving en een verslagje van Uw
Soekaboemische ervaringen dan aan
J. M. Knaud, Thorbeckelaan 107, Den
Haag. Dit materiaal wordt U, zo U
dat wenst, t.z.t. teruggezonden.
galmen aan een oude kempoel ontlok
te?
Bij deze gelegenheden nam de firma
Kippers v.h. Boyer bezit van het huis
en na enkele kijkdagen kwam de zaak
onder de hamer, vaardig gehanteerd
door veilingmeester van Laer, die in
razendsnelle geheimtaal de bullen van
eigenaar deed veranderen. Soms
bracht een rijke inboedel geen krats
op; daarentegen ging een andere keer
een schamele verzameling meubeltjes
weg voor een waarlijk reusachtig ka
pitaal. Venduties waren dikwijls graad
meters van gevoelens.
Kippers v.h. Boyer hield kantoor en
showroom op Selabatoe, iets beneden
Tjikole, waar de niet verkochte goede
ren uitgestald en te koop lagen.
Aan de zijde van de Zusterschool, een
paar huizen naar beneden, woonde de
familie De Wit. De heer De Wit had
een garagebedrijf en moet Ford-dealer
zijn geweest, in aanmerking genomen
de reclameplaten en -boekjes die ik
van hem kreeg. Hij had twee knappe
dochtertjes, van wie er één heel mooi
piano speelde. De ander - of was het
de pianiste? - kreeg typhus en werd
zwaar ziek. Toen bedekte de dienst
gemeentewerken een heel stuk Se-
labatoeweg met bossen padistro om
het geluid van voorbijdreunende gro-
baks en andere vehicles zoveel mo
gelijk te dempen. Ik vond het een heel
mooi gezicht, net of de Selabatoeweg
van goud was. Het meisje De Wit ge
nas gelukkig.
En, hoe kan 't ook anders, weer had-
(lees verder volgende pag.)
Afscheidsfuif voor twee IEV-ers in het restaurant van Capitol. Op de voorgrond zittend:
links de heer Camoenié en rechts de heer Ardaseer. De namen van de overige zittende
smulpapen ken ik niet. Staand van links naar rechts de heren Den Baars, van Beusekom,
de vertrekkenden Knaud en van Leuven en oom Frits Waworoentoe.