WIE WAS MOEDER SQUEERS SLAGERIJ H. van OLPHEN, Loosduinenweg 511, Den Haag Het oude adres voor de enige echte Indische saucijsjes en Chinese worstjes. Voor de Feestdagen: Verse, gezouten en gerookte Kalfs- en Rundertongen, mooi mager buikspek voor babi pangang, dideh maroes voor gado-gado, petjel. Dagelijks verse babat, paroe en limpa. apprecieer dan toen we pas trouwden. Ik ben blij met hem. Zou hij blij zijn met mij? Mis poes, die vlinders zijn te snel voor je dikke pootjes. Wat steekt ze leuk af tegen dat groene Irish Moss van het voetpad, beige lichaam en donkere sokken en gezicht. Ze kijkt erg mis noegd naar me, gelukkig is ze niet scheel. Ik kan toch niet de rest van mijn leven alleen maar denken over ramen schoonmaken, borden afwassen en zo? Wat kan ik doen? Rrrrng! Nog lekker even omdraaien, oh neen! opstaan, aankleden, 't Is vandaag de eerste dag van school. Wat moet ik allemaal doen, 't is zo onwennig: ge zicht wassen, kleren liggen al klaar, lunchbags uit de ijskast halen, haver moutpap klaarmaken (dat haatte ik als kind, gelukkig eten we die nu zonder misbaar, met krenten erin), poezen uit laten! Haal ik het wel, 't is nu al kwart voor zeven! Wat ben je vroeg schat, je school begint toch pas om acht uur? Oh, wil je mij naar de bus brengen? Omdat het de eerste dag is? Zodat ik niet helemaal alleen ben? Dat is lief van je. Moet ik niet bang zijn, het gaat wel over denk je? Wel, jij zult het wel weten lieverd. Nee Nic, misschien een volgende keer, vandaag wil ik helemaal op mijzelf naar college gaan. Ik haal het wel, ik hoop alleen dat de bus- driver weet dat hij voor elke student hoort te stoppen zelfs voor dit oudje. Als hij 't niet doet dan zie je me wel weer opdagen en dan kun je me nog altijd naar het college rijden. Mike, daar komt de bus. Stel je voor dat hij niet stopt! Stel je voor dat hij vol is, of me niet ziet, of niet weet dat ik naar hem wuif, ofOh, hij stopt, zie je dat. Natuurlijk stopt hij, het is immers de schoolbus, you will be allright Mama, you'll see! Morning, is there a seat left? It's crowd ed isn't it? Oh, I have to sit down, that's the law? Met z'n drieën op zo'n bank valt niet mee, maar ik zit, op de schoolbus, alleen, op weg naar colle ge. Wat een jonge snoetjes! Zouden ze me gek vinden? Niemand zegt iets, geen gegiechel, geen lach-ogen, geen welsprekende elleboogbewegingen? Heeee, daar zit ook een "oudje," ziet er nog niet eens zo gek uit. En daar? Hmmm, ja hoor, beslist, oud! Wel, ik ben niet helemaal alleen zo gezien. Deze heuvel valt niet mee, dat is echt een klim hoor. Oh hemel, waar moet ik eigenlijk zijn, de gebouwen zien er allemaal eender uit, en ze liggen mijlen uit elkaar, ik heb tien minuten de tijd, laat me alsjeblieft niet te laat komen! Can you tell me the way to the anthro pology-building, please? Oh, I have to turn back, turn left, then right, no? The other way around? You are going to take me there, how nice of you! Wat staat op die deur, even vergelij ken met mijn studentenkaart. Nummer klopt, afdelingklopt; well, here goes nothing! LIESBETH. Een onzer lezers was zo vriendelijk ons een exemplaar van het Amster dams Logboek, dat geregeld in Het Parool verschijnt, toe te zenden. Het is gewijd aan een publicatie in het mededelingenblad van het Rode Kruis te Amsterdam en bevat een "Verslag der verrigtingen van het Centraal Comité in Ned.-lndië van de Neder landse Vereniging tot het verlenen van hulp aan zieke en gewonde krijgslie den in tijd van oorlog." Welnu, het verslag betreft het jaar 1874 en oorlog wès er: in Atjeh. Het Centraal Comité werkte op volle kracht. Wij citeren nu Het Parool: "Vanuit Batavia werden ettelijke goede gaven naar de gewonde en zieke krij gers gestuurd, zoals tabak, sigaren, pijpen, zeep, suiker, verkwikkende dranken, lectuur, gezelschapsspellen, maar ook brillen, kunstgebitten, houten benen en wandelstokken. Dat de Ne derlandse krijgsmacht uit vele nationa liteiten was samengesteld blijkt uit het feit, dat er niet alleen vraag was naar Nederlandse boeken, maar ook naar Engelse, Franse en Duitse lectuur. Een geschenk „voorzeker van geene geringe waarde" kwam van een zekere heer E. Waitz: 500 flessen frambozen- azijn voor de koortslijders. Ook kwam een zending van 100 kisten rode wijn, vergezeld van de beste wensen aan de kolonel Pel, in het Frans geschreven. Voorts worden opgesomd zendingen van pompelmoezen, „china's appelen", citroenen, pisangs, speelkaarten, ha- vannah-cigaren, schrijfgerei, enzo voorts. De officier van gezondheid C. Noorde wier rapporteerde, dat de giften enorm werden gewaardeerd, maar hij had ook wel aanmerkingen. Rode wijn en rhum achtte hij onnodige artikelen, want wijn verstrekte het gouvernement („zoo het wenschelijk wordt geacht") zelf wel en de rhum kon zijns inziens best worden vervangen door genever. En ook chocola was erg welkom, maar minder tevreden was hij over het kof- fieëxtract in de zendingen. „Dit werd lekker gevonden door allen beneden den rang van sergeant", meldde de heer Noordewier, „gewoonlijk werd een weinig extract gemengd in de ge wone rantsoen koffie; officieren en on derofficieren vonden het praeparaat ongenietbaar, de meesten vergeleken het met zwavel en stroop; mij herin nerde het aan het mengsel van moeder Squeers." Wat dat laatste mag zijn weet ik niet." De schrijver van het Logboek is bij allerlei deskundigen gaan informeren naar moeder Squeers, maar heeft haar niet gevonden. Zij moet in haar tijd toch een welbekende figuur geweest zijn. Kan een van onze lezers ons op weg helpen? Voor telefonische bestellingen: 070-33 69 21. 19

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1975 | | pagina 19