ik
EEN MERKWAARDIGE INDISCHE FAMILIE
Vele van de faits et gestes uit het tumultueuse leven van Ernest Frangois Eugène
hebben wij Nederlanders hem moeilijk in dank kunnen afnemen. Niettemin boeit
hij ons door zijn moed en door zijn extravagante karakter. Ik wil op dit laatste
in deze slotbeschouwing nog wat dieper ingaan. Een vraag die zich dan opdringt:
is D.D. nu werkelijk 70 jaar lang zo konsekwent geweest als hij blijkens de
titel van zijn autobiografie wilde aangeven? Wij hebben reeds gezien dat hij in
zijn jeugd verscheidene malen blijk gaf van zijn nationale gevoelens als Neder
lander en er is in de gevonden brieven en in het Wilhelmina feestalbum vanuit
Ceylon niets dat de latere renegaat doet vermoeden.
Ook wanneer we tien jaar later zijn is
zijn stellingname ten opzichte van een
eventueel onafhankelijk Indonesië nog
lang niet dezelfde als die van de latere
Danudirdja Setiabuddhi. Aanvankelijk
stond hem een andere staatkundige
oplossing voor ogen. Van der Veur
wijst in dit verband op D.D.'s streven
in de jaren 1912/1913 om de leiding in
handen te brengen van de Indische
mengbevolking.
D.D. was in feite overtuigd van de
superioriteit van de autochtone Indo
bevolking. Curieus in dit verband is
hetgeen hij vertelt over zijn ontmoe
ting met de adept van de rassentheorie,
Houston Stewart Chamberlain, auteur
van "Die Grundlagen des XIX Jahrhun-
derts": "uit München verzocht hij
Chaimberlain om een ontmoeting. Kort
later nodigde deze hem uit naar Augs
burg te komen. Daar werd S. door hem
en zijn imponerende echtgenote (zij
was Eva Wagner, Richards dochter)
hups ontvangen. Binnen vijf minuten
wist S. in tegenwoordigheid te zijn
van een geniaal intellect; ook de vol
gehouden visie van S., dat de Ariër
het object van een mite was, verhinder
de niet dat hoge eerbied hem vervulde
voor deze heros van de geest".
Op het eerste gezicht wat bevreem
dend blijkt dit contact minder raadsel
achtig wanneer men bedenkt dat in
Chaimberlain's theorie niet zo zeer de
"zuivere" Germaan of Ariër (zo deze
ooit bestaan heeft: Chaimberlain noemt
een "zuiver ras" een "luftiges Ge-
dankending") aan diens hoogst ge
waardeerde mensentype beantwoord
de als wel bepaalde mengingen die -
zoals tussen Germanen en Kelten of
tussen Germanen en Slaven - geduren
de een bepaalde tijd in de loop der
geschiedenis hadden plaats gevonden.
Ook Japanners, Sephardische Joden en
vooral de klassieke Grieken stonden
als ras bij Chamberlain hoog geno
teerd, doch overal zag hij dit als ge
slaagde mengingen uit vroeger tijden. 2)
Ook voert hij de bijmenging van Franse
Hugenoten aan de Berlijnse bevolking
als een gunstige factor aan, en spreekt
ergens van "die Notwendigkeit, oder
zum Mindesten Nützlichkeit der Blut-
mischung".
Chamberlain's theorie heeft D.D. on
getwijfeld aangesproken aangezien ze
tot op zekere hoogte viel te rijmen met
zijn eigen opvatting over de superiori
teit van zijn Indo-Europese bangsa-
genoten als mengras. In zijn ogen was
dit het meest begaafde ras dat ge
roepen was om in de Oost-Indische
tropische politiek de toon aan te ge
ven, zoals dat op de Philippijnen ge
schiedde door de Spaanse mestiezen.
Het is overigens te begrijpen dat deze
gedachtengang in de tijd van de
"Indische Partij" bij de "zuiver" Indone
sische leden daarvan niet zo geweldig
aansloeg. Met de opkomst van het
gezagsgetrouwe I.E.V. dreigde D.D.
tussen twee stoelen te komen zitten en
voelde hij zich genoopt een keuze te
doen. Men kan dus stellen dat hij
eerst gaandeweg zijn lot geheel ver
bonden heeft aan dat van de Indone
sische vrijheidsbeweging. Eenmaal in
het extreme vaarwater terecht geko
men heeft hij inderdaad tot het einde
zijner dagen konsekwent doorgekoerst,
al is het dan geen 70 dan toch wel 35
jaar lang. Als tragisch moet men het
niettemin beschouwen dat D.D. door
zijn gezagsvijandige agitaties in feite
heeft meegewerkt aan de vernieling
me, heeft hij zich bezig gehouden met
vraagstukken van godsdienst en mys
tiek, waarschijnlijk wel op geheel ei
gen wijze. Het zou interessant kunnen
zijn wanneer we kennis zouden kunnen
nemen van de 16 geschriften waarvan
hij in "70 jaar konsekwent" de titels
geeft, veelal op bijbelteksten geïnspi
reerd. Zouden deze opstellen nog er
gens bewaard zijn gebleven?
"Hij was een persoonlijkheid met vele
tegenstrijdige aspecten" besluit Koch
zijn scherpzinnige analyse in "Batig
Slot". Dit is ook juist in een zin waar
aan Koch wel niet gedacht zal hebben
want in astrologische zin kan men
deze uitspraak naar de letter opvatten:
het meest saillante aspect in D.D.'s
horoscoop is namelijk een oppositie
aspect tussen de Zon in Libra en
Saturnus in Aries. Dit staat symbolisch
voor een spanning tussen het grote
(geestelijke) ik (de Zon) en het kleine
(aardse) ik (Saturnus), krachten die in
Een onderzoek naar Douwes Dekkeriana in het krantendepot van de Koninklijke
Bibliotheek (VII - Slot)
van een unieke tropische samenleving
en de uiteindelijke ontworteling en
verspreiding van zijn eigen bangsa,
de Indische Nederlanders uit hun va
derland.
In een andere, meer strikt persoonlijke,
zin is Ernest D.D. zijn hele leven ze
kerlijk konsekwent zichzelf gebleven.
In de geest van de Multatuli-traditie
heeft hij altijd gestreden tegen on
recht en onderdrukking, werkelijk of
vermeend. Zoals zijn karakter is ook
zijn lot konsekwent geweest: een
voortdurende afwisseling van vrijheid
met gevangenschap en verbanning,
zodat hij in zijn autobiografie kon
spreken van "17 jaar vrijheidsderving".
Koch zegt dan ook ergens terecht: "II
a payé de sa personne". Wel zou men
zich nog kunnen afvragen of die
perioden van gedwongen afzondering
D.D. altijd zo zwaar gevallen zullen
zijn. Misschien is er in een diepere
persoonslaag een behoefte geweest
om na tijden van woeling en conflict
afstand te nemen. Wat hij vanuit zijn
gevangenschap in Diyatalawa op Cey
lon schrijft geeft even te denken: "Nu
iets over ons leven. Dit is zoo vreese-
lijk onaangenaam niet en het best te
vergelijken met dat van een vogel in
een niet onaardig kooitje, die geregeld
zijn voedsel krijgt en heel goed wordt
opgepast".
Tijdens de een na laatste detentie,
gedurende Wereldoorlog II in Surina-
principe zelf reeds tegengesteld zijn.
Daar komt nog bij dat deze zware
oppositie niet wordt overbrugd, door
gunstig tussenliggende aspecten. Inte
gendeel het toch reeds zware conflict
wordt nog aanmerkelijk verscherpt
door de Maan in Cancer die er met
een vierkant tussenin staat, tengevolge
waarvan de spanning op emotionele
wijze (Maan) nog eens extra wordt op
gezweept. Naar buiten geprojecteerd
kan men het zien als een stand die
typisch mag heten voor iemand met
hevige gezagsconflicten. Een Libra-
mens met zijn ingeboren evenwichts-
behoefte zal met deze tegenspoedige
aspecten zijn evenwicht onmogelijk
kunnen handhaven en eenmaal uit het
lood geslagen zal hij het nauwelijks
meer terugvinden. Een zwaar karma
lijkt hier in deze horoscoop gesymbo
liseerd. Dit zijn nooit louter individuele
aangelegenheden aangezien elk per
soonlijk leven tevens is verbonden met
de kosmos en de karmatische afwikke
lingen die hier gesymboliseerd staan
kan men beschouwen als onderdeel van
een grote evolutie van bepaalde groe
pen volken of rassen. Het doet ons
denken aan de strijd tussen Pandawa's
en Kaurawa's, waar Ardjuna strijdt met
Karna, Bima met Baladewa en waar
Prabu Yudistira, Suyudana, Duma,
Sangkuni en Gatutkacha de eeuwige
(lees verder volgende pagina onderaan)
22