OOM PISTOOL
Als ik terugkijk op mijn levensweg,
kan ik met de hand op het hart ver
klaren, dat ik tevreden ben. Ik heb
veel beleefd en personen ontmoet die
voor mij onvergetelijk zijn. Eén daar
van is Oom Pistool, met wie ik in
september 1946 kennis maakte in
Dordrecht. Om precies te zijn, in zijn
woning aan de Henriëtte Ronnerstraat.
Aan die kennismaking ging vooraf de
ontmoeting op het evacuatieschip
"Tegelberg" met mijn toekomstige le
vensgezellin, aan wie ik beloofde, dat
ik haar zou opzoeken in de Henriëtte
Ronnerstraat.
Toen de beginmoeilijkheden opgelost
waren, besloot ik dit te doen. Maar ik
had er geen flauw vermoeden van,
toen ik op die septemberdag door
Dordrecht liep, wat mij wachtte. Mijn
gedachten waren vervuld met herinne
ringen aan Java, mijn jachtbelevenis-
sen aldaar in gezelschap van mijn
jachtkameraad Jute, en natuurlijk ook
met de toekomstige levensgezellin, die
wist dat ik die dag zou komen. De Hen
riëtte Ronnerstraat en het huis vielen
mij tegen. "Wat klein en onaantrekke
lijk", dacht ik. Maar de ontvangst was
niet onhartelijk.
De begroeting door de zuster van mijn
toekomstige schoonvader was harte
lijk genoeg en de belangstelling van
de Dordtse familie liet niets te wensen
over. De zitkamer was volledig ge-
gevuld. En weer dacht ik terug aan
Jute, de zoon van een arme kleinland-
bouwer nabij Bandoeng. Een interieur
dat niet haalde bij wat ik in dit huis
zag, maar er ontbrak hier toch wat,
namelijk de gezelligheid die zo ken
merkend was voor dat Indo-gezin.
Men scheen in afwachting te zijn van
de komst van iemand. Aanvankelijk
kon ik niet gewaar worden wie dat
was. Toen zei er een: "Oom Bram is
laat", en werd het mij duidelijk, dat
men wachtte op de heer des huizes,
zonder wiens aanwezigheid men niet
aan tafel kon gaan.
En met Oom Bram kwam datgene wat
ik nooit zal vergeten. Oom Bram bleek
een politieman in vol ornaat te zijn -
pet op het hoofd en pistool in de
holster aan zijn riem. Zijn begroeting
was bepaald koel. Kort daarop besloot
men aan tafel te gaan. En toen ge
beurde het!
Oom Bram gespte zijn riem los, hing
deze op, ging aan tafel zitten en greep
de Bijbel. Daarop las hij iets voor uit
de Bijbel, waarna de familie ging bid
den. Ikzelf kampte al die tijd met een
binnenpretje. Gelukkig merkte men dit
niet. Maar naderhand kwam de uit
barsting.
Toen de toekomstige levensgezellin
en een van haar broers me naar het
station brachten, kreeg ik, nadat we
de Henriëtte Ronnerstraat achter ons
hadden, een lachstuip. Zij en hij keken
me verbaasd aan en de vraag die lo-
gischewijze volgde was: "Wat is er?"
"Oom Pistool", bracht ik uit. "Alle
machtig, dit is iets wat ik nog niet be
leefd heb! Hebben jullie het niet ge
zien? Oom Pistool kwam binnen, gesp
te zijn riem met pistool af, greep de
Bijbel en ging er een stuk uit voorle
zen. Daarna werd er gebeden. Is er
grotere tegenstelling mogelijk? Na het
moordwapen opgehangen te hebben,
grijpt hij naar het Boek met de Liefde-
leer! En hijzelf en alle anderen - be
halve ik - hebben die tegenstelling
niet opgemerkt".
Toen drong het tot hen door en de
bijnaam die ik hem gaf is gebleven.
Van die tijd af spraken de kinderen
van mijn schoonvader altijd over Oom
Pistool als zij het over Oom Bram had
den. Maar zij zorgden wel, dat hun
moeder het niet te weten kwam. Dat
dachten ze, maar ze kenden de
scherpzinnigheid van hun moeder niet.
Jaren later kwam pas tot uiting, dat zij
het door had. Tijdens een gesprek liet
ze zich ontvallen: "En wat Oom Pis
tool betreftVerder kwam ze niet,
want een algemeen lachsalvo barstte
los. Het gezin bleek het eens te zijn
met mijn visie!
We trouwden enkele maanden later,
gingen nog wat later terug naar Java,
bleven daar vier jaar en enige tijd
correspondeerde ik met de befaamde
oom, die in Dordrecht de bijnaam Ba
rendje Donderkop had. Maar aange
zien zijn brieven preken waren van
het begin tot het einde, brak ik de
correspondentie af. Na die vier jaar
op Java, heb ik Oom Pistool nog eens
teruggezien. Hij was niets veranderd!
Dertig jaren zijn nu voorbij gegaan.
Onze drie kinderen zijn volwassen en
huns weegs gegaan en wij wonen ver
weg van Holland. Maar soms komt de
herinnering aan de binnenkomst van
Oom Pistool en hetgeen daarop volg
de nog bij me terug en dan lach ik
opnieuw.
RIJKLOF VAN GOENS, Paramaribo
Naar aanleiding van de "Herinneringen aan Soekaboemi" voel ik de behoefte
om U, redactie van Tong Tong, te schrijven. Ten eerste mijn compliment aan
John M. Knaud, mijn ex-buurman (op Soekaboemi). Ik ben sinds een paar
maanden abonné - veel te laat overigens - en ik moet zeggen dat Tong Tong
een fijn blad is. Elke keer als ik het in de bus krijg ga ik er heerlijk voor zitten
en geniet telkens weer. Het zijn sweet memories uit mijn jeugd. Hierbij een foto
van een feest bij ons op Soekaboemi bij de Zusters Ursulinen aan de Selabatoe-
weg. Waarschijnlijk in 1933.
Helemaal rechts sta ik, als "vader van de bruid", met een geleende pandjesjas
aan, geleend van de vader van John Knaud
Het feestje was ter ere van de naamdag van de Directrice. Heette zij niet Mère
Gérardine (of was het Mère Frécaire - waarschijnlijk helemaal fout gespeld)?
De foto werd genomen op het voorerf.
Op de achtergrond is de linkervleugel van de school te zien met vooraan klas
lokalen. Daarachter lagen de Fröbelklasjes en het muzieklokaal waar mijn oud
buurman en ik pianoles kregen. Hoe de piano-mère heette weet ik niet meer.
Ik heb wel een Mère Angelique gehad en heb zelfs nog een brief van haar.
Ik weet ook niet alle namen meer van de kinderen op de foto. Mijn geheugen
laat me in de steek. Maar ja, ik ben ook al Oma van vijf kleinkinderen.
Misschien wilt U de foto plaatsen. Ik hoop in ieder geval, dat Soekaboemelaars
mij willen opbellen in de desa 's-Gravenpolder in Zeeland, Fortrapastraat 33,
telefoon 01103-1713 en me eens komen opzoeken. Met een Zeeuwse groet,
Cisca van Rees-Steinmetz
Wanneer töh breng je die jas terug? Te èrreg jij, Cis. JMK.