mij beschermden; de Prahoe; de Bis-
ma, daar waar ik eigenlijk huis hoor
de. Thuis! De bergen, waar ik vaak in
mijn wanhoop naar toe ben gevlucht
als alles mij te machtig werd omdat ik
nergens bij hoorde.
Ook de lucratieve zaadhandel bevre
digde Pa tenslotte niet; hij wou iets
doen, iets maken. Hij begon met land
bouw, waarvan hij niets af wist, maar
door kijken en praten en vragen en
vooral veel, zeer veel lezen, werd hij
er een expert in. De landbouw in het
hooggebergte met zijn in die tijd zo
beperkte mogelijkheden van tabak,
aardappel, groenten, wat mais. Mais,
met op die hoogte zo'n langdurende
groei en dus zo onderhevig aan ziek
ten en weer en vorst.
Pa begon rusteloos over de hele we
reld te zoeken naar planten, die het
ontbrekende konden aanvullen. Voor
elke geslaagde proef moest hij tien
tallen mislukkingen verbijten. Het was
geen geringe taak, die hij vrijwillig op
zich nam, een taak, die hij volledig
tot een succesvol einde heeft ge
bracht, alles uit eigen zak betaald. Hij
vond een graangewas, vele vrucht
bomen, en exportgewassen geschikt
voor alle hooggelegen bergstreken
van heel Indonesia, vondsten die nu
alleen nog moeten worden benut.
Een uitgebreide correspondentie ont
stond als een net over de hele wereld
met landbouwambtenaren, met grote
en kleine kwekers, met even verwoe
de zoekers in Zuid- en Noord-Ameri-
ka, Californië, Peru, Ecuador, Tanga-
jika, Madagaskar, Japan, China, Aus
tralië, Sikkim in Brits-lndië en zelfs
Rusland (Sukhoenie in Trans Kauka-
sië. Research Institute of humid Sub-
tropica).
Een vriend werd Prof. Fairchild, die
speciaal vruchten en gerechtenkunde
bestudeerde.
Als graangewas importeerde hij de
zg. naakte gerst uit Sikkim; hem be
kend uit de lijvige boeken van Sven
Hedin (Trans-Himalaya). Met Ma sa
men moest hij nog 'n methode verzin
nen om dit glibberige spul tot een vas
te massa te bereiden, eetbaar voor de
Javaan. Het eiwit en vitamine-gehalte
werden weer op eigen kosten (21 gul
den was toen een groot bedrag) on
derzocht. Hij ontdekte dat er ook zeer
goed bruinbrood van kon worden ge
bakken. Dit kreeg al spoedig te Wono-
sobo burgerrecht.
Als vruchtbomen werden geimpor-
teerd: Feyoa uit Uruguay, Biwa (Ja
panse mispel) in Spanje ülspero ge
naamd, Chirimolla (eveneens in Span
je te vinden tot mijn verbazing), de
berg-papaja uit Columbia.
Als exportgewas de Australische noot.
Hij had dus in zijn eentje, met eigen
geld waar hij weinig van had (zodat ik
mijn artsenstudie met een particuliere
beurs moest voltooien) volkomen
nieuwe mogelijkheden geschapen voor
alle streken in Indonesië, die tot het
hooggebergte behoren boven de pa-
digrens, boven de vruchtbomengrens.
Daarnaast zocht hij nog naar een me
thode om de funeste slijmziekte van
de aardappel te bestrijden, iets wat
hem persoonlijk trof en een persoon
lijke uitdaging werd. Aangezien alle
tot die tijd gebruikte bestrijdingsme-
thoden te duur, te omslachtig en ook
ineffectief waren, kwam Pa op het
idee om immune kwaliteiten te zoeken
of te kweken. Daarvoor zocht en
vond hij advies en inlichtingen bij zijn
correspondenten in Zuid-Amerika, het
vaderland van deze nederige knol.
Men verwees hem naar een even ver
woede zwoeger en zoeker, die echter
landbouwambtenaar was te Soekhoe-
mie in Trans-Kaukasië in de Sovjet-
Unie. Het werd een levendige corres
pondentie en het slot was, dat Pa heel
vlot een zending kreeg van, naar ik
meen, zo'n 40 wilde variëteiten. Merk
waardige tocht uit Zuid-Amerika naar
de Kaukasus en vandaar naar Indië en
later naar Holland. Waarom is op dit
gebied geen haat, geen wantrouwen,
geen moordlust? Waarom worden die
alleen op politiek gebied kunstmatig
in het leven gehouden?
Deze knol, waarvan de grote massa
in het Westen denkt, dat hij is uitge
vonden in Drente of Beieren of zo,
werd in eerste instantie door de
Spaanse conquistadores over de
hele wereld verbreid, evenals de
sweet potato (bataat) en de casave en
vooral de mais en dan nog de quinine.
We hebben die Spanjaarden behalve
het ontdekken van Amerika nog on
noemlijk meer te danken.
De laatste brief uit Soekhoe,mie kwam
in begin 1940, dus vlak voor het uit
breken van de oorlog. De aardappels
waren toen alweer naar Nederland
gezonden, naar Wageningen, waar een
variëteit die immuun was (door de
Chinese bioloog aldaar, wiens naam
ik mij niet meer herinner) naar mijn Pa
werd genoemd, zo werd mij gezegd.
Het verbeten jarenlange vechten van
mijn vader was dus niet vergeefs.
Financiële successen heeft hij van al
die tientallen jaren durende proeven
niet gehad, dat interesseerde hem
eigenlijk betrekkelijk weinig. Het kost
te hem integendeel zeer veel geld. Zo
veel, dat hij zelf geen auto had, geen
bankrekening. Pas op het einde van
zijn leven een rimboeradio op batte
rijen. Voor mijn Ma, mijn oudste zus
ter en later mijn broer, die de boek
houding deden, moet het vaak een
nachtmerrie geweest zijn. Vaak moest
er iets naar het pandhuis, maar de
planten moesten komen.
Veel officiële waardering was er ook
al niet. Men vond hem een lastige
leek; men noemde hem de rode Cra
mer wegens zijn correspondentie met
Rusland en zijn niet altijd even hoffe
lijke houding tegen bestuurs- en land
bouwambtenaren. Hij vroeg uit balorig
heid zelfs toestemming om te mogen
worden genaturaliseerd tot "Inlander",
wat niet mogelijk was, toen.
Hij had meer vertrouwen in de Chine
se geldschieter voor de tani dan de
Volkscredietbank, omdat de Chinees
soepeler was; de nette geldschieter
althans en dat waren tenslotte de
meesten. Het woord geldschieter wordt
in Europa niet gebruikt, daar heet hij
financier en is een geëerd persoon.
De Javaan in de bergen heeft echter
altijd respect voor hem gehad en ver
trouwen in zijn goede bedoelingen.
Alles, wat hij opbouwde, is in de oor
log vernietigd. Toen ik in 1959 voor
goed vertrok, zag ik alleen nog de
gerst en de bergpapaja. De laatste is
nl. onuitroeibaar. De rest werd brand
hout. Hij stierf in het kamp in Amba-
rawa en heeft de ruinen van zijn werk
gelukkig niet hoeven te zien, anders
zou hij ongetwijfeld met verbeten
moed van voren af aan begonnen zijn.
Als dreumes van vier jaar had ik ge
weldig respect voor zijn mooie lorg
net, die ik nooit zal kunnen dragen.
Nu, op mijn oude dag, mijn werk als
arts met het zijne vergelijkende, moet
ik zeggen, dat ik eigenlijk niets ge
daan heb wat van enig belang was
voor Indonesië, ondanks mijn studie
en dat Pa meer gedaan heeft dan de
meesten, die ik ken, uit welke kringen
dan ook.
Zelf noemde hij zich echter in neer
slachtige buien een mislukkeling, want
hij had geen carrière gemaakt en geen
pensioen verdiend voor Ma.
ZE ZIJN ER WEER
Bloeiende flamboyant in een Indisch
landschap, een stukje tropen aan de
muur
Wandtegel inclusief porto 8,50
In de winkel 6,50
(de tegel is niet hitte-bestendig, dus
niet als onderzetter gebruiken)
19