De Jongeren en het RMS-ldeaal
Van de redactie van Tong Tong ontving ik een belangwekkend artikel van
Mohamad Roem, geknipt uit "Kompas" van 20-12-1975, en twee brieven uit Paso
(Ambon) van 13 resp. 19 december 1975, ingezonden door A. Simauw, die zegt
zich te rekenen tot de "loyale Ambonnezen", nl. loyaal jegens president Soe-
harto. De beide brieven wemelen zo van de misverstanden, dat ik wel moet
constateren, dat de RMS-voorlichting op Ambon weinig of niets voorstelt. In
zijn brief van 13-12-75 wringt Simauw zich in bochten. Eerst zegt hij: Welis
waar is het recht van een volk om zijn vrijheid op te eisen erkend in het
handvest van de UNO. Maar de acties van Ambonnezen in Nederland kunnen
met welk argument ook gevoerd, niet worden getolereerd.
De publicatie van deze bijdrage -
evenals trouwens van vele andere! -
betekent niet dat de redaktie van
TT het met alles, wat daarin wordt
gesteld, eens is. Wel, dat zij deze
uiteenzetting van zodanige betekenis
acht, dat zij de aandacht van onze
lezers ten volle waard is.
In de tekst van drs. Van Pernis ko
men talrijke verwijzingen naar voet
noten voor. Wij hebben die verwij
zingen laten staan, maar drukken
de voetnoten - goeddeels verant
woording van de bronnen van de
schrijver - niet af. Wie van het on
derwerp verdere studie wil maken,
kan bij ons (tegen een bescheiden
vergoeding) een fotocopie van de
voetnoten verkrijgen. Men richtte
zich daartoe tot de redaktie van ons
blad. - Red. Tong Tong.
Deze Ambonnezen zien met lede ogen
het succes van de regering Soeharto.
Het is hun niet gelukt om de commu
nistische ideeën in Indonesië toe te
passen en daarom gingen ze naar het
buitenland om daar de Ambonnezen
te beïnvloeden, die psychologisch en
politiek zich in een precaire positie
bevinden en aldus een prachtig doel
wit vormen voor de Indonesische com
munisten om de Ambonnezen op te
hitsen onder het motto te strijden voor
de zogeheten RMS. De Molukkers in
Nederland moeten veel scherper op
letten, anders maken de communisten
van hen gebruik, wat de goede naam
van de Ambonnezen internationaal zou
schaden.
In de 2e brief van 19 dec. komen de
communisten "die loeren op acties van
Zuidmolukkers in hun eigen politiek
belang", niet meer ter sprake. Mogelijk
omdat Simauw beseft dat de ZM (Zuid
molukse) jongeren die in Beilen en
Amsterdam in actie kwamen, confes
sioneel en in sommige opzichten con
servatief zijn.. Bijv. wat de spelling
van "het Maleis" betreft gebruiken zij,
in casu de Pemuda Masjarakat-RMS
in hun ontmoetingscentrum (blijkens
tv-beelden) nog de totaal verouderde
oe-spelling van Ophuijsen van 1901 1).
In politiek opzicht hebben ze nog nooit
gehoord van de sumpah pemuda van
28-10-1928, d.i. de beroemde jongeren-
eed van trouw aan één land, Indone
sië, één volk, het Indonesische en één
taal, het Indonesisch. De eed werd
afgelegd door Indonesiërs, waaronder
heel wat juridische studenten, van alle
klassen en suku (ethnische groepen)
op de stichtingsdag van de Rechts
hogeschool (28-10-1924) 'a). Dat de
ZM jongeren dit niet weten is logisch:
Hun ouders hebben nooit interesse
voor de sumpah pemuda gehad en de
meesten van hen zullen er nooit van
gehoord hebben. Dat op 11 januari j.l.
het D'66-kamerlid Nijpels tijdens het
tv-forum "Informeel" weer kwam aan
zetten (evenals indertijd Romme, Ger-
brandy en vele andere Ned. politici)
met "de volkeren van Indonesië" en
hun "zelfbeschikkingsrecht" (lees: af-
scheidingsrecht), allang uitgesloten
door de sumpah pemuda van 28-10-
1928, was een blunder of juister ge
zegd een anachronisme dat als argu
ment natuurlijk voorkomt in de RMS-
uitgave "Confrontatie" 2) (1975). Daar
wordt o.m. gesteld op p. 16: "Waarom
zouden de grenzen van de zo verfoei
de vroegere Ned. kolonie de grenzen
moeten zijn van de nieuwe staat? 2a).
Wanneer wij op dit punt met Indonesië
van mening verschillen en de eenheid
van dat land van Sabang tot Merauke
ontkennen, dan staan wij in onze op
vatting niet alleen". Er volgt dan een
samenvatting van de argumenten van
een vroegere Atjehse dissident, Ha-
san Mhd. Tiro, neergelegd in diens
boek "Demokrasi untuk Indonesia".
Daarin ziet hij Indonesië als een geo
grafisch en ethnografisch versnipperd
gebied en hij verwerpt dus de jonge-
reneed, als hij er tenminste ooit van
gehoord heeft. Op dezelfde p. 16 van
"Confrontatie" heet het: "Op het o-
genblik dat Nederland capituleerde,
keerde de souvereiniteit in wezen te
rug bij de diverse volkeren van wie de
Nederlander in het verleden de souve
reiniteit geroofd heeft. En het zijn
daarom deze volken die het recht heb
ben om zelf te beslissen welke staats
vorm zij voor vandaag en de toekomst
willen hebben Wij menen dan ook
dat er alle reden is om de opvatting
van de Indonesische onverbrekelijke
eenheid, zeker t.a.v. de Zuid-Moluk-
ken, aan een nader onderzoek te on
derwerpen en dit, onder andere punt
van bespreking te laten uitmaken in
een ev. te houden dialoog tussen In
donesiërs en Zuidmolukkers", een
dialoog die Nederland (blijkens de ei
sen van de overvallers in A'dam) op
een of andere manier moetja wat?
Afdwingen? Organiseren? Want Indo
nesië, indachtig de sumpah pemuda
van 1928, zal nooit toestemmen in een
dialoog op basis van "de Zuidmolukse
drang naar onafhankelijkheid die een
realiteit is" (slot van p. 16) en op basis
van het niet bestaan van de Indone
sische identiteit, wat "Confrontatie
op dezelfde p. 16 probeert aan te to
nen op grond van de taalkundige ver
scheidenheid in Indonesië: "Zoals ook
de Franse taal, het Spaans, het Portu
gees en het Italiaans geen dialekten
genoemd kunnen worden van het La
tijn, zo is het ook gesteld met de
talen van de Buginezen, de Minang-
kabauers, de Bataks, de Sundane-
zen en nog vele andere bevolkings
groepen. En ook in geschiedkundig
opzicht vormt de Indonesische archi
pel geen eenheid. Tijdens het Ned.
koloniale tijdperk was er geen sprake
van een gemeenschappelijke geschie
denis van de verschillende bevolkings
groepen in de archipel", waarbij ge
makshalve niet wordt vermeld: a) dat
elke suku (bevolkingsgroep) meent
van huisuit origineel Indonesisch te
spreken, en dit verschijnsel vindt men
zeker niet alleen bij Minangkabauers
en Bataks (die voor de oorlog een
groot aandeel hadden in de Maleise
uitgaven van de Staatsuitgeverij Balai
Pustaka) .Atjehers, Sundanezen, Ban-
djarezen, Makassaren 3) of Javanen
(die in hun taal een prototype van het
Indonesisch zien en veel hebben bij
gedragen tot de woordenschat van het
moderne Indonesisch). 3a). Ook Baline
zen verzekerden mij, dat hun taal veel
lijkt op het Indonesisch. M.a.w. men
is zich de stamverwantschap van suku
(ethnische groepen) 3b) en talen (die
men serumpun noemt) zeer wel be
wust; 4) b) Zo door iets dan is het wel
door de Ned. overheersing geweest,
dat de Indon. suku's een onverbreke
lijk saamhorigheidsgevoel hebben ont
wikkeld, uitmondend twee jaar na het
neerslaan van de opstand van 1926 in
de jongereneed, in het volkslied "In
donesia Raya" 5), in de term bahasa
daerah (streektalen) en in een krach
tige opleving van het Indonesisch
(reeds lang voor de oorlog! Ik heb het
zelf sinds 1935 geregeld bijgehouden).
Vooral na 1940 heeft, mét dat het
Nederlands wegviel, het Indonesisch
een grote vlucht genomen; c) Anders
dan het Latijn (dat in de middeleeuwen
alleen de taal van de geleerden was),
was het Maleis reeds eeuwenlang
lingua franca van de archipel geweest;
d) Zo iets, dan staat wel het bestaan
(lees verder volgende pagina)
:|||||lllllllllllllllllllll!lllllllllllllllllll!llllllllllllllllllllllllllll>llllllllllll!lll!lll!IIIIIIIIIIIIIINIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII!llillllil<lll!llllll!ll!lllllllllllll!lllli:lllllllllll!llllllllll>IIIIN!lllll!lllllllllll!IIUIIIIII!lllllllllllllllllllllllll!llllll!lllll
Het bestaan van de Indonesische identiteit
door drs. H. D. van Pernis
|||||||||||||||||||||||||l|]||||||||||||||||||||||||||||ll|l||l|l|UIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII|]|lllllll(llllllllllllllllllllllllllllll[lllllllll)IIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIlilllfl!illlllllllllllllllll[lllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
6