VAMU NEDERLAND zoutarme ketjap speciaal voor hogebloeddruk-patiënten nu ook verkrijgbaar via uw VAMU-winkelier Gele Meerbloem 13 Wateringen Telefoon 01742- 3280 VOOR AMSTERDAM ARCHIPEL Karei Klinkenbergstraat 115 Telefoon 020- 13 71 57 van de Indonesische identiteit vast: alle Indonesiërs die ik gekend heb, in Jakarta, in Bandung, Banjarmasin of Den Haag waren trots op hun Indone sische identiteit 6). Het merkwaardig ste van alles is nu dat de Zuidmoluk- kers hier te lande, grotendeels, een eigen identiteit claimen, maar het be staan van de Indon. identiteit in het algemeen loochenen en de Indone siërs die het niet met hen eens zijn, uitmaken voor andjing Jawa 6a). Hier ligt inderdaad een taak voor de Rep. Indonesië en voor de Indon. am bassade, een taak die alleen kan wor den vervuld door een dialoog zoals de vroegere ambassadeur Alamsjah die heeft proberen op gang te brengen, maar zonder veel succes. Zijn argu menten, w.o:. "Ga eens kijken in de Molukken", waren weinig overtuigend 7). Te veel wordt vergeten dat het de ZM jongeren hier te lande heeft ont broken aan de meest elementaire voorlichting over het devies van het Indon. Rijkswapen: Bhinneka Tunggal Ika (Eenheid in Verscheidenheid) en over de mogelijkheden in een ontwik kelingsland als Indonesië: Voortdu rend klinkt in de ZM periodieken als "Mena Muria" en "Torna" de afkeu rende kritiek door op het feit dat In donesië een ontwikkelingsland is, dat buitenlandse hulp nodig heeft 7a). Het gebrek aan relativiteitszin in dit op zicht en 't gebrek aan goede voorlich ting ("indoktrinasi") worden scherp on derkend door Mhd. Roem, die gelukkig niet schermt met de mening van de eerste RMS-president Manuhutu 8) en de eerste vice-president Wairisal. Hun verklaringen zijn volgens Ir. Manusa- ma "onder druk" afgelegd en hij "wil er niets mee te maken hebben" Heel anders is het met Simauws twee de brief gesteld, getiteld "Ambonne- zen en Nederlanders". Zo beweert Simauw dat 29 (lees 25) jaar ge leden enkele tienduizenden (lees: 12.000) Ambonnezen (lees: Molukkers) uit Nederlands Indië (lees: Indonesië) werden weggevoerd, met het doel om in Nederland domicilie te nemen (lees: scheepten zich naar Nederland in op dienstbevel). Uit sociologisch en cul tureel oogpunt zouden zij daar een specifieke groep gaan vormen met een positieve invloed op hun Ned. omgeving 10). Zowel de Islamieten als de Christenen behielden daar hun re ligieuze verdraagzaamheid 10a) even als het masohi-principe" (wederzijdse bijstand). Het merkwaardigste is wel dat Simauw meent dat "de Ambone zen (lees: Molukkers) in Nederland in hun dagelijkse activiteiten de Moluk kers in Indonesië ver vooruit zijn in politiek, economisch en sociaal op zicht, omdat het jonge geslacht im mers in grote getale hoger onderwijs heeft gehad en dus het diploma van arts, ingenieur, jurist of econoom heeft behaald (helaas zijn er niet zoveel als Simauw denkt). Merkwaardig dat Simauw er niet bij vermeldt dat de ZM studenten ernstige bezwaren heb ben tegen bepaalde aspecten van het RMS-streven, zoals bijv. de discrimi natie tegen de Javanen en de hoog opgezwiepte Javanen-haat in bijv. "Lete Mena" en "Torna". De ZM Stu denten vinden dit onverantwoordelijk racisme 10b). Simauw meent nog dat de Molukkers, "die schouder aan schouder met de Nederlanders heb ben gestreden, een plaats hebben in 't hart van de Nederlanders, zodat er een band is tussen beide volken op het menselijke, politieke, economische en sociale vlak" 10b). Tot dusver gel den overigens de Molukkers niet als anak mas (ggnstelingen), maar als anak nakal (lastposten) als recht streeks gevolg van de plompverloren afvloeiing van de KNIL-militairen, kort na de ontscheping u). Het staat dan ook vast, dat aan dit grootste onrecht straks wat zal moeten worden gedaan door de te vormen commissie, die de problemen van de Molukkers in Nederland gaat bezien. En evenzeer aan het feit, dat de Mo lukken reeds in de Ned. tijd waren vervallen tot een economisch verwaar loosd achtergebleven gebied. 12). Hoe weinig Simauw begrijpt van de situa tie in Nederland blijkt ook uit zijn be wering dat "de Ambonnezen (lees: Molukkers) in Nederland met hun vas te overtuiging en unieke historische achtergrond zeker wel kunnen inte greren in het Ned. volk". Dat is nu net wat de ZM jongeren niet willen. Wel iswaar hebben ze nooit moeite ge daan om schoolmaleis ("Indonesisch") te leren 13), maar het integreren met de Nederlanders vinden ze genocyde ,4). Iets reëler is Simauws oproep aan de Nederlanders om de Ambonnezen (lees: Molukkers) in Nederland "met open armen te ontvangen als een re delijke tegenprestatie tegenover de Ambonnezen" (lees: Molukkers). In het artikel van Mhd. Roem, getiteld: "Republik Maluku Selatan, Sisa Per- selisihan Lama" (De RMS, nasleep van een vroeger geschil), legt Roem uit dat de kern van alle moeilijkheden bij de uitvoering van de Linggajati- en Renville-overeenkomsten lag in artikel 3 en 4 van 't Linggajati-accoord, waar in op verzoek van de Nederlanders werd gestipuleerd, dat een gebieds deel het recht had om (nog) niet toe te treden tot de beoogde federatie. Volgens artikel 4 zou de RIS (Vere nigde Staten van Indonesië) bestaan uit de Rep. Indonesië, Kalimantan (Borneo) en Oost-lndonesië. Maar dat deed niets af aan het recht van een gebiedsdeel om zijn plaats in de fe deratie op een andere manier te be palen. Dat noemden de Nederlanders "het zelfbeschikkingsrecht". Vijf jaar lang hielden de Nederlanders bij alle besprekingen verstokt vast aan het idee, dat de bevolking van enig ge biedsdeel het recht had op zelfbe schikking. Anderzijds lag het zelfbeschikkings recht ten grondslag aan de vrijheids strijd van het hele Indon. volk. Na elke overeenkomst bleek enerzijds dat dat recht door de Nederlanders werd ge bruikt om de Rep. Indonesië te ver zwakken, zodat na de Renville-over- eenkomst de Rep. Indonesië 2/3 van haar gebied verloor, terwijl 25 miljoen Indonesiërs zo in de macht van de Nederlanders geraakten. Anderzijds hadden heel wat ontwikkelde Indone siërs de ambitie om "staatshoofd" (wa- li negara) te worden. Toen na de 2e politionele-aktie de besprekingen weer begonnen, vroegen meteen Tapanuli en Jambi om erkenning als "negara" (deelstaat). Op dat moment waren zo wel de Linggajati als de Renville-o- vereenkomst al mislukt, omdat de Ne derlanders telkens nieuwe deelstaten 15) oprichtten. Omdat het volgende, onder druk van de Veiligheidsraad te sluiten accoord daarop weer zou stranden, wist Indonesië dit gevaar te bezweren door in de van Royen-Roem verklaring van mei 1949, van Royen te doen aanvaarden dat de Ned. Rege ring zal ophouden met vorming of er kenning van deelstaten of gebieden in het gebied dat door de Rep. Indone sië werd beheerst vóór 19-12-1948. Met deze belofte van van Royen had tevoren de Ned. Regering zich wel accoord verklaard, maar de Vertegen woordiger van de Ned. Kroon, Dr. Beel, legde (uit protest) zijn ambt neer, terwijl Gerbrandy fulmineerde dat van Royen de politiek van de Ned. Regering inzake het zelfbeschikkings recht had geschonden. Ondanks dit verzet werd het accoord door de Ne derlanders uitgevoerd totdat het con flict met Indonesië eindigde met de RTC, waarna de kwestie Irian zich nog voortsleepte tot 1963. Roem heeft de indruk dat van Mook voor het zelfbeschikkingsrecht van de (lees verder volgende pagina) 7

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1976 | | pagina 7