28 FEBRUARI 1958: De geboorte van TONG TONG
BIJ DE VOORPLAAT DE KLEINE SAWAH
HET ENIGE INDISCHE BLAD IN NEDERLAND.
Door een onverwacht geluk kreeg de man een stukje grond toebedeeld dat hij naar vrije wil kon bewerken en beplanten.
Hij besloot direct er een sawah van te maken, hoewel vrienden hem voor gek verklaarden. Wat voor opbrengst zat er nu
zo'n klein stukje? Maar de tani bleef bij zijn besluit. Alles wat hij bezat was een goede patjol, die was Yoldoe"de kin hM
om te spitten. Een karbouw en een ploeg zouden zich niet eens kunnen keren, die had hij dus ook niet nodig. Alles kon hij
Padi 'was voor hem het hoogste goed. Wie rijst had, kon leven. Wie leefde kon padi planten. Zo verzorgde beplantte hij zijn
kleine akker met liefde en geestdrift en zijn padi stond er zo goed bij dat iedereen er versteld van stond Men keek met ge
noegen toe hoe hij werkte en zijn werklust was zo aanstekelijk dat men hem vaak belangeloos kwam helpen, om als enige
beloninq de betekenis van "voldoening" te ervaren. -»_ini.
Er waren er ook die afgunstig waren op de kleine landman die zo vastbesloten zijn eigen weg ging. Men gaf hem opzettel jk
verkeerde adviezen, probeerde hem van zijn apropos af te brengen. Maar de tam gaf geen krimp. Hij bleef zichzelf. Zijn
sawah de padi en de kleine kring van vrienden, dat was zijn leven Meer verlangde hij niet.
Natuurlijk maakte hij ook wel fouten. In momenten van zwakte liet hij zich mogelijkheden voorspellen die onmogelijkheden ble
ken te zijn, omdat ze niet pasten bij zijn aard, zijn levensinstelling. Die fouten beschouwde hij als winst, hij zou er sterker doo
worden. Naarmate hij ouder werd, werd hij ongenaakbaarder ten opzichte van hen die anders waren dan hij. Z'jn eenvoud zjn
onbaatzuchtigheid irriteerden natuurlijk velen die wel anders dachten over het veroveren van een lucratieve bestaansmogelijk
heid De manier waarop hij leefde, beschouwde men als een bedekte aanval op eigen doen en laten. Daar kon de kleine tam
niets aan doen. En hij verweerde zich ook nauwelijks tegen de aanvallen, hij was stom verbaasd dat zijn kleine sawah en z j
mooie padi zoveel jaloezie en ergernis hadden gewekt. Hij stond ver buiten de Structurele Landbouwhervorm.ngs Campagne
door Mechanisering en Kunstbemesting. Hij had alleen zijn patjol als werktuig Op een dag stierf de tam en zijn dood bracht
meer verslagenheid teweeg in de omgeving, dan men vermoeden kon. Maar het leven ging door en veel veranderde er niet.
Zelfs niet toen een van jaloezie bezeten grondbezitter, zich het stukje grond toeeigende, de padi vernietigde en op de plaats
een warong neerzette. Want zo vruchtdragend, zo rijk was de padi van de kleine tam geweest, dat, al lang voor zijn dood,
sawaheiqenaars uit de hele omgeving zijn bibit gevraagd en gekregen hadden.
Zo bleef het werk van de tani leven, in de padi die van groen tot geel rijpte onder een azuurblauwe lucht en een gloeiende
zon. En in wezen was er niets veranderd.
Toen ik de eerste jaargang van Tong-Tong ter hand nam, stuitte ik aanstonds
op een feit, dat mij (ofschoon ik tot de medewerkers van het eerste uur behoor)
geheel was ontschoten. Het feit namelijk, dat Tong-Tong als het ware uit het
niet en zonder voorafgaande kennisgeving of aankondiging het levenslicht zag.
Het eerste nummer verscheen op 28 februari 1958 en draagt het nummer13.
Voor wie zich afvraagt hoe deze merkwaardigheid te verklaren, zal het wel
altijd een raadsel blijven, waar deze datum en vooral dit nummer vandaan
komen. Toch is de oplossing van dit raadsel heel eenvoudig.
Een paar jaar tevoren was de Stich
ting "Onze Brug" opgericht. Weten
wij het goed, dan was de stichting een
kind van de toenmalige Nieuw Guinea
Vereniging en verzorgde zij de uitgave
van "Onze Brug" als verenigingsor
gaan.
Het echtpaar De Grave speelde in
deze stichting een grote rol. Zij gaf
een verenigingsblad uit onder dezelf
de titel als de naam van de stichting.
De heer Mr. A. de Grave zien wij in
bepaalde perioden vermeld als voor
zitter en penningmeester en zijn
vrouw, Mevrouw A. G. de Grave-Ter-
wocht, eveneens als presidente en als
redactrice van het verenigingsorgaan.
Het veertiendaagse blaadje was in de
eerste plaats gericht op de Indische
ambtenaren in het toenmalig Nieuw-
Guinea en beoogde voorts een band
te scheppen tussen de Indische kolo
nie, de repatrianten en de Nederland
se maatschappij.
In oktober 1957 vermeldt de eerste
pagina van het blad Mevrouw De Gra
ve als redactrice van het blad "Onze
Brug" en onmiddellijk daarop ver
schijnt de naam Tjalie Robinson als
mede-redacteur in de kop.
Hoe dit zij, misschien als gevolg van
de in de praktijk nogal eenzijdig ge
richte doelstelling van "Onze Brug",
ook met medewerking van Tjalie blijkt
het blad commercieel geen succes.
Herhaaldelijk moet de Stichting een
beroep doen op haar schaarse leden.
Kennelijk is de opzet te beperkt.
Na de verschijning van no. 12 van de
2e jaargang van "Onze Brug" wordt
als no. 13 plotseling een nieuw blad
onder de titel Tong-Tong aan de leden
van de N.G.V. toegezonden. Waar
komt die naam vandaan?
Op 1 en 2 maart zou in Amsterdam
een Indische cabaretavond gegeven
worden onder de roepnaam: Tong-
Tong. Tussen haakjes: die avond werd
een succes!
Het cabaret Tong-Tong mocht bij zijn
optreden in Amsterdam zelfs de Ko
ningin onder de toeschouwers aan
treffen. Hare Majesteit toonde zich
bijzonder geinteresseerd.
Het eerste nummer van het blad Tong-
Tong geeft geen enkele opheldering
aan de leden van "Onze Brug om
trent deze decorwisseling, maar ver
meldt wel, dat "het enige Indische blad
in Nederland" aanhaakt bij het Indi
sche cabaret. Tong-Tong "Een blad
zonder pretenties" - afgezien dan van
de trotse verklaring dat het blad het
enige Indische blad in Nederland is,
maar die pretentie wordt waarge
maakt: Het zal spoedig "het enige
Indische blad ter wereld" worden! De
kop vermeldt geen naam van de re
dacteur. Tong-Tong kost één kwartje
per nummer voor niet-leden van "On
ze Brug". Men kon dit voldoen door
het bijplakken van postzegels op een
briefkaart. De masthead vermeldt dat
Tong-Tong een uitgave is van de
Stichting "Onze Brug", presidente
Mevrouw A. G. de Grave-Terwocht.
Haar man is dan weer penningmees
ter. Wij herkennen in het volgend num
mer van TT toch dadelijk de hand van
Tjalie, wanneer in een kadertje de le
zer wordt opgewekt te schrijven. "Wilt
U asjeblieft uit uw hoofd zetten, dat
U niet schrijven kunt of dat Uw ideeën
onbelangrijk zijn?""U hebt ge
vraagd om een stem in de Nederland
se maatschappij. Hier is die stem met
Tong-Tong. Zwijg nu ook niet langer!"
In dit tweede nummer van TT vermeldt
de masthead als redacteur: Tjalie Ro
binson "en alle abonné's als actieve
medewerkers."
"Het blad heeft de bedoeling de Ne
derlander uit Indië te presenteren zo
als hij is, in de verwachting dat zijn
aparte kundigheden en talenten van
nut kunnen zijn voor de Nederlandse
maatschappij, zowel in het vaderland
als in alle buitenlandse ondernemin
gen, waar een nieuw bestaan gezocht
kan worden, in het bijzonder in de
tropen". Een jaarabonnement gaat zes
gulden kostennog maar 17 jaar
geleden!
In het nummer van 15 maart (no. 14)
wordt dan eindelijk de vermoedelijk
wel wat in de war gebrachte lezer
kond gedaan van de motivering van
de gedaanteverwisseling. Dat stuk
drukken wij in zijn geheel af. Onder
de kop "naamsverandering" schrijft
de redactie:
(lees verder volgende pagina)
2