18e 1 iftk PASAR MALAM DEN HAAG - HOUTRUST BESAR INLICHTINGEN DELISTRAAT 32, DEN HAAG, TELEFOON (070) 46 66 24 IPsp*^18 tm 27 juni tijds paste. Men ging zelfs nog ver der: de Praeses bestrafte Trijntje "ernstlickover dat onbehoorlick versoeck en vermaande haar tot af stand van haar onboetvaardig leven". Dit is het laatste, wat de Kerkeraads- resolutiën over Trijntjes leven te ont hullen hebben. Wij horen nog iets over haar in 1639, toen haar erfgenaam, Dirck Pieterse uit Maarsen ter sprake kwam. Voor deze bestemde zij haar tuin, tot dus verre geen bezit, doch slechts een leen der Compagnie, die echter toen tot eigendom werd verklaard. Blijkbaar was men haar ten Kastele beter ge zind dan in de gestrenge Consistorie kamer. Is zij omstreeks deze tijd overleden? Zij komt nl. naderhand in de stukken niet meer voor. Als wij de huwelijksperikelen van Trijntje Florisdochter in zijn geheel nog eens overzien, dan merken we toch iets tragisch op: "More sinned against than sinner", zouden de Britten zeg gen. Zij was in Utrecht zo dom ge weest met een waardeloze echtgenoot te trouwen, een fout, waarvoor zij zwaar zou boeten. Scheiden was des tijds evenmin eenvoudig als nu, vooral voor smalle beurzen. Zij is toen een voudig naar Indië weggelopen, een moedig besluit, en heeft zich onder de weesmeisjes geschaard, waarmede Coen het zedelijk peil der Batavianen poogde te verhogen en hun aantal te vergroten. Zonder zich veel over de verlaten echtgenoot te bekommeren, trad zij opnieuw in het huwelijk met de oud-schepen-vrijburger Floris Hendriksz. Daartoe moest zij eerst de grote Jan Pieterszoon Coen en daarna de Eeerwaarde Kerkeraad een rad voor de ogen draaien. De brave ds. Dubbeltrijck sloeg dus wel een droevig figuur, toen hij dit onwet tig huwelijk inzegende. Dit is zeker niet de beste manier, om zich de sym pathie der Kerkeraadsleden te ver werven, aan wie tot 1632 het oordeel over huwelijksbeletselen toekwam. Toen dan ook in 1625.de kwestie van de nog levende eerste echtgenoot ter sprake kwam, eerst bij geruchte, daar na aangetoond door stelliger bewijs stukken, had men de poppen aan het dansen. De Kerkeraad kon moeilijk anders doen dan aannemen, dat Trijn tje zo lang haar mandemaker nog leefde, gehuwd was en dus moeilijk hertrouwen kon. Haar tweede echtge noot, Floris Hendriksz. onttrok zich aan het probleem door tijdig te over lijden. Doch de Kerkeraad weigerde aan Trijntje zijn medewerking om tot een derde huwelijk te komen met het lid van de Raad van Indië, Pieter Dirksz. Trouwens, ook de Hoge Rege ring zag na de uitspraak en uiteenzet ting der Eerwaarde Heren evenmin een andere oplossing. En zo bleef voor de ongelukkige vrouw geen an dere uitweg open dan "samenhok ken", waartoe zij mogelijk is overge gaan. Thans nu de verbindingen zo veel sneller en gemakkelijker zijn en er een ander huwelijksrecht geldt dan het oud-Hollandse, zou wellicht een andere oplossing mogelijk zijn. Men had er dan in 1631 op kunnen wijzen, dat man en vrouw toen al tien jaar van elkaar gescheiden hadden ge leefd, en dat hij in elk geval niets meer van zich had laten horen waarschijnlijk zou thans zulk een hu welijk als ontbonden zijn beschouwd en op die grond had Trijntje wettig kunnen hertrouwen, om voor de derde maal haar geluk te beproeven. Nu was dit uitgesloten en had zij veel kansen gemist, zelfs een huwelijk met een Edeleer! Als zij door deze gemiste kansen ver bitterd werd, zou dit zeer begrijpelijk wezen. Vandaar de botsingen met Kerkeraad en Overheid, waardoor: geldboete en excommunicatie. Toch bleef deze flinke vrouw van eenvoudi ge afkomst tot het einde toe vrienden houden. PERMANENT TJAP SEMOT (PETJOH) Toen ik in de militie mijn "slaapje" hij wil so hraah krullen in sijn chaar. Sijn soldij, toen setalèn per dah, abis foor kopen dure obat fan de kapper maar gelp niet. Iedere morhen hij kijk in de spiehei maar hij blijf maar door krulle- bol stijl chaar. Toen wij haan hrapje met chem uitgalen. Ik seh tehen chem omdat hij mijn slaapje, ik wil chem fertellen heheimnja fan mijn Tjang. Direk sijn hesih met opklaringen en lah hlimmend. Hij seh: "Tis, als betoel mijn chaar ken krullen, je krijh mijn sus." Maar omdat ik weet hij is so hul omdat sijn sus lelijknja loear biasa, ik seh: "Goef niet maar Pong, als foor slaapje goef niet met belo ning." Toen ik seh chem wat hij moet doen. "Je koop madoe en dan je tjam- poer met telèh ajam nja al een week oud. Safens als je haat slapen je smeert dat in jouw chaar. Als je doet een paar dahen, je moet sien, krullen- nja djadi." Toen al safens tien ier allemaal al slapen, ik siet si Pong hij smeert alles in sijn chaar en hij kruip onder de klamboe. In de nah ik choor iemand hij seh erh feel lelijke woorden achter elkaar. Ik deng eerst iemand droom fan sijn schoonmoeder, maar toen ik siet si Pong hij sprin uit sijn bed en hij blijf lelijke woorden seghen. Dan ik seh: "Loh Pong, waarom jij seh sofeel lelijke woorden midden in de nah?" Stemnja fan Pong kling als hij wil chuilen toen hij seh: "Tis, ik wil sien als jouw kop die roeboeng se- moet jij seh niet lelijke woorden!" TEEHAHA 13

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1976 | | pagina 13