TUALIE SCHREEF Spellingsproblemen: Uwerts versus Oewerts 0-71. <y~ru MODERN LEVEN "Door wat wilde onrust raken wij hier bezeten? Waarom raken wij nooit uitgekocht? Waarom willen wij steeds meer en steeds nieuwer? Betekent assimilatie het kwijtraken van zijn gemoedsrust en tevredenheid? Betekent het Europese leven: jagen, jagen en nog eens jagen en MOETEN wij daaraan meedoen? Ik heb zoveel eenvoudige Indische ge zinnen gekend, wonend in Gang Sen- tiong in Batavia, in Gang Crone in Bandoeng, in Dinojo Soerabaja, in klei ne plaatsjes als Ambarawa, Kertosono, Bekasi. Hoe eenvoudig en tóch blij moedig en rijk leefden zij met hun ven dutie-meubeltjes, jaren lang altijd de zelfde, en als zij er wat bij kochten, dan kwam dat óók van de vendutie. In de sfeer van tevredenheid, gastvrijheid en verdraagzaamheid, kwam ieder oud meubelstuk weer tot nieuw recht. Dat waren van die huizen waar je zo lekker kon neervallen in een wijde, sterke djatihouten stoel, of soepel en smeuïg dommelen in zo'n royale rotan stoel, waar je op den duur helemaal aan gewend raakte. En nu zijn we in Europa. En nu kopen we telkens maar weer nieuwe moderne dingetjes, die altijd weer gauw kapot gaan. We kunnen niet rustig meer door de Kalverstraat of de Spuistraat lopen zonder verleid te worden door een gek tafeltje, zo'n filmster-stoel, een vreemdsoortige lamp, een nieuw keuken-appa raat. We steken ons in schulden, beginnen telkens weer aan nieuwe koopcon tracten op afbetaling, gaan extra werken, om méér te kopen, waar we tóch geen blijvende sympathie voor hebben - en dan kopen we maar weer opnieuw! Ons leven wordt een flut-leven en het is nog steenduur op de koop toe. En we vinden ons modern. En onze gemoedsrust is naar de bl Ach ja, het zal wel goed wezen, Tempo! Vooruitgang! Bijzijn! Maar IS dat wel zo: En ergens verdroomt en wordt tot ijle nevel om tenslotte geheel te verdwijnen het beeld van een huis, dat een thuis was, een zitje als een familieband, een lichtelijk bestoft maar vriendelijk glimlachend muurbordga mee naar achter, naar de eetkamer: die saaie etenstafel met zo'n saai verlak maar altijd, hoe rijk beladen voor iedereen, die op welk uur van de dag ook, komt binnenvallen. Zo arm dat alles en tóch zo rijk. Niet sentimenteel worden. Niet omkijken. We moeten vooruit. Zó hard, dat ik af en toe bij mezelf denk: gaan we niet helling af?" T.R. Uit: TONG-TONG 15 Augustus 1959. Onder de Tong-Tong scribenten vind ik de "U-wers" maar vreemd volk. "Tussen Keulen en Parijs leidt de weg naar Romezó zijn onze manieren, ja, ja!" Daarin stem ik van harte mee, want onze E.E.G. ten spijt - zingt de kleuterklas nog niet van Köln, Paris en Roma. Nu houd ik het simpel, want wat komt er van onze aardrijkskunde les terecht, als vereist wordt dat wij onze tong in een Slavische of Chinese krul leggen. Dwaasheid, zegt U, laten wij ons houden aan de in het Neder lands weergegeven benadering der uitheemse klanken. Edoch, zonder blik ken of blozen zet men mij in T.T. "het bamboehutje naast de brug bij Suka- bumi" en meer dergelijke weinig poe zelige uitspraak puzzles voor. Conces sies in de spelwijze bij postale adres seringen, accoord! Dan geldt: 's Lands wijs, 's lands eer! Maar in Nederlandse tekst doet de "U" verheerlijking met het uitbannen van de "Oe" potsierlijk aan. Voor diegenen, die mijn zachtmoedige tjitjak willen laten sissen, - die mij vi sueel beroven van de dikke Djocjase "dee" - zo'n sonore mond vol - voor dit op chaotisering van de Nederland se schrijfwijze belust volk, heb ik geen goed woord over. Laat hen luisteren naar de wijzen van weleer, naar Coolsma, Engelmann en Karei Holle - en horen hoe zij de spellingsproblemen oplosten en hoe zij zich thans door het hedendaags gemanoevreer onrustig in hun graf omdraaien. SI ANOE Wij hebben tot dusver de stelregel gevolgd - vrijheid, blijheid! - ieder vogeltje te laten zingen, zoals het gebekt is. Dus: wie de moderne Indo nesische spelling wilde volgen, hij kon zijn gang gaan! Maar inderdaad lijkt het eenvoudiger, wanneer wij voor plaatsnamen de Nederlandse spelling volgen. Want zoals de schrijver op merkt, wij spreken ook niet van Paris, London, Wien, etc. maar volgen de door de jaren gewettigde Nederlandse benaming Parijs, Londen en Wenen Dus Atjeh en niet Aceh, Tjibadak en niet Cibadak. Ook in citaten uit de bahasa zullen wij in de toekomst de thans in Indonesië gebruikelijke c voor tj en j voor dj niet meer gebruiken. Wij ontvingen dezer dagen een brief, waarin de schrijver een zekere Coba aanmoedigde ons spoedig te schrijven. Het kostte enige moeite te realiseren wat de schrijver bedoelde: de onbekende Coba bleek de aansporende uitroep "tjoba" (kijk toch eens, probeer toch eens) te zijn. Om kort te zijn: Tong-Tong is in de eerste plaats lectuur voor de genera tie die opgegroeid is met de oude spelling, zelfs de alleroudste. De over gang oe naar u gaat nog net, maar om Madame Curie fonetisch te ver anderen in een dievegge (Madame tjoerie) gaat wel iets te ver en Tjalie is voor ons nog altijd een menselijke figuur en geen rivier (cali). - Red. TONG TONG NODIG "Er ligt een hele stapel Tong-Tongs in mijn huiskamer en velen die hier vaak komen, zie je na enige tijd naar zo'n tijdschrift grijpen en er zich in verdiepen. Waarom zijn zij er niet op geabonneerd? Ik heb enkelen ernaar gevraagd "je wordt zo sedih als je dat elke keer weer leesteen ander: "We moeten hier leven in heel andere omstandigheden, beter niet om te zienAan anderen vraag ik niets, maar denk er zo het mijne van en ben blij dat toch elke keer naar die tijdschriften wordt gegrepen. Af en toe geef ik er enkele meemaar liever niet, want ik duik er vaak weer in! Waarom is het fout "om te zien"? Het zijn gouden herinneringen. Ik spreek veel over vroeger, over hen, die er niet meer zijn, maar aan wie men wel denkt. Waarom zou men het ver leden begraven? Er is nog zoveel moois aan! Ik dank U allen voor de moeite om Tong-Tong in leven te houden. Wij hebben Tong-Tong nodig, want zo blij ven wij - Indischen - enigszins bij el kaar, ook al zitten we ik - weet - niet waar ter wereld. Houdt goede moed, wij waarderen Uw werk! Mevr. D.-v. R. (lees verder volgende pagina, 1e kolom) 4

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1976 | | pagina 4