Lt. Groeneveld, 1e Lt. van den Broek, 2e Lt. Cooke, 2e Lt. Theunissen, Vdg. Beens, Vdg. Pijl, Vdg. Farret Jentink, SM. Reins, Sgt. Bieger, Sgt. Bakker. Oudst aanwezige waarnemer/bom- menrichter was de 1e Lt. van Lochem. Hoofdmonteur van de afdeling van de Olt. Stolk. Andere namen van grond- en vliegend personeel zijn niet meer te achterhalen. Helaas! Sinkawang II wordt spoedig door de vijand ontdekt en na 18-12-41 dagelijks gebombardeerd. De basis is in feite nog lang niet gereed voor operatione le doeleinden, de omstandigheden zijn uiterst primitief, er is geen bescher ming tegen de bombardementen en het noodterrein (Sinkawang III) nage noeg onbruikbaar. De afdeling verliest hierdoor vliegtuigen. Het wordt on houdbaar geacht en opdracht wordt gegeven terug te trekken op Palem- bang II. De jagers moeten naar Pa- lembang I. Deze evacuatie vindt plaats op 25-12-41, negen dagen na de lan ding op Miri en 1 dag na de landing op Kuching. De voorraden worden per boot en vliegtuigen weggevoerd en het vliegveld wordt onklaar gemaakt. De ontruiming van W. Borneo door de ML, reeds zo vroeg in de oorlog, geeft te denken. Zoals reeds gezegd was Borneo voor de Japanse oorlogvoering van groot strategisch belang, maar - zoals later is gebleken - niet alleen vanwege de onontbeerlijke olie. Het zou moeten dienen als springplank naar Java. On danks de vernielingen van de oliein stallaties te Tarakkan en Balikpapan hebben de maritieme- en luchtopera- ties tegen Java geen noemenswaardi ge vertragingen opgelopen. Er was rekening mee gehouden I I Het vliegveld Tarakkan was door de zware regens voor bommenwerpers niet meer te gebruiken. De aldaar ge stationeerde patrouille van Erkel met 3 bws moesten opereren vanaf Sama- rinda II, dat veel beter geoutilleerd was hoewel bescherming van perso neel en materieel verre van optimaal was. Daarentegen was de camouflage van de vliegtuigen heel goed. Dat on dervonden de Amerikanen toen zij vanaf deze basis moesten opereren De nadering van de Japanners deed de spanning stijgen. De afdeling be gon zich gereed te maken om tesamen met de bws van Sinkawang II de vij andelijke invasievloot voor Miri en Kuching te gaan bestoken. Het traject is 600 en 700 km van Samarinda II - ongeveer het uiterste bereik (actie ra dius) van de Glenn-Martin. Ook het vliegen onder oorlogsomstandigheden over het onherbergzaam Borneo in de moesontijd vroeg het uiterste van de bemanningen en ernstige verliezen wa ren derhalve onvermijdelijk. Op 18-12-41 werden de eerste bom- bardementsvluchten vanaf Samarinda II uitgevoerd. Het doel was Miri, dat een dag eerder door de Glens van Sinkawang II werd bestookt. 1 VLG I stuurde 9 toestellen gevlogen door o.a. 1e Lt. Beekman, met patr. waarnemer 1e Lt. Akkerman, 2e Lt. Harders met waarnemer Kapt. Vrijburg, Vdg. Nivo, Vdg. Jacobs en Sgt. van Hien. De an dere vliegers en bemanningsleden zijn onbekend. Patrouilleleiders waren Beekman, Harders en Nivo. Er was zwaar luchtafweer boven het doel. Een treffer op een schip werd waargeno men, dat met een vuurzuil ontplofte. Ook op de 19e werd weer een bom bardement ingezet. Hoeveel Glenns toen werden ingedeeld is niet bekend. Nivo weet te vertellen dat ondanks zwaar afweer een "near-miss" en een treffer op een schip werd geboekt. Buiten de kring van het luchtafweer geschut werden ze opgewacht door jagers, maar ze komen behouden thuis. Op 25-12-41 wordt 1 VLG I ingezet op Kuching. 6 Glenns van Singapore zijn op die dag ook actief geweest boven Kuching (zie hierboven) 1e Lt Beek man had Vdg Bouwens als volgvlieger; 1e Lt. den Ouden met Vdg Nivo en 1e Lt. Dietz vormden een patrouille en de 1e Lt. Butner leidde Sgt. van den Broek en Sgt de Bont. Het bombarde- Ie Lt. Vlieger-Waarnemer F. i. W. den Ouden, Ridder MWO IV ment, gezien door een onderzeeboot van de Kon. Marine had resultaat, blij kens een gelukwenstelegram van vice Adm. Helfrich, dat 1 VLG I ontving. Evenals bij 2 VLG 1 noem ik hier de namen van de eerste vliegers, die bij 1 VLG I zijn ingedeeld: Kapt. van Randwijk, 1e Lt. Beekman, 1e Lt. But ner, 1e Lt. Dietz en 2e Lt. Harders; de Vdg's Nivo, Belloni, Andriessen, Bou wens en Jacobs; SM Lipman en de Sgt'n van Hien, van den Broek, de Bont en van Kruiselbergen. De patr. waarnemers waren 1 Lt. Akkerman, Kapt. Vrijburg tot 12-1-42 en de kapt. Jessurun vanaf 9-1-42. Op de terugweg naar Samarinda II raakte Vdg. Bouwens door benzine gebrek in moeilijkheden en was ge noodzaakt ten noorden van Balikpa pan een noodlanding op zee uit te voeren. 1e Lt. Dietz landde met het laatste druppeltje benzine op het vlieg veld Balikpapan en Beekman haalde op het nippertje Samarinda II. Bouwens en zijn bemanning Sgtn Sit- ton, Korver, Knops en Schenkel over leefden de noodlanding en werden door een vissersprauw gered en aan land gezet. Het vliegtuigwrak werd uit de lucht gesignaleerd, een sleepboot van de BPM heeft de bemanning op gehaald en naar Balikpapan gebracht en per vliegtuig overgevlogen (1 uur vliegen) naar Samarinda II. Op 28-12-41 was Miri weer aan de beurt. De samenstelling van de pa trouilles is ook niet meer te achter halen. Zeker is dat de 1e Lt den Ou den met waarnemer Vrijburg van de partij waren. Ook zeker is dat de Glenn Maritin M-5115 met als eerste vlieger 1e Lt. Dietz door vijandelijke jagers werd neergeschoten. De enige die zich uit brandende vliegtuig per parachute wist te redden was de kpl. Rambing. De ontsnapping van deze Menadonees dwars door Borneo zal het onderwerp worden van een vol gend verhaal. Den Ouden keerde met een zwaar gehavend toestel terug op S II hetgeen ook het geval was met de G.M. van van den Broek. Beide toestellen waren uitgeschakeld. Inmiddels had de Japanse invasievloot bestemd voor de verovering van Ta- rakan zich in de Filippijnen samenge trokken. Op 7 januari voer ze uit en op 10-1-42 verscheen ze iets ten NO van Tarakkan. De Japanners hoopten dit belangrijke olie-eiland ongeschon den in handen te krijgen, hetgeen door de verdediging van het KNIL en de K. Marine mislukte. Het drama van Tarakan heeft ook de ML zeer ernstige verliezen opgeleverd. «J De strijd boven Oost Borneo. (Tarakan) Zodra de Japanse oorlogsschepen en transportvloot waren verkend kwam 1 VLG I in actie met 3 patrouilles. Eén ervan werd geleid door 1e Lt. Beek man en zijn waarnemer 1e Lt. Akker man. Volgvliegers waren Vdg. Bou wens en Sgt. Kruiselberg. Den Ouden met Vrijburg was voorvlieger van een andere patrouille met volgvliegers Nivo en de Bont. Van de 3e Patrouille zijn de namen niet meer te achterhalen. Nivo verklaart later dat het afweervuur erg zwaar was en dat er vijandelijke jagers in de buurt waren. Maar ze gingen dwars door alles heen en "dropten" hun bommen. In de diepte zien ze de waterzuilen en de explosies van de bommen. Bouwens krijgt motorstoring en is ge dwongen op Tarakan te landen. Zijn toestel probeert hij in brand te steken want de Japanse landing is al aan de gang - het lukt hem niet - maar 2 dagen later doen de Japanners het voor hem gedurende een aanval op het vliegveld. Bouwens heeft op Tara kan Kapt. (Peng) Stephan ontmoet en beiden zijn op dat moment op weg naar de westkust van het eiland om te trachten over te steken naar het vas teland om zodoende de Jap te ont vluchten. Hun avontuurlijke vlucht is geweldig. Te voet en per prauw geleid door Dajaks dwars door Borneo. Ste phan wordt op 31-1-42 door Dajaks in (lees verder volgende pagina) 7

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1976 | | pagina 7