Wat doet Nederland voor Indonesië?
POEKOEL TEROES POT
Hulpverlening verschoven naar sociale projecten.
In de Nederlandse hulpverlening aan Indonesië is de laatste jaren een sterke
verschuiving opgetreden van betalingsbalanshulp in de vorm van schenkingen
naar projecthulp in de vorm van leningen. In 1975 werd geen verdere betalings
balanshulp verstrekt; de financiële hulp voor 1975 wordt in zijn geheel aange
wend voor de financiering van projecten.
Aldus een in het maandblad van het Directoraat Internationale samenwerking van
het Departement van Buitenlandse zaken opgenomen overzicht, waaraan wij
het volgende ontlenen:
De Nederlandse financiële hulp in de
vorm van leningen wordt aangewend
voor de financiering van velerlei ka
pitaalgoederen bestemd voor ontwik
kelingsprojecten. Tot 1974 lag hierbij
het accent op projecten in het kader
van de ontwikkeling van de infrastruc
tuur zoals scheepvaart, scheepsbouw,
telecommunicatie en electriciteitsvoor-
ziening met daarnaast projecten ten
behoeve van ontwikkeling suiker-in
dustrie, tinwinning en inrichting van
ziekenhuizen.
Sinds 1974 worden de Nederlandse
hulpgelden in toenemende mate aan
gewend voor projecten met duidelijke
sociale aspecten, zoals drinkwater
voorziening, transmigratie, woning
bouw, ontwikkeling van dorpscoöpe
raties, opleidingen in gezondheidssec
tor en vaktechnische opleidingen.
Technische samenwerking
Hieronder vallen: verbetering van de
waterhuishouding, drainage en water
beheersing, havenmanagement, de sa
menwerking KLM-Garuda, planning in
het zeetransportwezen, organisatie
van het staatsbaggerbedrijf en van het
rederijbedrijf.
Verder verleent Nederland assistentie
aan een petroleuminstituut, verbetering
van het functioneren van openbare
gasbedrijven, assistentie aan het Gra
fisch Centrum en aan het Instituut
voor Textieltechnologie.
In de landbouw geeft Nederland ad
viezen bij de rehabilitatie van peper
cultures, thee- en kinacultures en rijst
bouw. Assistentie wordt verleend bij
het Research-instituut voor industriële
gewassen in Bogor, tuinbouwkundig
onderzoek, marktonderzoek, visserij-
onderzoek, de opleiding in de bos
bouw, de opzet van een slachthuis, de
irrigatiedienst en bij de transmigratie.
In de sociale sector is Nederland on
der meer actief bij de verbetering van
een vakopleiding voor volwassenen,
de opleiding van kartografen en ge
zondheidszorg-projecten.
Daarnaast is Nederland betrokken bij
de verbetering van de sera- en vaccin-
produktie en verbetering van de drink
watervoorziening. Ten slotte zijn pro
jecten in uitvoering zoals het bouwrijp
maken van grond voor goedkoper
woningbouw, de afvoer en verwerking
van huisvuil in vier steden, verbetering
van de telecommunicatie en begelei
ding van restauratiewerkzaamheden
van de Borobudur.
Er wordt prioriteit verleend aan de
fabricage van massaconsumptiegoede
ren en van basisprodukten als kunst
mest, cement en staal. De textielin
dustrie, die haar produktie tijdens de
huidige planperiode met 40 procent
hoopt uit te breiden, voorziet nog
slechts voor de helft in de binnenland
se behoefte aan textielwaren. De bij
drage aan de export - overwegend ver
werking van grondstoffen tot halffa
brikaten - is gering.
Transport en energievoorziening
Terwijl het huidige bewind zich be
ijvert om de gevolgen van de langdu
rige verwaarlozing van de infrastruc
tuur weg te nemen, vereist de econo
mische opleving een snelle uitbreiding
der infrastructurele voorziening, zodat
de achterstand voorlopig niet kan wor
den weggewerkt. Vooral het vracht
vervoer per schip en het gemotoriseer
de verkeer in de steden zijn sterk
toegenomen.
Repelita II bestemt bijna 40 procent
van de publieke investeringen in de
transportsector voor herstel en onder
houd van 't ongeveer 100.000 km lange
wegennet. Het gestelde doel is verho
ging van het percentage in goede staat
verkerende wegen van 23 in 1973 tot
50 in 1978. Ruim 30 procent wordt toe
gewezen aan het scheepvaartverkeer,
dat in Indonesië 60 procent van het
binnenlands vrachtvervoer verzorgt,
onder andere voor de uitbreiding van
de koopvaardijvloot met 50 procent en
voor verbetering der havenfaciliteiten.
Ten aanzien van de spoorlijnen op
Java en Sumatra is het streven vooral
gericht op rationalisatie der bedrijven
en modernisering van het materieel.
De energievoorziening zal zich in de
komende jaren zo mogelijk nog snel
ler moeten ontwikkelen. Zij laat zoveel
te wensen over dat de industrie maar
liever van eigen generatoren gebruik
maakt. Het huidige vijfjarenplan streeft
naar een stijging van het elektriciteits
verbruik van 3 miljard kwu in 1973 tot
7 miljard in 1978. Daartoe dient de ca
paciteit der centrales verdubbeld te
worden. Een ander belangrijk project
betreft de koppeling van de tot nu
toe niet aangesloten regionale en ste
delijke elektriciteitsnetten op Java.
Onderwijs en volksgezondheid
Het in 1974 sterk verhoogde ontwikke
lingsbudget voor educatieve doelein
den bestemt 38 procent voor het lager
Al Uw stencilwerk vlot en voor
delig verzorgd door
TONG-TONG
Prins Mauritslaan 36, Den Haag,
telefoon 070 - 54 55 00 54 55 01
onderwijs. Een sterke uitbreiding van
het aantal lokalen moet het mogelijk
maken dat het aantal leerlingen kan
toenemen van 13,6 miljoen in 1973 tot
bijna 21 miljoen in 1978. Een vervijf
voudiging van het te verstrekken les
materiaal dient mede tot kwaliteitsver
betering. Voor het middelbaar onder
wijs treft Repelita II soortgelijke voor
zieningen. De hoge prioriteit die de
regering momenteel aan het onderwijs
toekent, blijkt ook uit de in 1974 inge
voerde salarisverhogingen voor het
onderwijzend personeel.
Op het terrein der medische voorzie
ningen is eveneens nog veel te doen.
In 1971 telde Indonesië per miljoen
inwoners slechts 46 artsen, 127 ver
pleegsters, 10 ziekenhuizen en 69 po
liklinieken. Repelita II streeft naar uit
breiding van de contingenten artsen,
verpleegsters en gezondheidscentra
met respectievelijk 70, 100 en 70 pro
cent.
Voorts staan op het programma een
intensivering van de gezinsplanning
activiteiten op Java en een uitbreiding
van die activiteiten naar de buitenge
westen.
Hieronder laten wij, onder hartelijke dank
zegging aan alle schenkers, de verant
woording volgen van de giften die zijn
binnengekomen voor het reservefonds voor
Tong Tong over Februari 1976.
Mevr. J. M. W. Arntzenius 6,R. F. Avon
tuur 16,Mevr. C. v. Aerle 16,A. Burg
10,W. Boverhof 10,L. G. Boersema-
Baumgarten 15,R. A. Bieri 10,W.
Bender 3,25; Dr. H. Bongers 15,Mej.
W. v.d. Burken 10,P. Coenen 50,—; E.
M. Dallinga v.d. Mey 19,K. S. v. Daim
7,50; L. C. F. de Graaff 25,E. de Gruy-
ter 12,C. E. Hoekstra-Franken 25,
Mej. J. v.d. Heyden 11,75; J. W. H. Heystek
10,J. C. Hutkamp-Sentius 10,S. A.
Iburg 11,Ir. de Klerk 3,R. Kroon
25,R. Mariouw 10,G. F. Monnereau
10,Ch. J. Molewijk 10,J. C. Mannot
50,J. Munnik 36,Mevr. B. M. Naber-
man 10,J. Oostwald 10,Ir. E. Olsen
56,A. H. Overdijkink 10,Dl C. Prins
3,80; A. H. Ruibing 30,B. Rolff-Schutt
10,P. J. A. H. C. v. Slooten 5,A. E. J.
Schlosmacher 10,E. H. Sauer 10,M.
Sirag-Nobel 15,R. Severien 64,A. v.
Velthoven 10,H. Veldsink 20,C. Ver-
beet-Courant 10,W. P. Verspoor 1,50;
C. W. Vooren 56,J. Willemsen-Sterckx
10,Mrs. N. Winter 13,56; A. J. Young-
de Vries 25,50.
Binnengekomen in Februari 1976
totaal 796,86
9