JEUGDJAREN
(X)
In T.T. no. 15 schreef Rogier een leuk
stukje over het Indonesië van nu, dat
de Indonesiër gekleed gaat naar de
mode van hier, compleet met warme
coltruitjes en vestjes en op alle mo
gelijke manieren de westerling pro
beert te evenaren. Maar dat was in
onze tijd ook al het geval.
Ik herinner me tenminste een voorval,
dat misschien wel de moeite waard is
om hier te vermelden.
Ik denk, dat ik bijna twaalf was toen
ik een Indonesische jongen als vriend
je had. We gingen "met elkaar", zoals
dat toen heette. Ik kreeg van hem
hele rijen aan elkaar gevlochten elas
tiekjes, lekkere kleverige stukjes goe-
lali, die hij uit zijn zak haalde tussen
allerlei paperclips, katapults, een ga-
djoek knikker en nog veel meer.
Op een keer speelden we bij mij
thuis en toen zag hij tussen de flesjes
op de toilettafel van mijn tante (mijn
vaders jongste zusje) een fles toilet-
milk staan "Voor een mooie blanke
huid", 's Avonds was de fles verdwe
nen. Mijn tante boos natuurlijk en ik
beloofde morgen de fles meteen terug
te vragen.
De volgende morgen was ik al vroeg
bij Karto. Gelukkig had hij het niet
opgedronken, zoals ik half en half ver
wacht had, maar er wel zijn hele ge
zicht en armen en benen mee inge
smeerd. Hij lachte me al van ver toe
en zei: "Als ik nu straks ga baaien
heb ik net zo'n blanke huid als jij."
Ik was eigenlijk heel boos op hem
omdat hij zomaar die fles had meege
nomen, maar nu had ik toch wel meelij
met hem, hij had het dus alleen maar
gedaan, omdat hij ook blank wou
worden.
Mijn twaalfde verjaardag brak aan en
mijn vader vroeg wat ik moest hebben.
Het was wel oorlogstijd, maar de ver
jaardagen werden toch altijd nog be
scheiden gevierd. Ik zei: "rolschaat
sen", maar hoe mijn vader ook zocht,
rolschaatsen waren nergens te krijgen.
Op mijn verjaardag werd een enorm
bloemstuk binnengebracht. Misschien
weet U het nog wel, zo'n monsterlijk
groot geval voor een huwelijk of hul
diging. Ik denk, dat die Chinese bloe
mist gedacht heeft aan een twaalf
jarig bestaan van de zaak of zoiets.
Er hingen allemaal lekkere vruchten
aan, een ananas, doekoes, mangistans,
salaks en ramboetans, want ik was
dol op fruit. Mijn moeder verweet mijn
vader deze verspilling, maar hij zei "Ja
ik kon geen rolschaatsen vinden." Hij
feliciteerde mij en ik kreeg ook nog
5 rupiahs van hem om iets te kopen,
wat ik zelf graag wou.
's Middags kwam er toevallig een
toekang botol langs en in zijn linker-
mand lagen twee zo goed als nieuwe
rolschaatsen. Voor vijf rupiahs werden
ze de mijne en ik heb een onvergete
lijke verjaardag gehad.
Dit kon allemaal alleen in Indië. We
willen nog eenmaal terug naar Indo
nesië, als de kinderen op hun be
stemming zijn en mijn man pensioen
heeft, maar ik ben eigenlijk een beetje
bang voor de confrontatie. Ik weet van
anderen, die er geweest zijn dat ons
ouderlijk huis er nog staat, maar het
pleintje ervoor is verdwenen. Er is een
drukke straatweg voor in de plaats
gekomen.
Ik ben vroeger ook een keer gaan kij
ken naar het huis waar mijn Oma in
gewoond had. De ramen waren dicht,
het stond leeg. Enkele jalouzieën wa
ren afgebroken, binnen was het stoffig
en rommelig.
De tuin was vreselijk verwaarloosd. De
krotonboom was heel erg groot ge
worden en de palmen, die ons speel
huis vormden waren weg. De was
plaats, waar de put stond was hele
maal droog. Vroeger was het daar
heel erg glibberig en uitgeslagen
groen van het vele wassen van de
baboe tjoetji. De put leek nu zo klein
en ik was er helemaal niet meer bang
voor.
Ik weet nog goed, dat er een klein
poesje in gevallen was en dat Oma
zelf het toen met een gajoeng aan een
touw er uit heeft gehaald, terwijl ik
vanachter Oma's kimono vasthield om
dat ik zo bang was dat ze haar even
wicht zou verliezen. De put had haar
macht over mij verloren en ik boog
me diep voorover om het zwarte wa
teroppervlak nog eens te zien.
ESJE PEER
(Vervolg: "S.S. v.d. Wijck")
van dit rapport (Proeftank rapport Ne
derland) achtte de R.v.d. Sch. bewe
zen, dat de scheepsramp te wijten was
aan het openstaande patrijspoortje,
waaraan de 1ste officier schuldig
stond. Het niet schoonmaken van het
tussendeks rooster naar het onder-
ruim, waardoor afvloeien naar dat on-
derruim van het binnenstromende wa
ter, onmogelijk was, werd hem niet
aangerekend. Immers, daarvoor was
geen tijd geweest. Trouwens, niemand
maakt zich druk over het schoonma
ken van die roosters. Dat was z.g.
"dokwerk". Een K.P.M. tussendek was
nooit leeg.
Bij de vaststelling van de strafmaat
erkende de Raad, dat de 1ste officier
het te Soerabaja inderdaad druk had
gehad, mogelijk iets volhandiger dan
anders; dat hij vermoeid kort na ver
trek te kooi was gegaan; dat hij niet
schuldig stond, dat de kapitein zonder
effectieve controle zijnerzijds, de
wacht had toevertrouwd aan een on
ervaren 4e officier. Deze verzachtende
omstandigheden in aanmerking geno
men, strafte de Raad die 1ste officier
met het innemen van zijn kapiteins
diploma voor de tijdsduur van drie
maanden.
Voor de Raad van de Scheepvaart
was hiermee de zaak afgehandeld,
Hoe de eigen Directie over de oorzaak
dezer scheepsramp dacht, kwam on
dergetekende niet ter ore. Deze Di
rectie had een eigen Raad voor haar
Scheepvaart, waarmee de officiële
Raad voor de Scheepvaart niet in con
nectie stond.
De betrokken 1ste officier werd ech
ter uit de vaart genomen en kreeg een
belangrijke, verantwoordelijke functie
aan de wal.
Tot de uitspraak van de Raad v.d. Sch.
was gevallen, had Justitie niets van
zich laten horen. Immers er was spra
ke van dood door schuld, een straf
baar feit.
Nadat de Raad v.d. Sch. het vonnis
had uitgesproken, kwam Justitie op de
proppen.
Doch dat is weer een afzonderlijk ver
haal; dit verhaal is al lang genoeg!
Slechts nog dit. Justitie wist er feitelijk
geen weg mee!
Indisch Familie Archief geeft (en
vraagt) informaties over Indische
geslachten. Kosteloos.
Vreelandsestraat 14, Den Haag
tel. 070-45 44 06.
S.v.p. zelf geadresseerde, ge
frankeerde enveloppe bijsluiten!
18