BANDUNG - ESPLANADE
zo was het1906
Vroeger ging je "even bloemen kopen op de aloon-aloon".
En als je daar toch voor de bloemen was, dan kon je met
een wat zalige koewé basa meenemen voor de thee, bij je
vaste langanan. En voor je weer op de fiets stapte, nog
even een glas tjendol gedronken, dan trapte je de Dagoweg
veel sneller op.
Nu zeg je: "Ik hoop dat ik een parkeerplaats vind bij de
esplanade." Het kan daar behoorlijk vol staan, ook al is de
volle pasar verdwenen. Tijden veranderen, mensen veran
deren en veranderen alles wat te veranderen valt. Voor
het goede doel altijd.
De mooie "berg-dessa" Bandoeng en het verdrietige "kin
derkerkhof" (vanwege de vele fatale buikziekten die vooral
kleine kinderen er opliepen in het koud-kille klimaat) is in
de dertiger jaren toch ook terecht aangeduid als "De Ko
ningin van het Oosten". Een schitterende, moderne stad,
een chique stad vooral. Had je de Malangers moeten horen!
zo werd het1931
zo is het nu
1976
Het werd een race tussen Malang en
Bandoeng, wie het mooist, modernst,
groenst was. Je kunt er nu nog tot aan
het eind van je levensdagen over dis
cussiëren!
Maar ook de "koningin" ontkomt niet
aan een face-lift, "renovatie" heet dat
bij een stad. De dokter zet het mes
er in, hier deze plooi, deze bobbel weg,
dat maken we mooi strak en glad.
In een wijkblad las ik eens een prach
tig stuk van Rob van Meerten over de
verandering van een stukje natuur als
Kijkduin tot wat het nu is. Je denkt
altijd: hier is het zo. Niet daar. Maar
ook daar en elders en overal snijden
de architecten bobbels en plooien weg
en trekken ze de boel glad.
Geen slenteren meer tussen de bo
men, maar netjes parkeren op de
parkeerstrook. En netjes zitten op de
bankjes in de zon. Kijken naar de
bloembakken van Kota Kembang. A-
doe, zo warm! Nou, dan niet. L.D.
.minihummmmilmiliumminui
Voor de andere twee dagen waren er
excursies georganiseerd door de ons
bekende Preanger. De eerste dag in
zuidelijke richting naar het Meer van
Patènggang en een bezoek aan een
theeonderneming. De derde en laatste
dag naar de krater van de Tangkuban
Prahu. (Waar we helaas niet veel van
gezien hebben vanwege de zware be
wolking).
Zoals gezegd was dit de eerste maal
dat hier in Indonesia een reünie ge
houden werd (Den Haag heeft onder
tussen al een ervaring van zo'n 40
jaar) en deze eerste verliep daarom
ook niet geheel vlekkeloos. Om een
tweetal voorbeelden te noemen:
Drie dagen Bandoeng met zo'n vol
geladen programma is natuurlijk veels
te kort. Dat moet voor Oud-Bandoeng-
ers toch minstens een week worden?!
Begonnen zou moeten worden met een
gezamelijke city-tour. Een soort van
sentimental journey" om in één keer
hun oude stad weer te zien. En daarna
iedereen voldoende tijd bieden om al
les individueel nog eens dunnetjes
over te doen. Maar vooral méér tijd!
Want van zo'n Westerse programma
indeling met "middag vrij voor eigen
gebruik" komt in dit zalige Land van
Djam Karet toch meestal maar weinig
terecht(Waahhh! en ik heb nog
niet eens de Gedung Saté teruggezien!
riep een dame verontwaardigd bij het
vertrek uit Bandoeng). Verder zijn "wij
Indonesiërs" al zó gewend aan elke
dag sawahs, kampoengkjes enz. enz.,
dat er bijna geen rekening werd ge
houden om "de Hollanders" veel meer
tijd te geven om alles weer eens goed
te laten bekijken. Om tijdens excur
sies de bussen veel vaker te laten
stoppen bij mooie landschappen en
vergezichten enz. enz.
Op beide tochten joeg de bus maar
voort. Tot op een gegeven moment
zowat een "opstand" uitbrak en men
de chauffeur gewoon tot stoppen
dwóng! Omdat we net langs prachtige
sawahs reden en men wat plaatjes
wilde schieten van ploegende karbou
wen. ("Adoehhh! niet hier dan!" jam
merde Claartje Sinjal, "we staan hier
nét op zo'n steile helling!"Maar
men wilde niet luisteren en stroomde
de bus uit, de sawah in! Zodat de
chauffeur plus helper met veel moeite,
grote stenen en stukken hout achter
de wielen, de bus op de helling moes
ten blokkeren!)
Mijn oud-klasgenoot John Riupassa is
ondertussen Managing Director van
een Tours Travelbureau geworden.
En ik ben ook vast van plan om straks
met hem ons comité een handje te
helpen. Zo moet het immers ook mo
gelijk zijn om een veel goedkopere
reis in elkaar te zetten? Zodat er veel
meer VEDOanen zich een reis naar
een Indonesische reünie kunnen per-
miteren? Ditmaal was er niet veel or-
ganisatietijd, zodat men "te duur" uit
kwam. De reiskosten zouden in elk ge
val behoorlijk gedrukt kunnen worden
als er in wat goedkopere hotels over
nacht werd, i.p.v. Kartika, Savoy Ho-
mann en dergelijke.
En ik hoop werkelijk dat ik straks, mét
de hulp van John Riupassa, veel meer
oude schoolgenoten op de eerstvol
gende reünie kan ontmoeten.
Tot ziens!
ROGIER