JEUGDJAREN
mmm
KIMM Indische spekkoek
(XI)
Stort 15,op giro 158225 en
U ontvangt een spekkoek van
ca. 500 gram, in speciale ver
pakking, franco thuis.
"KIMM", Joh. Verhulststraat 98,
Amsterdam-Z. Tel. 020-72 84 61
Met flitslicht en buksje. Flitslicht was
een 6 batterijen Winchester-koplamp
en buksje was een 5,6 mm Geco (ka
liber .22 Long Rifle). Zodra het donker
was ging ik de tuin in en wandelde met
een strappan achter me langs de tuin
rand tevens bosrand. De strappan
diende om de geschoten beesten te
onthoofden. Wat een gezicht in het
donker al die oogjes, net als sterretjes
bij heldere hemel. Je hebt het voor
het kiezen. Rode ogen zijn grote en
groene zijn kleinere beesten. De vette,
grote dieren schoot ik voor de reuzel-
fabriek van de sergeant en de kleinere
voor de consumptie. Het is geen jagen
meer, maar zuiver schieten. Een schot
achter het oor en de allergrootste ligt
geveld en vlug kop eraf. Aldoende
kon je je schotvaardigheid opvoeren.
In mei brak de oorlog in Nederland uit
en in Indië moesten alle dienstplichti
gen en landstormers voor herhaling
opkomen. In Siak werden ze in de
kazerne ondergebracht. Ook moesten
ze worden gevoed, wat voor mij aan
leiding was om hiervoor te zorgen. Dus
veel satee babi en carbonade van de
kleine nanggui's. Genoemde heren
miliciens en landstormers kwamen
vaak met hun jachtgeweren en dan
mocht ik ze proberen. Zo ook van een
zekere Horrocks, douaneambtenaar te
Bagan-Si Api-Api. Hij had een Mann-
licher-Schönauer kaliber 9 mm. Op
een middag ging ik ermee het bos in.
In een tuin aangekomen zag ik een
kudde van wel 50 djembagars (half
was). Grote beesten komen pas tegen
de avond uit hun schuilplaats. Half ge
knield legde ik aan, een schot daverde
en wat zag ik? Ik kon mijn ogen niet
geloven. Ik had Kandouw met zijn twee
beesten overtroefd. Ik had nl. met één
soft-point kogel 4 stuks te pakken!
Ruim honderd kilo satee en karbonade!
Een andere keer kreeg ik bericht van
herten in onze omgeving. Dit is slechts
een keer gebeurd. Van de heer Lorang,
rubberrestrictie employe, mocht ik zijn
dubbelloop kaliber 12 lenen. De tuin
waar de herten kwamen was dicht bij
huis, waardoor ik mijn uur van vertrek
moest bepalen. Om 9 uur 's avonds
was alles rustig en ik vertrok met een
strappan. Het uur was juist gekozen,
want in de tuin aangekomen, zag ik
drie paar ogen in de lichtbundel. Ik
maakte een omtrekkende beweging
naar de bosrand om het vluchten
daarheen te voorkomen. Toen nam ik
de vuurrode ogen van de bok op de
korrel en loste met een Bougnetkogel
een schot. Ik trof het dier in zijn neus,
waardoor hij versuft rondtolde. De an-
TRÈTÈS
Ik kan een jaar of vijftien geweest zijn
toen het gebeurde. Ik zat op de Wim
Ploegmanschool in Soerabaia, met
dhr. Kieft als hoofd van de school,
tevens leraar Geschiedenis en Neder
lands.
Diep in mijn hart dweepte ik met dhr.
Kieft en als ik de kans schoon zag,
liep ik steevast langs zijn huis op de
Goebengboulevard om nóg meer glim
pen van hem op te vangen. Meestal
zag je niks, omdat 't dan in de mid
daguren was en ik hem in z'n mid
dagdutje waande, wat helemaal niet
waar was, omdat ik later hoorde, dat
hij 's middags ook les gaf op de mid-
dagschool. Pas 's avonds thuis kwam
maar dan had ik een heleboel andere
dingen te doen die nóg belangrijker
waren.
Op een goede dag zouden we met
de hele school een dag naar Trètès
gaan om te zwemmen en picknicken.
De h.h. leraren hadden een warme,
zonnige dag uitgezocht en zo vertrok
ken we met overdekte trucks om ter
picknick te gaan. De reis verliep vro
lijk en luidruchtig met liederen als
Burung kakatua
't Werd een reuze gezellige dag.
Een groep wandelde ongeveer 6 km
naar boven en naar Kakéh Bodoh en
de rest vermaakte zich in het ijskoude
water en at de lempers vast op. Weer
anderen gingen paardrijden op de
kleine bergpaardjes en maakten er
een potje van door voor 't zelfde geld
te gaan 'ganti koeda'.
Gelachen... gelachen... gelachen...
Om zes uur 's avonds maakten we
ons klaar, moe maar voldaan voor de
terugtocht naar Soerabaia. Maar, o
wee. Toen gebeurde het. Bij 't draaien
van de truck met inhoud, op de steile
smalle bergweg, gleed de truck van de
weg af en door hevig remmen kon nog
net worden voorkomen dat hij 't ravijn
ingleed. Aduh, ampun.
Op Sidoardjo stond mijn vader op mij
te wachten in de jeep, want wij woon
den ongeveer 12 km naar 't binnen
land.
Mijn vader heb ik 't verteld, eerst zei
hij niks, aldoor niksmisschien van
de schrik. Maar 's avonds lachte hij
heel hard en zei"Tolol, jullie.
Eerst had die truck moeten draaien
en dan pas jullie erin!"
J. M. HENDRIKS-DE SCHEEMAKER
dere twee zagen toch nog kans om te
ontvluchten. Ik gaf de bok het genade
schot en zo kwam ik thuis met 150
kilo hertevlees. Het hele detachement
inclusief de strappans smulde ervan.
Later kwamen de miliciens en land
stormers in Pakan Baroe op, waar
meer te schieten was dan alleen op
nanggoei's. Vlees hadden we nimmer
te kort. Het was een prettige, tevens
gezellige tijd in Pakan Baroe. De heren
kwamen uit alle windstreken. Ik wil
hier enige namen noemen, die ik nog
heb onthouden: Robinson van de rub
berrestrictie, mogelijk familie van Tja-
ie, Lorang, ook van de rubber, Dunki
Jacobs, Refius, Schonenberg Kegel
van de zoutregie te Bengkalis, tevens
de beste schutter en drinker van de
hap, Heidema en Brakksma van het
boswezen en Sleurink idem van Poe-
lau Roepat, Pfaff en enkele anderen
van de goudwinning te Lipatkain, Hol-
trop, de beroemde man, die per kano
van Holland naar Indië roeide, Hans
May van de radio Siak en van Slooten
idem van Pakan Baroe, Zuurveld van
de K.P.M., en vele oliemensen van de
N.K.P.M. o.a. Otto Fabricius, jammer
lijk overleden in Birma, Schoof, Droop,
Dibbets en Piet Ie Clerq met zijn baas
Paape uit Boeatan. Nog veel meer,
maar jammer soedah loepa.
Ook de militairen van de bewaking van
het vliegveld kwamen aan hun trek
ken. Bij mijn vertrek naar Java in 1941
kreeg ik een mooi horloge cadeau
voor al het vlees, dat ik ze had be
zorgd. Nog een cadeau en wel het
mooiste, was wel de opbrengst van
mijn vendutie, die werd gehouden in
mijn schamele kampongwoning, 10 km
van Pakan Baroe af. Ze kwamen van
alle kanten om wat te kopen. Op de
morgen van mijn vertrek uit Pakan
Baroe werd ik opgewacht door het
detachement van het vliegveld. Een
schoolbord met een tekening van een
nanggui stond op het veld met onder
schrift: "Slamat djalan, nanggui ke-
tawa". (Goede reis, de nanggui's
lachen). Ja, de nangguidoder ging er
vandoor.
Jammer genoeg kreeg ik hier nimmer
een tijger onder schot. Wel hebben
mijn vrouw en mijn twee dochtertjes
van 5 en 4 jaar op 3 km van huis een
kudde olifanten gezien.
Heren lezers en in het bijzonder sobats
uit genoemde streken, tot de volgende
keer.
J. KOLMUS
19