JVAV" ö-n<5 VOETBAL IN VERVLOGEN JAREN Als Soerabajaan (1948-1970) en oud- voetballer (THOR) trok de in Uw num mer 20 geplaatste reproductie van de Soerabaiasche Korfbal Club natuurlijk mijn aandacht en ik denk, dat vele van Uw lezers genieten van dit soort fo to's. Het deed mij persoonlijk dan ook weer even teruggrijpen naar het Ge denkboek van de Koloniale Tentoon stelling Semarang van 20 augustus - 22 november 1914 (Ir. M. G. van Geel) en uitgegeven door Mercurius in Ba tavia. Logisch, dat bij dit soort evenementen een plaatsje voor sport werd (en wordt) ingeruimd en ik citeer: "Op 29, 30 en 31 augustus had de z.g. "stedenwedstrijd" plaats om het voet balkampioenschap van Java. Op de eerste dag speelden een Batavia- en een Bandoengelftal. De wedstrijd werd door Batavia met 5-0 gewonnen. Op den 30en d.a.v. kwam Semarang tegen Soerabaja in het veld. De wedstrijd werd door Semarang gewonnen met 3-1. Den 31en werd de finale ge speeld tusschen Batavia en Semarang, waarbij Batavia met 3 -0 het kampioen schap won. Het Batavia-elftal bestond uit de heeren Beewkes (doel), Over- akker en Johannes (achter), Kooymans, Versteegh en Olive (midden), Hoyer, Jolly, Fischer, Davies en Cram Jr. (voor); het Semarang elftal was als volgt samengesteld: van Soest (doel), Valk Sr. en Blommenstein (achter), Rogge, Gantvoort en Kamperdijk (mid den), Valk Jr., Lutjens, Phelan, Pas en Pilouw (voor). Tot zover dit citaat. Andere evenemen ten waren natuurlijk: hockey, tennissen, kegelen (Juliana, Semarang werd kam pioen Java), schermen, schieten met buks, pistool en handboog, biljarten enz., maar ik kom even terug op het voetballen, want er zijn in dit boek twee zeer scherpe foto's afgedrukt, nl. van het Batavia voetbalelftal en van het elftal van Semarang. Jammer ge noeg geen namen en geen foto van Soerabaja. Mochten Uw lezers echter reproducties op prijs stellen van de Batavia en Semarang teams, laat het mij dan even weten. L. NAEYÉ Kruisbergstraat 62 Brunssum-L (tilpon045-25 16 37) DE PRINS VAN ORANJE De ijzergieterij "De Prins van Oranje" die de pilaren heeft geleverd voor de pendopo in de Kraton van Solo, (zie T.T. no. 20) heette oorspronkelijk "de fabriek van de firma Sterkman". Albert Sterkman was een Haagse ka chelsmid die zijn ambachtelijke bedrijf in 1840 in een fabriek annex ijzergie terij omzette. De vennootschap onder firma werd opgericht op 19 mei van dat jaar, terwijl op 4 september de eerste steen werd gelegd. Dat was op een terrein tegenover het Hollands Spoor station in Den Haag. Tot voor kort stond er Hotel Terminus en ook dat gebouw is gesloopt om weer plaats te maken voor iets anders. Op het moment van de plechtige eer ste steenlegging klonken de kanon schoten, die de geboorte van de erf prins Willem Nicolaas Alexander Fre- derik Karei Hendrik verkondigde. Deze Kroonprins heet in ons land of ficieel "Prins van Oranje". En daaraan heeft de Haagse ijzergieterij zijn naam te danken. Dat gebeurde echter offi cieel pas toen de Prins in 1858 18 jaar was geworden: toen kreeg men for meel toestemming zich "Ijzergieterij De Prins van Oranje'" te noemen. Het is een - voor die tijd - enorm be drijf geweest met meer dan 500 werk nemers in 1868. De ingang lag aan de verbindingslaan tussen het Huygens- plein en de Hoefkade. "Sterkmanlaan tje" noemde men het. Toen de fabriek "De Prins van Oranje" ging heten, verzocht de directie om over te willen gaan tot de benaming "Oranjelaan"; zo heet die straat nu nog. De naam Prins van Oranje is nog be waard gebleven in een drogisterij om de hoek op het Rijswijkseplein. En ook in veel produkten van de fabriek, bruggen bijvoorbeeld, molenassen, straatlantaarns (ook in de Kraton van Jogyakarta). De Haagse fabriek is in 1897 gesloten. J. KORTENHORST WALTER SPIES Naar aanleiding van Uw verslag over wijlen WALTER SPIES in Uw afleve ring van 15 april, wil ik U gaarne at tent maken op iets, dat misschien sommigen van Uw lezers niet bekend is. Walter Spies nl. heeft ook en wel letterlijk zijn eigen ondergang voor zien en door een schilderij uitgebeeld. Het stelt een schip voor, dat op oj en zee in vlammen ondergaat, terwijl er gens het gezicht van Walter Spies met een vertwijfelde uitdrukking uit zee te voorschijn komt. De schilder Rudolf Bonnet is dit schilderij onge twijfeld bekend; mogelijk zou hij daar omtrent uitgebreide bijzonderheden kunnen vermelden. H DEUTEKCfv' Anoniem I (Dig) Uw aardige aanvulling op het Djember- artikel van Poutsma ontvangen. Maar wilt U alstublieft uw naam en adres vermelden, want anonieme inzendin gen moeten we helaas terzijde leggen. En uw bijdrage is daar te goed voor! Anoniem II Het lijkt bijna op een printa keras! Indonesische kranten en tijdschriften kunt u rechtstreeks bestellen (zie TT no. 21) of bij de Indon. ambassade lezen. Sinds kort hebben wij enkele tijdschriften in de winkel, het is moei lijk ze (op tijd) hier te krijgen. Wat niet zo moeilijk moet zijn: naam en adres is uw brief te vermelden. We willen altijd graag weten wie het goe de of het kwade met ons voorheeft! plaats deze flessen te water werden gelaten. De eventuele vinder werd verzocht ons de vondst en het tijdstip zo spoedig mogelijk te melden. De kans dat zo'n fles ooit onbeschadigd ergens aan strand spoelt is klein en de kans dat hij ooit gevonden wordt is ook klein. Maar het gebeurt weieens en dus wij hebben ook een kans al hoewel er jaren voorbij kunnen gaan voordat men iets hoort. Na de geslaagde tewaterlating, op de achtergrond de oude Krakatau. Toen we via de prachtige Riouw ar chipel, de zeekaart vermeldt zelfs hier en daar nog Nederlandse namen, Sin gapore hadden bereikt gingen we al daar ten anker om technici van de I.H.C. werf en de Familie Wijsmuller aan boord te nemen. Na een halve dag oponthoud vertrok ken we weer en begonnen aan ons laatste deel van de reis. Varend langs de kust van Vietnam zagen we heel wat vliegtuigen en aldus waren we ongewild ge tuige van de ram pen die zich hier voltrokken. Na aankomst te Canton volgden de proefvaarten met de nieuwe eigerjaars en na dat de overdracht had plaats gevon den vloog de be manning via Heng Kong weer naar het moederland terug. Djuragan 17

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1976 | | pagina 17