Late hulde aan een navorser
INDISCHE
OVERLEVERINGEN
<~Yloeóaiaoet
Jaren aan een stuk, om precies te zijn,
vanaf 1962 tot 1969, heeft de heer
Jurriaan VAN TOLL, onze rubriek
"Navorser" verzorgd. Een genealo
gische artikelenreeks over de afstam
ming van vele "Indische" families. Hij
deed dat "con amore", op een wijze,
die aller bewondering afdwong, en die
zelfs in het buitenland de aandacht
heeft getrokken. Terecht noemde men
hem een "autoriteit" op genealogisch
gebied. Toch was van Toll, geboren
in Den Haag op 11 december 1895 en
aldaar ook overleden op 6 januari
1969, geen "Indischman".
Hij is zelfs nimmer in Indië geweest!
Hoe verklaart men dan zijn diepgaan
de kennis van de Indische families?
Wel, om te beginnen dit: door zijn
langdurige werkzaamheid bij de Ko
ninklijke Bibliotheek, waar hij reeds
zeer jong, in 1913, in dienst kwam, was
hij bijzonder vertrouwd met alle oude
boeken en naslagwerken, die men
daar kan raadplegen. Maar ook open
baarde zich bij hem erg vroeg de bij
zondere aanleg voor geschiedenis en
genealogie, die immers meestal hand
in hand gaan. Zo werd van Toll in de
loop der jaren 'n deskundige, een van
onze meest ervaren genealogen, die de
meest ervaren genealogen, die de
resultaten van zijn studies in verschil
lende bladen heeft gepubliceerd. Be
kend zijn de artikelen die hij schreef
over Michiel de Ruyter, Maarten Lu
ther, de Hugenoten, de Watergeuzen,
Louis Couperus en van Jan Ligthart,
om er slechts enkele te noemen. In
1943 verzorgde hij een speciaal "Cey-
lonnummer" van het maandblad Sib
be, welk nummer een schat aan ge
gevens bevat over bekende personen
van de V.O.C. Misschien is rond die
tijd zijn interesse voor de Europeanen
in Indië ontwaakt.
Met dankbaarheid herinneren we ons
zijn stukken over de Dimonti's, over
de familie Dezentjé, de bankiersfami
lie Weynschenk, zijn stukje over de
omkeringen van familienamen, zoals
Rhemrev, en Nietsnebeil. Hij stelde
ook vele genealogische fragmenten
samen, die de rubriek Vraag en Ant
woord opluisterden. Welk een massa
aandachtig zoekwerk moet dit hebben
gevergd, welk een geduld en liefde
moeten hieraan ten grondslag hebben
gelegen
Gedurende de jaren van samenwer
king met T.T. bouwde hij een archief
met Indische gegevens op, dat be
stond uit moeilijk te krijgen naslag
werken, adresboeken en almanakken,
door lezers van T.T. na diverse oproe
pen beschikbaar gesteld. Het bevatte
ook duizenden persoonsfiches, door
vrijwilligers van Tong Tong uitgeschre
ven. En Navorser werkte hiermede,
belangeloos en, in alle bescheiden
heid ook altijd anoniem
Tjalie Robinson steunde dit sympathie
ke werk met alle kracht. Hij vond het
een belangrijke en nuttige arbeid. In
Tong Tong 1963 nummer 15 schrijft hij:
"Het dragen van een naam betekent
het deel uitmaken van een stuk be
wuste historie en cultuur. Ons nage
slacht is gebaat met een zo uitgebreid
mogelijke genealogie. Het bezit hier
van bewijst bovendien "beschaafdheid
T.R.
Hoe is het dan toch mogelijk, dat een
man, die puur vrijwillig, zoveel voor
het bijeenbrengen en vastleggen van
de geschiedenis van onze Indische fa
milies heeft gedaan, zo ongemerkt kon
heengaan? In T.T. staat ergens, dat
Navorser (nog steeds anoniem!) we
gens gezondheidsredenen zijn werk
moest staken. Later leest men, dat
vraagstellers zich voor genealogische
informaties kunnen wenden tot Dr.
Klein in Zeist. Maar het heengaan van
Jurriaan van Toll in 1969 wordt met
geen woord vermeld. Daarom dit stuk
je. Van zijn "opvolger" als een ver
laat IN MEMORIAM, om onze lezers
toch nog te wijzen op de betekenis
van een groot Navorser.
Jammer is het dat zijn kostbare archief,
na zijn overlijden, werd "opgeruimd
Natuurlijk bevatte dit archief niet al
leen de Indische gegevens, doch was
het de vrucht van zijn levenswerk als
genealoog. Maar de Indische boeken
en naslagwerken, de Indische per
soonsfiches, zij hadden veel nut kun
nen hebben voor zijn opvolger.
Het voorgaande doet aan zijn verdien
sten niets af. Jurriaan van Toll, wiens
naam en portret hierbij voor het eerst
in T.T. verschijnen. Ere wien ere toe
komt!
D. A. VISKER
Noot van de Redactie:
Op uitdrukkelijk verzoek van Navorser
zelf, werd aan zijn afwezigheid in TT
niet meer aandacht besteed dan de
hoogst noodzakelijke mededeling. Zijn
overlijden werd aan de redactie niet
medegedeeld, waardoor wij meenden
te moeten opmaken dat Navorser ook
na zijn dood anoniem wilde blijven.
Het doet ons genoegen dat de heer
Visker thans toch deze late hulde aan
een verdienstelijk mens heeft kunnen
brengen.
door LARMOYEUR
Pantjoeran Ajer Baroe.
Op een nacht zaten vier mannen in
een wachthuisje bij hun doerianbomen.
De doerians waren bijna rijp en het
was nodig, dat men ze bewaakte,
want waar rijpe vruchten zijn, zijn die
ven. En op de doerians waren ze al
bijzonder fel; elke nacht werden er
hier of daar gestolen. Er groeiden veel
doerians op Noesalaoet.
De mannen kortten zich de tijd met
het oplossen van raadsels.
Ineens hielden ze er mee op. Ze had
den alle vier buiten geritsel gehoord.
Vastbesloten grepen ze hun kapmes
sen en liepen het veld op. Niets, al
leen voetstappen. Ze klommen ieder
in een boom, dan zou er wel iets ver
schijnen.
Er verscheen ook iets: een man, kort
en dik. Maar hij werd gaandeweg gro
ter, tot z'n hoofd boven de bomen uit
stak. Ze lieten zich op de grond glij
den en traden op hem toe. Eén vroeg:
"Zeg, wat doe je hier?"
De man stond nu stokstijf voor hen;
niets aan hem bewoog. De vrager gaf
hem een por met z'n mes. Hij viel niet,
maar bleef doodbedaard staan. Dat
was geen gewone man!
Van angst zochten ze hun bomen weer
op. Er gebeurde echter niets meer en
daarom kropen ze, zo gauw ze durf
den, maar weer in hun wachthuisje.
Even later hoorden ze iemand kermen;
"Adoeh, m'n bloed stroomt als water."
Maar ze deden, of ze niets hoorden
en bleven, waar ze waren.
De volgende morgen stond er op de
plaats, waar ze hem de vorige avond
hadden laten staan, een stenen beeld
en daaruit kwam water. Het staat er
nog, 't is een pantjoeran geworden,
Pantjoeran Ajer Baroe (Pantjoeran
waterstraal uit een goot of bamboe
leiding. Ajer water. Baroe nieuw.)
in Titawaë. (gehuchtje op Noesalaoet.)
Overgenomen uit: Indische overleve
ringen", Uitg. W. Thieme.
Indisch Familie Archief geeft (en
vraagt) informaties over Indische
geslachten. Kosteloos.
Vreelandstraat 14, Den Haag
tel. 070-45 44 06.
S.v.p. zelf geadresseerde, ge
frankeerde enveloppe bijsluiten!
24