Mijn eerste ontmoeting met de Dajaks
Electrisch rijst koken
Het was in het begin van deze eeuw,
dat dokter Nieuwenhuis zijn tocht
"dwars door Borneo" maakte. Waar
hij begonnen was weet ik niet precies,
maar hij kwam ten slotte uit in de
Ooster-afdeling.
En zo kwam hij op een goede dag met
een bootje de mooie Mahakkamrivier
afzakken in gezelschap van controleur
Barth van Long Iram. En uitgeleide
gedaan door een twintigtal Dajaks.
Deze verafgoodden de dokter, zagen
in hem een wondermens, die hen van
al hun kwalen kon genezen.
Op Samarinda aangekomen nam hij
zijn intrek in het hotel in afwachting
van de K.P.M. boot, die hem naar Java
zou brengen. De heer Barth logeerde
bij mijn ouders en het "gevolg" werd
ergens in de kampong ondergebracht.
Ze hadden bij de dokter al de wens
geuit, dat ze zo graag de "blanke"
vrouw wilden zien. Die kenden ze nog
niet, want de heer Barth had zijn gezin
op Java wonen. "Nou", zei de dokter,
"ik ga vanavond op bezoek bij die
mevrouw en dan moeten jullie maar
in de tuin gaan staan, dan zie je haar
wel." Inderdaad, toen we 's avonds
om 'n hoekje naar buiten keken, zagen
we de hele groep op een afstand
staan kijken. De volgende ochtend
verscheen weer de een na de ander
nu vlak bij ons huis. Toen ze mij - kind
met lichtblond haar - in de voorgalerij
zagen, stonden ze verbaasd te kijken.
"Loh, ramboet nja poetih" en de een
wenkte de ander "Lekas, lekas, lihat!"
Toen ik lachte, grinnikten ze mee:
"Ehe, ketawa!" Dat was de eerste
kennismaking.
Op een ochtend werden ze allen door
mijn moeder "ontvangen" in onze
voorgalerij, waarbij de Heer Barth ook
aanwezig was. Hij kende dat volkje
wel en ook hun taaltje "oeloe-maleis"
noemde men dat.
De voorgalerij werd ontruimd, de mat
ten opgerold en het gezelschap zette
zich in een grote kring op de planken
vloer. Eerst werden ze onthaald op
een glaasje limonadestroop en een
snoepje. Daarna kregen ze allen een
presentje, bestaande uit een mooi
doosje (U kent ze misschien nog wel,
die gekleurde sponsendoosjes, die wij
mee naar school namen), gevuld met
kralen in diverse grootte en kleur.
Dajaks waren nl. - en zijn waarschijn
lijk nog - dol op kralen, die ze zelf als
halssnoer droegen, of waarmee ze
hun voorwerpen versierden, zoals hun
schilden en de scheden van hun man-
dau's. Ook maakten ze er rokjes van
voor hun vrouwen, echte minirokjes.
Deze waren heel zwaar en werden dan
ook alleen bij feestelijke gelegenhe
den gedragen. De patronen maakten
ze zonder voorbeeld, net als bij het
vlechten van hun matten en hun tatoe
ages op arm of borst. Misschien was
de natuur hun hierbij behulpzaam.
Maar om op mijn verhaal terug te
komen.
U begrijpt dus wel, dat dit geschenk
zeer in hun smaak viel. Eén van hen
trof een doosje met een spiegeltje in
't deksel. Voor 't eerst scheen hij nu
zijn konterfeitsel te zien. Hij keerde
het doosje om en om, trok allerlei ge
zichten en viel van de ene verbazing
in de andere. Natuurlijk moesten alle
kameraden nu om beurten dat wonder
bekijken. Verbazing en pret en opmer
kingen waarvan wij niet veel begrepen,
maar de heer Barth wel. Enfin, heel
voldaan ging het gezelschap weg.
Dat ze bij de bevolking nogal bekijks
hadden, laat zich horen. Onze be
dienden, echte Batavianen, hielden
zich maar op een afstand, al kon kok
kie niet vermijden, dat tot haar schrik,
op de pasar opeens zo'n gast naast
haar stond. Ze liepen natuurlijk in
"nationaal" kostuum, nl. enkel met
een tjawat. Maar al gauw waren enke
len half Europees gekleed, sommigen
in een wit jasje, anderen in een
shantung dito, cadeau gedaan door
enkele heren.
Mijn- vader kwam nog aanzetten met
een zwart lustre jasje, dat speciaal
voor Bit bestemd was, de z.g.n. aan
voerder van de troep. Ze waren hele
maal niet jaloers op elkaar en riepen
luid: "Bit, óóók Bit", zodat deze "dood
kalm naar voren kwam! Hij werd in
zijn zwart jasje om en om gedraaid en
blijkbaar had het de algemene goed
keuring. Ook hoofddeksels waren zeer
geliefd. Zo liep de één met een stro
hoed, een ander met een tropenhelm,
een derde met een zwart kaasdopje,
of een pet op de lange haren. Begrij
pelijk wekte deze kledij nogal hilariteit
bij de bevolking. Op een moment
kreeg er één een pantalon. Daar wist
hij geen raad mee, begon zijn armen
door de pijpen te steken, bemerkte al
gauw, dat dit niet ging. Om de beurt
probeerden ze dat rare ding op die
"Uw progressieve verkoop-methode komt
hier niet helemaal uit de verf, meneer
Kakipanas".
manier aan te krijgen, tot iemand hen
wegwijs maakte. Een van hen trok nu
de stoute schoenen aan en wrong zich
in dit toch echt manlijke kledingstuk.
Na veel bekijks en geredeneer werd 't
uitgetrokken en een ander ondernam
het waagstuk. Nadat zo enkelen van
hen de proef hadden genomen, zonder
succes werd het "rare" kledingstuk
aan de oorspronkelijke eigenaar terug
gegeven. Tidah lakoe!
De K.P.M.-boot arriveerde en dr. Nieu
wenhuis moest vertrekken. Wij allen
deden hem uitgeleide, zo ook het hele
Dajak-gezelschap. Eerst hadden ze
veel bewondering voor dat grote schip,
maar toen de dokter van allen met
een handdruk afscheid nam, kwamen
bij velen de tranen te voorschijn en
ze wuifden zo lang mogelijk de boot
na. Daarna wendden ze zich tot con
troleur Barth en zeiden: "Daar gaat
onze Bapa weg, wil jij nu onze Bapa
zijn en ons weer in ons land terug
brengen?"
Dat beloofde de controleur. En zo ver
trok de troep de volgende dag weer
stoomopwaarts naar de oetan.
B. vd. E.
Veilig, makkelijk en tijdbesparend I
Nooit meer aangebrande rijst. Rijst in de pan, knopje indrukken, klaar
U kunt uitgaan, andere dingen doen zolang als U wilt. De rijst blijft,
ook als ze gaar is, op temperatuur.
NATIONAL RICE COOKER
Inhoud 1 liter 110,
Inhoud 1i/2 liter f 120,
Inhoud 1,8 liter 130,
Verzendkosten 7,Abonnee's Tong-Tong 3 termijnen mogelijk
Tong-Tong B.V. - Prins Mauritslaan 36 - Den Haag - Giro 6685
25