Uit Toegoe's bewogen historie
mm
BMU
ftoons
KROtlTJOni $1
T UGU
mm
M
I
Naar aanleiding van de vraag van Si
Anoe in TT. no. 19, pag. 5 over Toegoe
ontvingen wij twee reacties, die wij
hieronder weergeven.
"In Januari 1973 bracht ik - na 31 jaar
van Java weg geweest te zijn! - een
bezoek aan Java en Bali. In Jakarta
was een van de zendingspredikanten
van de Hervormde Kerk, ds. H. A. van
Dop (adres in Jakarta: p/a Sekola
Tinggi Theologia, Jalan Proklamasi 27,
Jakarta UI/20; thans is ds. van Dop
met enige maanden verlof in Neder
land en bereikbaar via het Zendings
bureau van de Ned. Herv. Kerk, Leid-
sestraatweg 11, Oegstgeest) zo vrien
delijk om mij mee te nemen naar Toe
goe om mij de oude Portugese kerk
te laten zien en een bezoek te bren
gen aan de voorganger van de chris
ten-gemeente, de heer Jacob Quiko.
Het was een hoogst interessant be
zoek aan een zeer oude nederzetting,
die ook nog als de bakermat van de
krontjong wordt beschouwd.
Ik was in de gelegenheid om vier dia's
in Toegoe te maken en op één daarvan
staat Jacob Quiko en zijn zoon met
het vaandel van Toegoe en twee gro
te borden, op één waarvan geschil
derd staat: Kampong (Kp) Toegoe,
tempat lahirnja krontjong (geboorte
plaats van de krontjong). De instru-
Boven: de oude kerk van Toegoe; beneden:
de Heer Quiko (links) en zijn zoon met het
vaandel van Toegoe en twee borden, ver
meldend dat Toegoe de bakermat van de
krontjong is.
0P/hJ«l
menten worden er ook nog steeds
gemaakt. Op de andere foto s staan
de oude kerk van Tugu en het huisje
van de voorganger.
In 1641 viel de belangrijke Portugese
handelsstad Malakka in handen van
de Nederlanders, waarop een aantal
krijgsgevangenen, nakomelingen van
Maleiers en Portugezen, meegenomen
werden naar Jakarta, waar ze later
werden vrijgelaten (dimerdekakan).
Ze hielden daar de naam "mardika's"
aan over, hetgeen in het Nederlands
"mardijkers" is geworden. In 1661
werden de 23 families van deze men
sen, totaal 150 zielen, door de Kerk
van Batavia en de autoriteiten van de
VOC overgebracht naar een plaatsje,
20 km van Batavia verwijderd. Dat is
het tegenwoordige plaatsje Toegoe.
Een oude overlevering zegt, dat de
naam TUGU ontleend zou zijn aan de
aanduiding op een grenspaal waarop
het woord PorTUGUese zou hebben
gestaan, waarvan het middengedeelte
als naam is blijven voortbestaan. Nie
mand weet of deze verklaring juist is.
Ds. J. M. HOEKSTRA
II
Ik ben geboren en getogen in Batavia
en ken de omstreken vrij goed. Kam
pong Toegoe is gelegen in het dorpje
TJILINTJING dat je kunt bereiken over
de weg van Tandjong Priok via de
voormalige zeebadplaats Petit Trou-
ville verder Oostwaarts naar het dorp
je Tjilintjing.
De kampong Toegoe was een geslo
ten enclave uitsluitend bewoond door
de Toegoenesen. Deze mensen waren
erg schuw en gedoogden geen inmen
ging van buiten af, zelfs niet van de
inheemse bevolking, dus net als bij
ons in Staphorst.
Ze hielden zich voornamelijk bezig
met land- en tuinbouw en ook met de
jacht.
Het waren rustige mensen zonder mis
dadige aanleg of slechte gewoonten.
De Politie heeft nooit last met hen ge
had. Ze trouwden in clan-verband en
er was geen grote bevolkingsaanwas.
De jagers schoten de wilde zwijnen af,
de z.g. strand-varkens en van het
vlees maakten ze dendeng tjeleng die
in Batavia door een Toegoenees die
"Oom" werd genoemd langs de deur
te koop werd aangeboden. Menige
Oom Toegoe is bij ons aan de deur
geweest van wie we dan dendeng tje
leng kochten.
Ze waren wel uitzonderlijk gekleed,
met een grote zonnehoed, ze droegen
een pikoelan met twee gesloten rieten
manden waarin de dendeng zat. Of
kampong Toegoe ook via de spoor-
halte Klender te bereiken zou zijn
weet ik niet.
Volgens de encyclopaedie van Ned.-
Indië betekent Toegoe in het Soen-
danees en Javaans "grenspaal,
grenssteen". In 1878 werd in de
directe nabijheid van Toegoe een
grote beschreven steen gevonden,
welke door de Mohammedaanse
bevolking werd vereerd. Volgens
het daarop voorkomende Sanskrit
opschrift dateerde de steen (die
werd overgebracht naar het Museum
van Batavia) uit de 4e of begin 5e
eeuw van onze jaartelling.
De Portugese Christengemeente te
Toegoe vond haar oorsprong met
de aanstelling van een inlandse le
raar bij resolutie van 3 nov. 1676,
op verzoek van de 40 tot 50 Chris
ten-gezinnen, en kreeg haar vaste
vorm door de evangelisatie door Ds.
Melchior Leydecker, predikant te
Batavia en eigenaar van het land
Toegoe.
Omstreeks 1860 onderscheidden de
Toegoes zich nog in kleding van de
overige inheemse bewoners: korte
broeken met gespen aan de knieën,
zoals de ouderwetse Gelderse boe
ren, en vesten met blinkende kno
pen. Deze klederdracht verdween
later geheel. Zij handhaafden hun
eigen taal, een verbasterd Portugees,
ook toen dit in Batavia niet meer
werd gesproken.
In 1687 kreeg Toegoe zijn eerste
kerk, die in 1740 tengevolge van de
Chinese onlusten werd vernield. De
kerk werd herbouwd en trotseerde
de eeuwen.
Toen Batavia in 1811 door de En
gelse troepen werd ingenomen
vluchtten de bewoners van Toegoe
en keerden pas terug na het herstel
van het Nederlandse bestuur.
Bekende Toegoese namen zijn: Del-
cruz, Michiels, Marcus, Hendriks,
Quico, Cornelis, Andries, Seymons,
Salomons, Abrahams, Tomasauw.
Door aanhuwelijking treft men later
ook Maleise en Chinese namen aan:
Kantil, Pendjol, Maulud, Lauw. Ook
afstammelingen van uit de Mo-
lukken en Minahasa aangetrokken
onderwijzers werden in de groep
opgenomen.
Nog vermeldenswaard is dat na de
souvereiniteitsoverdracht in 1950 26
gezinnen Toegoe verlieten en zich in
het toenmalige Nieuw Guinea in een
dorpje bij Hollandia vestigden.
Hun verblijf daar duurde slechts 12
jaren: in 1962 bij het einde van het
Nederlands bewind vertrok deze
qroep naar Suriname.
Ch. M.
De haltes van een boemeltrein waren
1) Station Koningsplein, 2) Mangarai,
3) Rawah Bangke, 4) Klender, 5)
Bekassi en vervolgens via Krawang
naar Poerwakarta en zo verder naar
Bandoeng.
Ik hoop Si Anoe een beetje wegwijs
te hebben gemaakt.
MR. A. DE GRAVE
29