Toko KETJIL
Journalistiek fatsoen of onfatsoen
Over een ingezonden stuk en de journalistieke code
Wie zich in de journalistiek begeeft, moet kunnen beschikken over een stevige huid. Zijn
werk zal van tijd tot tijd reacties oproepen, waarvan sommige niet al te vriendelijk zijn.
Tjalie kon ervan meepraten. Een gedachtenwisseling over onaardige brieven heeft meestal
niet veel zin, want de meeste van die onwelwillende reacties zijn kreten uit het overkropt
gemoed, maar bevatten geen argumenten. Men maakt zich boos en blaast stoom af. Het
enige wat men ervan zeggen kan is: Goed gebruld, leeuw! - en vervolgens overgaan tot
de orde van de dag. Nicht argern, nur wundern.
Naar aanleiding van de Journalistieke
Herinneringen over Atapoepoe en A-
tamboea (TT no. 21 van de 20e jaarg.)
ontving de redactie weer zo'n harte-
kreet van een klaarblijkelijk verbitterd
man, die niet vergeten kan en nog min
der vergeven. Hij eindigt weliswaar zijn
brief met de woorden: met vriendelijke
groet, maar ik heb mijn twijfels aan de
oprechtheid van deze woorden. Overi
gens onze waardering voor het feit, dat
deze briefschrijver zich niet in anoni
miteit hult, maar zijn brief met zijn volle
naam ondertekent. Anders was zijn
epistel trouwens onvoorwaardelijk in
de prullemand terechtgekomen. Wij
strijden met open vizier en verwachten
van tegenstanders of anderszins be
zwaarden hetzelfde.
Onze briefschrijver laat ik nu aan het
woord:
Journalistieke Herinneringen
in Uw uitgave nr. 21
door ene sudara JHR
Waarde Redactie,
Met respect voor deze meneer zijn
journalistieke gaven en met bijna
tranen in mijn ogen als ik denk
aan zijn ontroerende ervaringen,
kan ik mij niet aan de indruk ont
trekken, dat deze man op het aan
tal reizen met Sukarno ingeladen
werd in één van de vliegtuigen die
vooruit werden gezonden, afgela
den met kisten met vlaggetjes
waar de opgetrommelde bevolking
onder dwang moest mee gaan
zwaaien.
Ik ben blij, dat deze figuur met zijn
noch noch het maar bij één aspect
laat afweten. En als ik dit aspect
doorneem, dan krijg ik dezelfde
smaak in mijn mond als toen su
dara Jones, de Amerikaanse am
bassadeur, samen met Sukarno in
Medan, zo nodig zijn merdeka
kreet te berde moest brengen.
De eerste alinea van deze brief is al
niet erg aardig. Zij insinueert dat ik in
zekere zin mede verantwoordelijk zou
zijn voor het zwaaien met vlaggetjes
door een opgetrommelde bevolking,
door te reizen met een vliegtuig waar
in deze voorwerpen werden vervoerd.
Het gezelschap van Soekarno reisde
meestal met één vliegtuig en alleen
wanneer er van watèrvliegtuigen (met
een veel kleiner capaciteit) gebruik
moest worden gemaakt met twee. Met
de hand op het hart kan ik verklaren,
nooit vlaggetjes te hebben gezien, die
in het vliegtuig of de vliegtuigen wer
den meegevoerd. Maar het is best mo
gelijk, dat dit gebeurde ten detrimente
van de plaatselijke volksvlijt. Gunnen
wij onze opponent the benefit of the
doubt. Ik heb echter altijd de indruk
gehad dat het „optrommelen" van de
bevolking bepaald niet nodig was - zo
in Indonesië als elders. Bezoek van het
staatshoofd trekt altijd belangstelling,
te meer daar waar de dagelijkse rou
tine weinig afwisseling biedt als op
buitenposten in Indonesië. Ja toch?
De tweede alinea van deze brief is mij
niet helemaal duidelijk. Zij noopt mij tot
een uiteenzetting die op het eerste ge
zicht weinig met deze brief te maken
heeft. Onze briefschrijver tast namelijk
de grondregels van het journalistiek
gedrag aan. Ik ben nog opgevoed in
de school der objectiviteit. U zult zeg
gen: objectiviteit bestaat niet, en dat is
juist. Niemand kan zich losmaken van
zijn verleden, zijn opvoeding en zijn
achtergronden. Objectiviteit bestaat al
leen in de natuurwetenschappen. Wat
wij onder objectiviteit verstonden in
onze jonge jaren was: te trachten naar
beste weten en kunnen de werkelijk
heid weer te geven. Te goeder trouw
te rapporteren over gebeurtenissen en
ontmoetingen, zonder aanzien des per-
soons. Van dat proces kon slechts af
geweken worden in uiterste gevallen,
waarin volledige publicatie van de fei
ten onvoorstelbare schade zou aan
richten. Aan die stelregels houd ik mij
nu al 65 jaar. Ik weet wel, dat dit niet
meer de grote mode is, maar ik ben te
oud geworden om nog veel te verande
ren. Tegenwoordig is men geënga
geerd" of „gemotiveerd", d.w.z. men
gaat uit van bepaalde vaststaande uit
gangspunten en past zijn ervaringen
daarbij aan. In Indonesië heerst een
generaais-dictatuur en daar zijn nog
talrijke politieke gevangenen; ook is er
corruptie. Wie met afschuw van al deze
zaken op de hoogte is en naar Indone
sië gaat, weet dus al voor zijn vertrek
dat het daar een misse boel is - en hij
rapporteert dienovereenkomstig. Wat er
goed is ziet hij niet, of wil hij niet zien,
of past het zo in zijn verhaal dat het op
een of andere manier toch tegen de
Indonesische regering kan worden uit
gespeeld. In Zuid-Afrika heerst apart
heid. Wat goeds kan er komen uit Na
zareth? Naar Spanje moet je niet meer
toegaan, want daar regeert ook de
reactie. Ga zo voort, ga zo voort.
Merkwaardigerwijze doet onze brief
schrijver precies hetzelfde. Zij het dan
vanuit 'n diametraal tegenovergesteld
standpunt. Wij willen hem niet op één
hoop gooien met de lieden die nu zo
veel talent verspillen aan het jammeren
over ons koloniaal verleden, maar wel
leeft hij in een verleden, waar de gren
zen duidelijk zijn getrokken: Soekarno
was een schavuit en elk woord dat
wellicht een ander licht op deze figuur
zou kunnen werpen is dus hoogstens
een sarcastische opmerking waard. Dat
de geschiedenis niet geschreven wordt
in kwalificaties van goed of kwaad, in
zwart of wit moet onze opponent nog
leren. Over de historische betekenis
van de figuur Soekarno zijn de boeken
nog niet gesloten, maar is daarom elk
woord over die betekenis uit den bo
ze?
Welnu, ondanks alles toch geachte in
zender, U hebt mij in de gelegenheid
gesteld mijn journalistiek credo neer
te schrijven. Nog altijd geloof ik daar
in: geef naar beste weten en kunnen
weer wat je ervaart, ook al doet dat
soms pijn. Aan anderen, maar ook aan
jezelf. Laat iedere twijfelaar zijn opinie
daartegenover stellen, zo mogelijk met
enige kennis van zaken en een zekere
argumentatie. Hoe meer kritiek, hoe
beter. Maar dan gefundeerd. Heeft on
ze briefschrijver bezwaar tegen onze
conclusies? Laat hij aantonen of al
thans aannemelijk maken dat zij on
juist zijn. Hij doet mij nu denken aan
de Nederlanders, die de wens van het
overgrote deel der bevolking naar een
„zaman normal" meenden te moeten
interpreteren als: Mogen de Hollanders
terugkeren! Terwijl zij alleen maar wen
sten, dat de tijd van stabiele lage rijst
prijzen er weer zouden zijn.
JHR
PAS VERSCHENEN
1. B. van Heutsz, leven en legende
door J. C. Witte.
Een nauwgezette, objectieve studie
van leven en carrière van deze grote
figuur uit de Indische geschiedenis,
ontdaan van legenden, die in de loop
der tijden het beeld van Van Heutsz
hebben misvormd. Met illustraties.
Verkrijgbaar bij Boekhandel Tong
Tong, f 19,90 f 2,75 porto.
Choorstraat 50, Delft.
Telefoon 015-13 18 55
Uw adres voor:
INDONESISCHE
KUNSTNIJVERHEDEN o.a.:
Houtsnijwerk, Zilverwerk, Schil
derijdoeken, Batikkains, Pale-
kats, Hesjes, T-shirts, Barong-
shirts, Longdressmaterials, Ja
ponnen (caftans en andere ex
clusieve modellen).
Kwaliteit gewaarborgd.
Eigen import.
25