IK HERINNER ME
JEUGDJAREN
Weerzien met Indonesië
FOTO SERIE
(XV)
Win een prijs van 50,met Uw vakantie-foto's uit In
donesië. Stuur ze naar Tong-Tong waar om de 3 maan
den de leukste en origineelste foto's worden uitgezocht
en gehonoreerd. Liefst zwart-wit afdrukken of scherpe,
gekontrasteerde kleuren-prints.
Tijdens mijn eerste bezoek aan Indonesië na meer dan
20 jaar wil ik natuurlijk ook de plaats terug zien waar ik
voor de oorlog als kleine jongen met pa, ma, broertjes en
zusjes de grote vacanties doorbracht. Dat was in Kratjak,
een plaatsje in de bergen ten westen van Bogor. Daar had
mijn grootvader een kleine onderneming waar koffie, thee
en rubber groeide.
We ondernemen de reis er heen vanuit Jakarta, gewoon
met de bus naar Bogor, vandaar weer een andere bus tot
Leuwilang en vervolgens huren we daar een "pick-up" met
chauffeur die belooft ons voor Rp. 2.000 naar Kratjak en
weer naar Bogor terug te brengen.
Het landschap met zijn sawahs en de Gunung Gedeh op de
achtergrond is even mooi als ik me uit mijn jeugdjaren
herinner, maar ik kan het huis van opa niet meer vinden.
Het stond halverwege de helling van een heuvel, maar er
staan vele heuvels langs de weg.
Ergens bij een bocht in de weg zien we een grote warong
met enkele huizen en een pendopo waar een gamelan
orkestje speelt. Er is kennelijk een feestje aan de gang.
We stoppen en drinken limonade in de warong. Toen als
bij ingeving vraag ik aan een niet eens zo'n oude man:
"Heb je tuan Dorus nog gekend?" (Tuan Dorus, mijn groot
vader, is al 30 jaar dood!)
"la, tuan", antwoordt de man tot mijn grote verrassing,
"masih ada permilie disini."
Die permilie blijkt een neef te zijn die allang uit mijn her
innering was verdwenen. Hij spreekt aanvankelijk Bahasa,
maar geleidelijk aan komt het Nederlands, zolang geleden
geleerd en zolang niet meer gesproken, weer bij hem boven.
Hij vertelt dat het huis van mijn grootvader niet meer be
staat, maar hij brengt ons wel bij het graf van mijn groot
moeder die op wat eens het achtererf was, begraven ligt.
Als we daar om heen staan komt een vrouw op ons toe
en zij vertelt dat zij vroeger bij een dochter van mijn groot
moeder heeft gewerkt.
"En die had een dochtertje, Maudy, en een zoontje die Adèh
werd genoemd," weet ze zich na meer dan 40 jaar nog
precies te herinneren. "Die Adèh ben ik," zeg ik. Ze kijkt
me aan en begint geluidloos te huilen.
M. C. VAN HOOYDONK
die heerlijke vakanties, die ik in
mijn jeugdjaren in Tawangmangoe, dat
verrukkelijke bergplaatsje in het Solo-
se, heb doorgebracht. Een neef, die
samen met zijn vrouw het Tjandi-Ho-
tel in Semarang exploiteerde had zich
in Tawangmangoe een tweetal bunga
lows aangeschaft. Eén daarvan, "Villa
Marlène", werd als vakantieverblijf ge
reserveerd. De twee zoons van mijn
neef waren van dezelfde leeftijd als
die van mijn broertje Frans en mij en
het was met hen, dat wij ettelijke pe
rioden gedurende de schoolverloven
in Tawangmangoe verbleven.
Het plaatsje, geplant op de hellingen
van de Lawoe, maakte een moderne
en lieflijke indruk met al die komfor-
tabele bungalows met de met bloemen
bezaaide tuintjes, erom heen, in de
meest treffende, bonte, kleurenpracht.
Met enkele andere huizen was "Villa
Marlène" op een tjot gebouwd. Via
een korte, maar steile oprit reed je
tot aan de trap, die naar de voorgale
rij en ingang leidde. Op die voorga
lerij kon je uren zitten genieten van
het adembenemende panorama. Links
zag je fragmenten van de autoweg,
die zich vanuit de diepe laagvlakte
slingerend naar boven wurmde langs
hoge hoogten en dan weer door die
pe dalen. Vóór je uit overzag je de
immense en veelal in de zon blake
rende laagvlakte, tot aan het gezichts-
soesoe en te genieten van de prach
tige natuur om je heen was een ziel
verheffende ervaring op zichzelf. Ter
wijl de mist nog mateloos lui tegen de
Lawoe aanleunde, kwamen de kat-
jongs met hun bergpaardjes ons al
beneden aan de oprit opwachten. Laat
maar wachten, eerst ons ontbijt ach
ter de kiezen: een bord dampende
nasi-goreng! Dat ging erin als moe
dermelk
Soms besloten we de dag te begin
nen met een uurrit op die knolletjes.
Het uitzoeken van onze paardjes ver
oorzaakte steevast een gebakkelei
onder de eigenaartjes, die hun dier
als het beste aanprezen. Zo'n rit was
niet altijd een onverdeeld genoegen.
We werden langs allerlei mogelijke en
onmogelijke bergpaadjes geleid, langs
steile bergwanden en diepe ravijnen.
Eén misstap van zo'n knol en je kon
bij Petrus aankloppen
Het verdere gedeelte van de dagen
brachten we veelal door in het mooi
aangelegde sportpark. Zwemmen de
den we vaak in het fraaie bassin, maar
dan moest de zon wel flink schijnen,
want het water was steenkoud. Naar
mijn gevoel althans. Dan was er nog
het grote speelterrein, waar je kon
voetballen, paardrijden of je op an
dere wijze vermaken.
Wandelen deden we uiteraard veel.
Vooral een voettocht naar de forellen-
kwekerijen bij Sarangan, ettelijke kilo-
(lees verder pagina 18, 3e kolom)
einder toe. En dan, rechts van je, stak
de trotse en machtige Lawoe zijn top
hoog de hemel in. Met zijn, altijd diep
groen beboste, steile hellingen en
ravijnen. Een prachtig en imposant ge
zicht, dat je deed murmelen: "Eerst
hiervan intens genieten en dan ster
ven
De avonden, die heel koud konden
zijn, brachten we door met lezen of
met het toentertijd populaire spel Mo
nopoly.
De vroege ochtenden vond ik per
soonlijk de heerlijkste momenten.
Warm gekleed op de veranda te zit
ten met een verkwikkende kop koppie-
15