De Junyo Maru verdween^in de golven
Met 5.000 Nederlanders en Indonesiërs.
Onmenschelijk
BOEKBESPREKING
Een van de afschuwelijkste drama's uit de jaren der Japanse bezetting heeft
maar weinig aandacht getrokken. Het is de ondergang van het Japanse troepen-
transportschip Junyo Maru op 18 september 1944, met een "lading" van
Nederlandse krijgsgevangenen en Indonesische koelies. De Soerabayase jour
nalist Van Leer schreef er het hier volgend artikel over in Het Parool van
19 sept. 1946. Hij was een der weinigen die de feiten kende. Wat hij niet wist
was de naam van de onderzeeër die de Yonyu Maru torpedeerde. Dat was de
Britse Tradewind, die om 18.10 plaatselijke tijd op 18 sept. 1944 de Japanner
tot zinken bracht.
Hier volgt dan het artikel uit Het Parool.
In den middag van 18 September 1944
voer, bij prachtig weer, langs de kust
van West-Sumatra ter hoogte van
Moko-Moko het Japansche troepen
transportschip "Junyo Maru", komen
de van Batavia en op weg naar Pa-
dang. Aan boord bevonden zich twee
duizend krijgsgevangenen, Nederlan
ders, Engelschen, Ambonneezen en
Menadoneezen en verder een groot
transport Javaansche koelies.
Dwangarbeiders in het Groot-Azië.
Welvaartssysteem allen bestemd - be
ter gezegd gedoemd - om te werken
bij den aanleg van de spoorlijn van
Pakan Baroe naar Taloek.
De Nederlandsche krijgsgevangenen,
meest vaders van gezinnen, behoor
den tot een groep zwakkeren, wien
een "rustkamp" in het uitzicht was
gesteld. De ruimte voor de gevange
nen aan boord van het schip was veel
te klein om den menschen een mini
mum aan plaats te bieden; men moest
zittende slapen. Allen in het ruim te
persen onder hoogen Japanschen druk,
bleek niet uitvoerbaar. De menschen
verspreidden zich over de luiken van
het achterschip - vóór lagen de koe
lies - zoodat deze bedekt werden met
een compacte laag menschen en ba
gage.
Door torpedo's getroffen.
Ter beveiliging van schip en men-
schenlading voeren aan stuurboord
zijde twee kleine escorte vaartuigen
mee, terwijl op gezette tijden een Ja-
pansch vliegtuig om het schip cir
kelde. Deze voorzorgsmaatregelen
bleken echter geen obstakel te zijn
voor een geallieerd onderzeeër, welke
er in slaagde tusschen schip en es
corte te sluipen. Omstreeks vier uur
in den namiddag werd de "Junyo Ma
ru" door twee torpedo's getroffen en
zonk binnen een halfuur in de diepte
weg. De reddingsmiddelen voor de
krijgsgevangenen en koelies waren
totaal onvoldoende. Zij bestonden uit
een klein aantal houten vlotten, plaats
biedende voor een paar honderd per
sonen. Daar het schip niet in convooi
voer en de hulp alleen van de escorte
vaartuigen moest komen, die te za-
men hoogstens vierhonderd man per
reis konden bergen, werd het blauwe
water bij Moko-Moko het grootste
massagraf in de oorlogsgeschiedenis
van Nederlandsch-lndië. Ongeveer
veertienhonderd krijgsgevangenen en
drieduizend koelies vonden hier den
dood.
Honderden drenkelingen hebben da
genlang tevergeefs voor het leven ge
vochten, zich vastklemmend aan wrak
hout en vlotten, wachtende op de
reddingsschepen, totdat zij van uit
putting of radeloos geworden, loslie
ten. De escorte-vaartuigen hebben
reddingswerk verricht tot den avond
van 20 September. Toen was de zee
leeg. Ruim 600 krijgsgevangenen en
500 koelies werden aan land gebracht.
Aan boord van de Japansche vaar
tuigen werd den geredden nog eenige
menschlievendheid betoond. De laat
ste groepen kregen water, cream-
crackers en enkele van de meest ver
kleumden een slok whisky. Hierte
genover stond weer het barbaarsch
terugwerpen in zee van bewusteloo-
zen en van hen, die door de ontbe
ring aan het malen waren geraakt.
Aan land was de behandeling van de
zijde van het Japansche leger beest
achtig. Te Padang werden de men
schen in een geheel vervuilde ge
vangenis opgesloten, zonder verzor
ging, verstrekking van kleeding of
dekking. Een steenen vloer diende tot
nachtleger. De afvoer naar Pakan
Baroe geschiedde na eenige dagen.
De reisroute liep over Fort de Koek
en Pajakombo; in wagons zonder
vensters werd 's nachts gereisd, waar
bij de uitgeputte menschen aan de
koude van duizend meter hoogte in
het gebergte werden blootgesteld.
Daarop volgde een dag in open
vrachtauto's zonder eten en drinken
in de barre tropenzon. Tientallen, die
de scheepsramp overleefd hadden
stierven aan de ontberingen van ge
vangenis en transport. Het verblijf in
de werkkampen van Pakan Baroe
dunde de gelederen van den zwaar
getroffen troep verder uit. Men kan
aannemen dat van de zeshonderd ge
redde krijgsgevangenen ongeveer 250
Nederlanders waren en dat van hen
op het moment der bevrijding de helft
was overleden aan, hetgeen cynisch
werd genoemd, de "nabehandeling
van den Jap.
VINCENT MAHIEÜ
«foösVw ■-<r.V'
s1, '9cV';-V' J
j&ijmmm
KB JASSIN
«NEEMT DjaMB/HAN
Deze maand verscheen in Indo
nesië Vincent Mahieu's (Tjalie
Robinson) vertaling van Tjoek in
de Bahasa.
Jassin staat bekend als een van
de beste vertalers en het is
daarom een buitengewoon ge
noegen dat deze bundel vertel
lingen, die de schrijver uitslui
tend in Indonesië projecteerde,
thans ook door Indonesische
lezers kan worden genoten.
De eerste druk ziet er eenvou
dig en goed verzorgd uit. Deze
druk kwam tot stand in samen
werking met de Nederlandse
overheid.
Hopelijk zullen wij t.z.t. ook in
onze boekhandel enige exem
plaren ter verkoop beschikbaar
hebben.
ZO WAS INDIË
Bij de uitgeverij J. Luitingh BV te La
ren gaat binnenkort een nieuw platen
boek over Indië verschijnen. Het is
samengesteld door J. van den Berg,
een collega, die weet waarover hij het
heeft. Het boek - aldus het prospectus
dat wij tegelijk met een dummy van
het te verschijnen boek ontvingen,
valt uiteen in drie delen; Tempo Doe-
loe, de periode tussen de twee wereld
oorlogen en tenslotte het tijdvak 1945-
1950. De afbeeldingen uit de tweede
periode zijn ontleend aan d'Orient, het
weekblad uitgegeven door Kolff en
Co, dat al diegenen die tussen 1918
en 1942 in Indië leefden en werkten
nog wel voor ogen zal staan. Wij zien
met grote belangstelling de nieuwe,
160 pagina's tellende "documentaire"
(zoals de uitgever het geesteskind
van Van den Berg terecht aankon
digt) tegemoet.
(lees verder volgende pagina onderaan)
6