T J AL IE SCHREEF GEDRUIS BOEKBESPREKING HET GOEDE IS BLIJVEND. "Nieuwe zorgen zijn uiteraard de "mili euvervuiling", die veel erger is dan zelfs de somberste milieubeschermers afschilderen, en de "geestelijke milieu vervuiling"; toenemende misdadigheid en onzedelijkheid, toenemende ver slaafdheid aan verdovende middelen en daarnaast toenemende physieke aftake ling van generatie op generatie. Eerlijk gezegd blijft het moeilijk praten met "onheilsvoorspellers". Zij hebben doorgaans hun materie zó diep onder zocht en hun betogen zó logisch opge bouwd - men kan ze alleen maar laten praten en luisteren. En geen lichtmotieven vindend op het laatst ook geloven in een totale ondergang. Alleen verzet ons instinct zich hiertegen. En geen woorden of motieven van tegenweer vindend, besluiten we alleen met de overtuiging: de mensheid is alle beschavingen door inderdaad telkens ten onder gegaan, maar ook weer boven gekomen met nieuwe levensbeginselen. Eén ding is zeker: uiteindelijk zegeviert het goede altijd. Zo lang wij nog leven dus, en ook al mochten wij niet kunnen ontkomen aan onze verkeerde driften en ideeën, laat ons daarnaast ook koppig altijd Het Goede doen zoveel wij kunnen. Opdat er altijd een "batig slot" blijve voor hen, die na ons komen." Uit: T.T. 1 oktober 1971. 1 "NU" is een huis-aan-huis-blad dat volgens de uitgever in een oplage van 300.000 exemplaren in Den Haag en omgeving wordt verspreid. Wij ge voelen ons dus zoals David zich moet hebben gevoeld voor de ontmoeting met Goliat, nu wij ons vermeten enige opmerkingen te maken over een publicatie van "Nu". Het nummer van 6 oktober opent namelijk met een in terview, waarvan wij danig geschrok ken zijn. Het voorwerp van de redac tionele ondervraging is mevrouw Sa- cha Bulthuis, die in Rademakers' "Max Havelaar" de rol speelt van de echtgenote van de assistent-resident van Lebak, Tine. "Sacha wil nooit meer terug naar In donesië" luidt de vette vijfkolomskop boven het interview en dat zal Indo nesië (en ons) een zorg zijn. Wie dan het interview doorleest om na te gaan wat mevrouw Sacha dan wel tegen dat land mag hebben stuit tenslotte op maar één passage die die weerzin kan verklaren. Zij luidt: Oké, het is niet altijd even leuk ge weest, maar zo is het leven. De eerste week ervoer ze nochtans als vreselijk. "Overal moest je over lijken op straat stappen. Nou, als er hier iemand op straat ligt te sterven bel je direct een minister, maar daarDie eerste week was ik helemaal over m'n toeren, maar daarna stapte ik er net zo makke lijk overheen De passage die wij citeren is vet ge drukt en kennelijk dus ook door de redactie van NU opgevat als de es sentie van het overigens nogal vage verhaal van Sacha. Het is dan ook een verklaring waarvan de wereld zal staan te kijken. Misschien kan een on schuldige parabel hier opheldering brengen. Het is de geschiedenis van Kees, die als soldaat, zonder enige band met of kennis van Indonesië in het tijdvak tussen 1945 en '50 derwaarts wordt gezonden om orde en rust te herstel len en na zijn terugkeer door de fa milie, die al evenmin van toeten noch blazen weet wordt ondervraagd naar zijn ervaringen in dat verre, vreemde land. Na enige aarzeling is Kees bereid van die avonturen verslag te doen: "Ik heb een middagje vrij en besluit een dutje te gaan doen in het oerbos. Ik ga liggen onder een grote boom en val in slaap. Na korte tijd schrik ik wakker door een luid gedruis. Ik sla de ogen op, en wat zien ik? Een hele bende tijgers om mij heen. Grote ver bazing en bewondering bij de toe hoorders. Maar na enige tijd breekt twijfel, gevoed door het feit dat men Kees zo maar gezond en wel voor zich ziet na zijn ontmoeting met die verscheurende dieren toch baan. "Tij gers jagen toch nooit in kudden? zegt de één. "Ze komen toch meestal niet in het bos voor?" vraagt de ander. Het aantal tijgers vermindert ziender ogen, wanneer Kees weer aan het woord komt. Hij ontvangt de genade slag als iemand zegt: "Waren het wel tijgers?" Na enig nadenken zegt Kees: "Nou, in ieder geval was het gedruis er wél!" Ook in het verhaal van Sacha horen wij gedruis. Het is het ge-klik-lak van haar sandaaltjes als zij makkelijk over de talloze lijken op straat stapt. JHR. TONG-TONG JUBILEUMBORD Het 20-jarig jubileum van Tong-Tong dat Tjalie Robinson niet meer mocht meemaken is toch door zijn geest be krachtigd. In het mooie herdenkings bord dat wij voor deze gelegenheid uitgaven en dat u misschien al in uw bezit heeft, namen wij als tekst een! citaat uit het bovenstaande artikel dat Tjalie in oktober 1971 schreef: "Het goede dat wij nu doen, is het batig slot voor hen die na ons komen." Zo zal Tjalie ook de komende jaren in ons midden zijn. Wij lieten oorspronkelijk slechts 150 borden maken. Door de grote vraag moesten er nog 100 bij komen. Ook die voorraad is sterk geslonken. Weest U er gauw bij als U nog prijs stelt op zo'n bord, er zal hierna, wegens de alweer gestegen kosten, niets meer bijkomen. 40,kost het met 5,verzend kosten. Er liggen hier een stuk of 20 borden met kleine, praktisch onzichtbare schoonheidsfoutjes. Deze zijn afge prijsd tot f 30,Wie het eerst belt, schrijft of komt, kan dit voordeeltje hebben! HET KNIL Het Koninklijk Nederlands-Indisch Le ger werd opgericht op 4 december 1830 em ontbonden op 26 juli 1950. In de 120 jaar van zijn bestaan heeft het zijn eerste taak, de vestiging of handhaving van rust en orde in een gebied zo groot als Europa op groot se wijze vervuld. De Japanse overval plaatste het tegenover een opper machtige vijand, die het - mede als gevolg van de onvoldoende zorg van opeenvolgende Nederlandse regerin gen - op de rand van vernietiging bracht. Maar het KNIL had voldoende veer kracht om ook na de Japanse capitu latie opnieuw goede diensten te be wijzen bij de pogingen tot herstel van een, normale toestand. Totdat de sou- vereiniteitsoverdracht een einde maak te aan zijn roemvol bestaan. De heer H. E. Tesser, Sgt I, K.L.U. heeft in een 35-pagina's tellende bro chure een samenvatting gegeven van die bijna 120-jarige geschiedenis on der de titel "enige wetenswaardighe den over het KNIL en Nederlands-ln- dië tegen Japan". Ofschoon de be wondering van de schrijver voor de haast ongeloofwaardige prestaties van deze altijd parate krijgsmacht uit elke bladzijde tot de lezer komt, is deze brochure toch geen op-de-borst- slaanderig werkstuk. Zij is verkrijgbaar bij Boekhandel Tong Tong, 3,25 1,20 porto. J.H.R. 3

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1976 | | pagina 3