"HEIMWEELIJDERS"
Ik ben het eens met een van de In
gezonden stukken dat het goed is
wat meer over het hedendaagse Indo
nesië te schrijven In T.T. De genera
tie van vroeger sterft uit en daarmee
het aantal lezers, daarentegen zijn er
legio "nieuwelingen", zowel toeris
tisch als woonachtig door de verbin
ding die Nederland met dit ontwikke
lingsland heeft, waaruit nieuwe be
langstellenden voortspruiten, die er
niets aan vinden om al die "ouwe
koek" te lezen. Sorry, ik zeg het mis
schien wat hard, maar het lijkt me in
het belang van het blad om nu Rogier
hier woont en fotografeert, meer de
nadruk op het heden te leggen. Het
is interessant genoeg, ook voor de
vroegere bewoners en maakt de sfeer
van het blaadje niet triest. Ik heb
kassian met al die heimweelijders en
zou niets liever willen dan dat ze
horen, dat Indië (ik bedoel het land)
niet verloren is. Het heimwee in T.T.
maakt je beroerd, zelfs mij stemt het
verdrietig, terwijl ik hier woon, maar
heus wel weet dat de "ouwe tijd" hier
niet meer bestaat.
L. van Dompseler
Bandung
Tong-Tong is na 20 jaar nog steeds
een Indisch blad. Opgericht in een tijd
dat er geen sprake was van contact
met Indonesië, en het door de politieke
verhoudingen toen zelfs beter was, het
totaal te vergeten en er vooral niet
over te spreken of te schrijven. Ons
geboorteland en dat van onze ouders,
jawel. In die tijd was het dat Tjalie
besefte dat het voor tallozen onmo
gelijk was het verleden zomaar bij de
asemmer neer te zetten. Wat in Ne
derland als overbodig werd be
schouwd, werd voor het blad dat hij
oprichtte, het belangrijkste: de getui
genis van ons leven, van wat we ge
daan, gevoeld, gedacht, gegeten heb
ben. Geschiedenis, cultuur van de
Mens uit Indië. Ook volbloed totoks.
De generatie die mevr. v. D. uitgestor
ven waant, leeft nog steeds, schrijft
nog steeds en9aat naar Indone
sië om het oude land te bezoeken.
Wist mevr. v. D. dat er sinds 1968
mensen zijn die al zes maal terug zijn
geweest, dat er bewust gekeken, ver
geleken is en dat er van heimwee bij
niemand meer sprake is? Ons leven
daar is afgelopen, dat weet iedereen,
maar wat gebleven is, is zo ontzagge
lijk veeldat het stof levert voor
altijd weer nieuwe "ouwe koek".
Misschien ook interessant te weten
dat er in 1976 reeds 17.000 mensen
naar Indonesië terug zijn geweest en
dat sinds 1968 bijna een half millioen
toeristen de Gordel van Smaragd heb
ben bezocht. Voor Tong-Tong ondoen
lijk om alleen te speculeren op heim
weelijders als abonnee. Rogier foto
grafeert en schrijft uitsluitend over
het huidige Indonesië, hoe zou hij an-
jRhMMk- O-Tia dry^-a
ders kunnen? Met onze boekhandel
en toko staan wij voortdurend in het
HEDEN, wanneer wij af en toe nostal
gie in ons blad toelaten is dat ons
goed recht. Als men ziet dat tegen
woordig mode, architectuur, interieur,
hobbies helemaal terug zijn gebracht
naar grootmoederstijd, dan vraag je
je werkelijk af waarom sommige men
sen zich zo ergeren aan Tong-Tong.
Mogen we eerlijk ouderwets zijn als
tublieft inplaats van te doen alsof?
En als TT dan toch al jaren uit de
boze is en men er beroerd van wordt,
waar blijft dan het nieuwe sterk ver
beterde Indonesische tijdschrift.
Uit alle kankeraars(ters) van de afge
lopen jaren zou men een brilliante
redactie kunnen samenstellen en wie
beter dan mevr. v. D. die bij de bron
zit, zou betere informaties en nieuws
kunnen verstrekken?
Niet mopperen op Tong-Tong, gewoon
zelf een blad maken. Beter dan Tong
Tong. Koud kunstje.
LD.
jt*
VREEMDE ZEDEN EN GEWOONTEN
De Cubaanse regering heeft een Ne
derlandse sleepboot aan de ketting
gelegd en de bemanning in bewaring
gesteld omdat het schip zonder toe
stemming van die regering de territo
riale wateren van Cuba was binnen
gevaren om een in brand staande
tanker te hulp te komen. De gezag
voerder van de sleepboot verkeerde
in de mening dat de vereiste toestem
ming was verkregen. Intussen, nu dit
niet het geval was, zou men het bin-
nenvarenl van de Cubaanse wateren
door de sleepboot kunnen beschou
wen als een duidelijk geval van "nood
breekt wet". Dit in onze ogen vreem
de geval heeft ons aan het piekeren
gezet. Na enig nadenken zijn wij tot
de conclusie gekomen, dat dit optre
den van de Cubaanse regering klaar
blijkelijk de manier is, waarop zij
haar erkentelijkheid wilde betonen
voor de ontwikkelings-steun die Ne
derland aan Cuba geeft. Cuba wenste
blijkbaar gastvrijheid te betonen aan
de Nederlandse schepelingen, of zij
daarvan gediend waren of niet. Maar
ja, ook Hottentotten, Bosjesmannen
en andere volksstammen hebben nu
eenmaal in onze ogen ongewone ma
nieren om hun dankbaarheid te tonen.
Waarom de Cubanen dan niet?
X.
(naam bij de redactie bekend)
ATJEHERS EN NEDERLANDERS
Het verheugt mij dat ik van de heer
Brendgen het nummer van Tong Tong
mocht ontvangen, waarin zijn artikel
over Anak Matjan is gepubliceerd (TT
van 15 sept. - Red.)
Ik houd van uw tijdschrift en zou er
graag in schrijven als mijn Hollands
toereikend was, in het bijzonder over
het soldatenkerkhof Peutjoet in Banda
Atjeh (Koeta Radja). Peutjoet wordt
thans gerestaureerd onder toezicht van
de gouverneur van Atjeh, de heer A.
Muzakar Walid en de heer Brendgen
is hier in augustus geweest om de
tweede fase, nl. de restauratie van
de eigenlijke begraafplaats voor te
bereiden.
Wij, Atjehers zeggen: wat voorbij is,
is voorbij en dus moeten wij dit histo
risch monument in ere houden, al lig
gen daar 2.200 van onze Hollandse te
genstanders. Peutjoet is getuige van
een groot stuk krijgsgeschiedenis, dat
de jongere generatie moet kennen. De
oorlog duurde van 1873 tot 1942, dus
meer dan 60 jaar, zoals Paul van 't
Veer in zijn boek over Atjeh heeft
geschreven.
Maar ook geldt Peutjoet als een brug
voor de vriendschap waarvan de bouw
al in de 16e eeuw begon toen een
Atjehse afgezant, Abdoel Hamid, een
bezoek bracht aan Prins Maurits te
Middelburg. Hij overleed aldaar in
1602.
Zouden er geen Nederlanders zijn, die
in Middelburg een monument zouden
willen oprichten ter herinnering aan
de eerste stap op de weg naar we
derzijdse vriendschap, gedaan door
onze afgezant Abdoel Hamid?
Tuanku Abdul Jalil,
Banda Atjeh
Baparis Atjeh Museum
(Wij hebben in dit zeer gewaardeerd
schrijven hier en daar, waar de Tuanku
wat moeite had met het Nederlands
een en ander gewijzigd, zonder, naar
wij hopen, hem iets te kort te hebben
gedaan! - Red. TT)
RECTIFICATIE
I. In de recensie over het boek over
Ferdinand Pont (TT no. 4, pag. 7) zijn
twee storende fouten geslopen. Het
jaartal in de gedenksteen moet zijn
1624 i.p.v. 1964. De schrijver van het
boekje is Heinrich Erler en niet Eisler.
II. In het artikel de Oosthoek VIII,
Soerabaja en omstreken (TT no. 6,
pag. 14) staan twee onjuistheden. I.p.
v. "Simpanghotel" in de derde kolom
moet staan "Simpangclub" en Maison
Hellendoorn etc. eveneens in de der
de kolom, stonden niet aan Kaliasin
maar aan Toendjoengan.
Een attente lezeres maakte ons hierop
opmerkzaam.
6