POIRRIE
Niet Coba,
maar
H.B.S. Surabaya
Slangen fascineren me op een vreem
de manier, 't Zijn de griezeligste die
ren die ik ken, toch ben ik ze nooit
uit de weg gegaan, ze trekken me
naar zich toe.
De ellende was, dat ik de giftige niet
van de ongevaarlijke wist te onder
scheiden. Ik kende een paar soorten,
maar met kinderen die altijd buiten
speelden, was de opdracht: dood ma
ken maar, elke slang die in de tuin
rond gleed. Behalve de overbekende
sowoh, verdienstelijk als geweldige
muizenjaagster.
Goenoeng karet was een onderneming
vlak bij Tjilatjap. Warm! Hoe ze aan
de naam "goenoeng" zijn gekomen),
heb ik nooit begrepen. Er was geen
heuvel, laat staan een berg.
Nergens anders ben ik zoveel slangen
tegen gekomen, nergens anders ook,
zulke mooie. Eens ontmoette ik er
één, een kleintje, vuurrood van kop
tot staart, de onderzijde loodgrijs.
Eer» andere keer lag er een overbe
kende op mijn weg; de loewoek; drie
hoekige kop. Prachtig grasgroen met
een vuurrode staartpunt. Zeer giftige
adder, maar deze was niet langer ge
vaarlijk. Ze was dood als de befaamde
pier.
Een uur later liep ik terug langs de
zelfde weg. Ze lag er nóg, maar was
niet langer groen, ze was zo blauw
als een perkje kaapse vergeet-mij-
nieten. De hemel was er bleek bij.
Een verklaring er voor heb ik nooit
gehoord of gelezen, 't Lijkt waarach
tig wel planterslatijn.
Coba was een oeler-sowoh die we
overal op 't erf konden tegen komen.
Wij kenden haar, zij kende óns.
Toen we op een warme middag op de
stoeptreden voor 't huis wat aan 't af
koelen waren, zagen we haar weer
eens aankomen op haar dagelijkse
route; langs de stoep van de ene
kant van 't grasveld naar de andere.
En of we daar nu al zaten, ze trok
zich er geen slangeleren laarsje van
aan.
Zonder de minste haast schoof ze
langs, zo dichtbij, dat we de schilfers
op haar huid konden zien. Er zaten
een paar dikke tjaplaks op haar lijf.
Teken.
"Ouwe viezerik, je mag je wel eens
verschonen", schold ik. De kop wat
omhoog keek ze me aan, met bijna
iets menselijks in de kille ogen. Of ze
zeggen wou: "Bemoei jij je met je
eigen bemoeisels." Ze stak de tong
uit en gleed weg.
Even later lag ze in 't zwembad dat
gelukkig leeg was, de metselaar was
een lek aan 't dichten. Coba deed
wanhopige pogingen er uit te komen
maar kon tegen de steile wanden niet
omhoog kruipen. Kebon tilde haar te
rug in 't gras.
Een paar dagen later zat ik met Mick-
je te les'en op de voorgalerij en wie
kwam er aan? Coba.
Ze leek een beetje nerveus. Was ze
ker te laat voor een afspraakje. Als ze
ons passeerde op een paar meters,
hield ze de gIijeven in, om zich
daarna nog sneller weg te reppen. Op
't grasveld ging ze liggen uitrusten in
de zon.
"Mamma, ze heeft een nieuw vel."
"Nee Mick, 't is Coba helemaal niet,
't is een andere slang". Ik zei 't al,
ze trokken me naar zich toe. Deze
nieuweling moést ik leren kennen.
Met Mick aan de hand sloop ik voetje
voor voetje naar haar toe. Eerst was
't of ze niets in de gaten had. Maar
ze was gewoon op haar hoede. Toen
we ongeveer een meter van haar af
stonden, richtte ineens langzaam en
statig 't bovenlijf zich op, de kop
draaide naar ons toe, haar hals werd
breder en breder, ze liet een vreemd
zacht-klokkend geluid horen.
Als verlamd bleef ik staan, Mickie
duwde ik van me af. "Gauw weg,
"Kassian, si Ventje,
hij mag alleen maat
j>9 één saté per dag
van de dokter!"
Ik geloof niet dat ik bleef staan, om
dat ik gebiologeerd werd. Ik dacht ge
woon: "Als ik me beweeg valt ze
aan." 't Lijf met de opgeblazen nek
wiegde zachtjes reen en weer. Kebon
was dicht bij, hij zag me staan en
ook die bewegende stok.
"Awas ndoro, nikoe doemoeng-en-
tong". (doemoeng slang, entong,
een rijstlepel.)
Of ik 't zelf nog niet wist; een cobra.
Kebon kwam me te hulp, de aandacht
van de wiebelende slang richtte zich
op de nieuwkomer. Die met zijn korte
arit niets kon doen. Hij riep nèar zijn
knechtje Saleh om een lange stok.
En toen was 't gebeurd.
Slangen leven in paren, ze houden
van muziek. Geven hun ziel en zalig
heid voor een schoteltje melkDat
leerden we op school.
Eén van de employe's trouwde met
een Duits meisje. Toen ze regelrecht
uit Europa bij ons op 't land kwam
bracht hij haar voor de kennismaking
bij ons. 't Gesprek kwam op de vele
slangen in deze streek.
Wat zou zij er graag één tegen komen,
in alle vrijheid. "Nou, ga maar 's kij
ken op de galerij, de radio staat aan."
Liesl ging kijken, de hoek om van de
galerij en"Wiem" riep ze naar
Wim"Wiem, drei
Zo gauw al? Een sterk verhaal? Ik
ging ook mee, kijken. Zag nog net
een laatste staart verdwijnen.
PLANTERSVROUW
1875 1975
Herdruk Jubileumboek H.B.S. Sura
baya (200 exc.) kosten per ex. incl.
port en emballage f 42,50.
FOTOREPORTAGE (enkele klasse
foto's uit 1927 e.a.) met nagekomen
artikelen wordt overwogen (max. 600
exc.) Geschatte kosten 32,50 per
exc. Betaling vóór 30 november 1976
(anders kan e.e.a. géén doorgang
vinden) op gironr. 33.92.979 t.n.v.
Jubileumboek H.B.S. Surabaya, Pau-
linastraat 12, Den Haag. Is voor het
origineel meer gestort dan 35,
dan kan. dit van bovengenoemd be
drag afgetrokken worden. Gaat e.e.a.
niet door, geld terug! Voor informa"
tie s.v.p. NIET bellen naar TONG
TONG, maar naar de heer J. J. van
der Linden, Telefoon 070-85 10 72.
10