INDISCHE "ENGELANDVAARDERS" Vele ontsnappingen uit Nederlands Indië naar vrij gebied. Het hiernevens geciteerde boek richt zich - met een dood enkele uitzondering - geheel op de ontsnappingen in Europa. Deze opmerking houdt geenszins een verwijt in; het blijft een prijzenswaardig initiatief de lotgevallen van deze cate gorie te onderzoeken en vast te leggen. Echter: zoals Nederland tallozen ge kend heeft, die, - individueel of in groepjes - uit het bezette gebied ontsnapten om als Engelandvaarder de overkant van de Noordzee te bereiken, zijn er ook vanuit Nederlands Indië een groot aantal pogingen gedaan om de vrijheid te krijgen of te behouden. De "Indische Engeland-vaarders" hadden het daarbij door klimaat, bevolking, afstanden en de primitieve hulpmiddelen waarop zij waren aangewezen, zo mogelijk nog moeilijker dan hun Europese collega's. Jammer genoeg zijn hun wederwaardigheden nauwelijks bekend. Op zichzelf niet zo verbazingwekkend, de geschiedenis van Nederlands Indië heeft zich nooit kunnen verheugen in de diepgaande belangstelling van het Nederlandse volk. Dit is een greep uit vele belevenissen: het verhaal van zes man, aan wie het na een maand rondzwerven lukte, om van de Kleine Soenda eilanden naar Australië te ontkomen. Frank Visser, DE SCHAKEL, Ge schiedenis van de Engelandvaarders (A. M. C. Stok, Zuid-Hollandse Uit geversmij B.V., Baarn 1976): "Wat moeten we verstaan onder een "En gelandvaarder"? In een definitie uit gedrukt: iemand die tijdens de Tweede Wereldoorlog tegen de wil van de vijand uitweek van zijn/haar door de vijand bezette land naar geallieerd gebied, met het oogmerk zich in dienst te willen stellen van de geallieerde strijdkrachten voor de verdere duur van de wereldoor log Timor, 1 maart 1942 Veel was er veranderd in de tweede helft van februari op dit eiland. De Japanners waren geland bij Koepang (Nederlands Timor) en bij Dilly in het Portugese deel. Na een paar dagen hadden zij de zwakke geallieerde strijdkrachten onder de voet gelopen. Restanten van de Koepang en Dilly bezetting kwamen eind februari in A- tamboea aan, dat nog vrij van vijand was. De situatie in Atamboea werd critiek geacht. De Australische en Ne derlandse commandanten gingen over tot verspreiding van de overblijven de troepen en hadden o.a. toestem ming gegeven om naar de nog niet bezette gebieden uit te wijken. Op 1 maart 1942 besluiten officier van gezondheid 2e klasse H. Neeb, 1e luitenant infanterie J. C. L. Stoll met sergeanten J. de Maar (een dienst plichtig onderofficier uit Zuid-Afrika) en F. H. Meyer, een kans te wagen en te proberen Java te bereiken. Het algemene idee is: oversteken naar een der andere Soenda eilanden en zich vervolgens in westelijke richting naar Java toewerken. De haven noord van Atamboea (Atapoepoe) vinden zij te gevaarlijk en zij willen vertrekken van Wini, een plaatsje aan de noord kust, onmiddellijk oost van de Portu gese enclave Ocussi. Van motorfiets via paard naar prauw In de middag van 1 maart proppen zij zich met zijn vieren in een motor met zijspan en rijden de hoofdweg Atam- boea-Koepang af. De bedoeling is zo ver mogelijk doorrijden en Kefannanu halen, vanwaar een pad in noordelijke richting naar Wini loopt. Een paar da gen tevoren is de vijand al in de buurt van Kefannanu gesignaleerd en het blijft zeer de vraag of deze plaats nog vrij van vijand zal zijn. Om vijf uur 's middags ligt de 80 km van Atam boea achter de rug en rijdt de groep Kefannanu binnen. Dit stadje, anders 1 cm. 200 km. Bovenstaande kaart geeft de route aan over zee van Flores naar Australië, die door de zes Indische "Engelandvaarders" in een vissersboot werd afgelegd. een dromerig oord in de bergen, op 400 meter boven zeeniveau, ziet er nu heel wat minder vriendelijk uit. De lo me rust is verdwenen en drommen Timorezen vluchten voor hen uit door de straten, een veeg teken. De kleine groep bemerkt evenwel niets van de vijand en slaat het pad naar Wini in. Na vijf km, eindigt de rit, slecht weg dek en vernielde bruggen maken een verder rijden onmogelijk. De motor wordt onklaar gemaakt, tegen ruil van een paar uitrustingsstukken huurt men in een kampong een paar draagpaar- den, waarna de tocht lopend wordt voortgezet. De volgende avond ver trekt het gezelschap per prauw naar het eiland Alor, waar het op 4 maart aankomt. Via de kleine Soenda eilanden, doel Java Met steun van de kleine Nederlandse posten, bestuursambtenaren en mis sie komen zij op 10 maart in Badjawa (eiland Flores) aan. Een reis zondei veel moeilijkheden overigens, want be halve Timor en Bali zijn de eilanden in deze periode nog niet door Japan be zet. Ondertussen is de groep aange groeid tot zes man. In Endeh (Flores) hebben reserve 2e luitenant H. P. van den Dool en militie-sergeant C. E. Kroese (KPM agent te Endeh) zich bij de ploeg aangesloten. De bezetting van Bali (19 februari 1942) betekent een lelijke streep door de rekening. De vraag wordt nu, wat te doen: langs Bali glippen en toch naar Java, of daarvan afzien en de reis naar Aus tralië beginnen. Diezelfde avond wordt een radio uitzending opgevangen die het antwoord geeft. Java blijkt een af gedane zaak, resteert alleen de mo gelijkheid Australië. Java gecapituleerd, dan naar Australië De daarop volgende dagen lukt het een Australische vissersboot, de "Prin cess Mary" aan de noordkust bij Reo te bemachtigen. De boot wordt naar de zuidkust van Flores, bij Aimere ge bracht en voor de reis gereedgemaakt. De bemanning - een Australiër en een paar Idonesiërs - belooft aanvankelijk voor de navigatie te zorgen, maar laat het voor de vertrekdatum afweten. Het zestal moet het tenslotte maar zelf opknappen. Ervaring: Neeb en de Maar hebben wel eens op de Kaag gezeild; de Maar weet alles van auto motoren en zal dus ook wel met scheepsmotoren kunnen omgaan. Zeven honderd mijl onbekende zee in het vooruitzicht Uitgeleide gedaan door mevr. Neeb, mevrouw Van Mastrigt (kapitein A. L. van Mastrigt en Neeb behoorden eerst tot het garnizoen op Flores en waren januari 1942 naar Koepang o- vergeplaatst, de gezinnen bleven ach ter) en controleur BB Bethbeder, be gon op 21 maart de lange tocht, leder lid van de bemanning had een militair zakkompas - het bekende kompas Bé- 20

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1977 | | pagina 20