Holland laten we eerlijk zijn.... Een Tehuis voor Blinde Bejaarden te Bandung We zagen je voor 't eerst door een dunne ochtendmist vanuit de Nieuwe Waterweg. Alles voelde nat en kil aan. Je was zo vlak als op de plaatjes die we in boeken zagen. Je lucht, heel lichtblauw, je wolken hingen vreemd laag later op de dag toen je zon tevoorschijn kwam. Het was niet de warme zon waar wij aan gewend waren. Je gebouwen waren ook niet verblindend wit, maar bruin of steenrood, met verdiepingen, dicht op mekaar aanleunend alsof ze 't koud hadden. Je gras was groen, mooi groen, net fluweel, en je bloemen prachtig. Maar alles was vreemd, zo heel erg vreemd. De mensen die 't weten konden, zeiden dat 't een prachtige herfst was en warm voor de tijd van het jaar. Wij hadden het koud en onze warme kleren schenen niet veel te helpen. We bleven koud, uitwendig en inwendig. Na aankomst begonnen je lessen. We zaten in een groot apartement op de tweede étage aan de Laan van Meerder- voort. Bedden opmaken bleek geen eenvoudige taak, in het begin hadden we zelfs de neiging om onze opklapbed- den zo maar dicht te slaan. Niemand zag het toch. Maar dat kon niet. Je netheid leerde ons hoe het wél moest, volgens alle regelen der kunst. We hadden nog nooit zoveel lakens en dekens gezien voor één bed. Ontelbare malen per dag liepen we de trappen op en af, elke keer vergaten we iets en renden dan naar de winkel op de hoek. Vest aan, sjaal om, nylons aan, schoenen aan, winterjas aan, handschoenen aan. Had je de huissleutel wel bij je, trok je de deur achter je in het slot? Pas dan ging je de straat op, als een wandelende kapstok. En je dacht aan Indië waar je zo maar in een "katoentje" het huis uitliep, zo de tuin in, onbelemmerd in je bewegingen, zonder huissleutel. We leerden het zonder de bedienden te doen. Alleen eens per week kwam er een werkster, dan moesten wij het huis uit zodat we haar niet voor de voeten liepen. We leerden, in de kou op de tram wachten en zagen andere Indische mensen, grauw zagen ze eruit. Het "tropenbruin" neemt een vreemde tint aan in de koude. Vaak kwam de ver trouwde lucht van obat gosok ons tegemoet. We leerden hoe een kachel aan te maken zonder dat al het kolenstof in het rond vloog. We leerden hoe we niet te dicht bij de kachel moesten zitten met onze voeten, daar kreeg je wintertenen van hadden deskundigen ons verteld. We leer den genoegen te nemen met wat voor weinig kastenruimte zelfs een groot apartement had. De kasten, zo anders dan de grote tweedeurige kasten waar wij aan gewend waren. We leerden om geen kabaal te maken voor de beneden buren, de bovenburen, de zijburen. We leerden hoe te fiet sen in wind, regen, hagel en sneeuw. We leerden minder bescheiden te zijn zodat we onze beurt op tijd kregen in een winkel. We leerden ontelbare dingen. We leerden ons tenslotte aan te passen. Toen we de kans kregen om van je weg te gaan, namen we die kans. Bij je blijven wilden we niet, voor ons zou je nooit aan Indië kunnen tippen. Je maakte dat we het gemis nog maar sterker voelden. Daar kon jij niets aan doen, daar konden wij niets aan doen. Het wès nou al eenmaal zo. We gingen naar een nog vreemder land voor ons, maar het leek allemaal veel gemakkelijker te gaan nu, want Holland, laten we eerlijk zijn, je leerde ons onnoemelijk veel. J.L. (U.S.A.) urn te Velen die relaties met Indonesië on derhouden, in het bijzonder degenen die in het verleden daar gewoond en gewerkt hebben, hebben wel eens ge hoord van het Blinden Instituut te Bandung. Dit instituut heeft zowel on der het Ned. Ind. bestuur, als onder het bestuur van de Republiek Indone sia bijzonder goed werk gedaan, en doet dit nog steeds. Er is zelfs be langrijke uitbreiding aan dit instituut gegeven, terwijl er met steun van o.a. Nederland, diverse andere projecten voor blinden ontwikkeld zijn. De uitbreiding van het Instituut te Ban dung omvat in het bijzonder de op leiding van jeugdige blinden tot bruik bare krachten in de samenleving, zo dat zij niet alleen zelf een volwaardig bestaan kunnen opbouwen, maar te vens een bijdrage kunnen leveren aan de opbouw van het land. Deze uitbreiding echter brengt de noodzaak met zich mede, dat de ca. 120 blinde bejaarden, die tot nu toe in het Instituut woonden, plaats moeten maken voor jongeren, die een beroeps opleiding krijgen. Deze blinde bejaar den kunnen echter nergens anders ondergebracht worden, zodat de Chris telijke Blinden Vereniging Eben Haë- zer, die zowel protestanten als rooms katholieken omvat, zich voor de nood zaak geplaatst ziet de bouw ter hand te nemen van een tehuis voor blinde bejaarden. In feite omvat deze vereni ging alle niet-lslamitische blinden, daar men het begrip "neutraal" in een gods dienstig land als Indonesië niet of nauwelijks kent. En de Islamitische ge meenschap, die ca. 95% van de be volking omvat, en talrijke instellingen op maatschappelijk terrein kent, heeft daardoor ruimere mogelijkheden om voor haar gehandicapten te zorgen dan de zo kleine niet-lslamitische (christelijke) gemeenschap. De Panitia Pembangunan Rumah O- rangtua Tunanera Eben Haëzer (Het trachten bijdragen tot dit doel in zamelen. Vermeld dient te worden, dat een pro ject als dit geen kans heeft te profi teren van de royale onwikkelingshulp die door de Minister van Ontwikke- lings Samenwerking of de drie daar door gesubsidieerde instellingen (NO VIB, CEBEMO, ICCO) wordt gegeven, aangezien het wordt beschouwd als een "liefdadig" doel en niet als een project dat de "ontwikkeling" of zelf werkzaamheid stimuleert. itiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiitiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Comité voor de Bouw van een Tehuis voor Blinde Bejaarden) ziet zich voor de zware taak gesteld een bedrag van Rp. 60 millioen, gelijk aan ca. 400.000,bijeen te brengen, om de bouw van een complex van eenvoudi ge bamboehuisjes en servicegebouw tot stand te brengen. Als men dit be drag vergelijkt met wat men in Ne derland voor zo'n project nodig heeft, dan is die 400.000,nog maar zeer bescheiden. Het bedoelde Comité doet, bij zijn pogingen om dit absoluut noodzakelij ke project uit te voeren, niet alleen een dringend beroep op de christelijke bevolkingsgroep in Indonesië, maar heeft zich ook tot enkele instanties en personen in Nederland gewend om te Daarom moet het Comité dus inder daad een beroep doen op de "liefda digheid" en menslievendheid van die genen, die deze ernstig gecandicapte mensen een goed hart toedragen. Bijdragen kunnen worden gestort op de postgirorekening 255890 t.n.v. F. J. van der Veer, Handellaan 16, Huizen (N.H.), die de ingezamelde gelden zal overmaken naar het bedoelde Comité. Bijdragen van grotere omvang kunnen ook rechtstreeks worden gestort op de BANK EXIM te BANDUNG, t.g.v. giro rek.no. 11241, Yayasan GKT "E- ben Haëzer". Het adres van het Secretariaat van de Yayasan GKT als van de Panita (Bouw Commissie) is: Jalan Galunggung 45, te Bandung. 15

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1977 | | pagina 15